Nederlands Forum over Oude Radio´s
Onafhankelijk medium voor liefhebbers en verzamelaars van oude radio´s en gerelateerde zaken


 

 

Woordenboek


Autotransformator De autotransformator (of spaartransformator) is een voedingstrafo waarbij de voor een radio verschillende spanningsniveaus worden gerealiseerd door aftakkingen direct van de primaire wikkeling.

Let dus op bij deze trafo's, want de aansluitingen voor de verschillende voltages zijn direct met het net verbonden.

Jan Verdijk
Diodevoltmeter Is een buizenvoltmeter voor gelijk- en wisselspanningen, waarbij de gelijkrichting van de hoogfrequente wisselspanning m.b.v. een diode (ingebouwd in de meetkop) geschiedt. Bij de GM6004 (50er jaren) is dat de indirect verhitte EA50. Wolfgang Holtmann
Discriminator De "discriminator" heet voluit, "Foster Seeley faze discriminator". Dit is de oudste speciaal voor FM gebruikte detector. De Amerikanen Foster en Seeley pasten deze in 1935 al toe in ontvangers. Bij deze detector zijn de twee diodes in dezelfde richting op de kring aangesloten.

De "ratio detector" (bedacht door Seeley in 1947) is een verbeterde versie van de FS discriminator. Hier zijn de twee diodes tegengesteld met de secundaire kring verbonden en is een elco toegevoegd. Het l.f. signaal wordt afgenomen via een h.f. smoorspoel uit het midden van de secondaire kring. Het voordeel van de ratio detector is dat deze ongevoelig is voor AM storingen in het h.f. signaal. Het voordeel van de FS discriminator is dat deze een twee keer zo groot uitgangssignaal levert.

Een veel voorkomende fout, het is helemaal geen HF smoorspoel, het is een MF signaalvoerende spoel)

John Hupse

 

 

 


Kris van Damme

ESR ESR (bij condensatoren) staat voor "Equivalent Series Resistor" (gelijkwaardige serie weerstand). Een moeilijke term voor een toch niet zo moeilijk verschijnsel.
Een condensator bestaat in principe uit twee geleidende platen met ertussen een isolator. Als we een voorstelling maken van zoiets denken we meestal aan supergeleidende platen en een isolator die echt alles isoleert. Maar die spullen bestaan niet helaas.
De capaciteit van de condensator is afhankelijk van de grootte van deze platen en de dikte van de er tussen liggende isolator. Hoe groter de platen hoe groter de capaciteit. Hoe dunner de isolator hoe groter de capaciteit. Nu kunnen we de isolator niet te dun maken: Hij zal dan immers doorslaan. Dus door de dikte van de isolator wordt ook weer de maximale spanning van de C bepaald. En elke isolator laat toch een beetje stroom door. Dat geeft warmte.

Stel: we maken zelf een condensator bestaande uit twee stalen strips van 1 meter lang. Als isolator gebruiken we lucht. De aansluitdraden zitten aan een kant van strips. Nu kunnen we, als we willen, precies uit gaan rekenen hoe groot de capaciteitswaarde hiervan is. Maar dat is nu hier niet belangrijk. Nu laden we onze condensator op met een gelijkspanning. Tijdens het opladen moet de lading zich over de strips verdelen. Om dus achter op de strip te komen moeten de elektronen 1 meter afleggen (totaal dus 2 meter). Ze ondervinden hierbij weerstand van het staal. Staal geleidt wel maar er zijn betere geleiders. Door het transport door het staal ontstaat warmte. Niet veel maar het is er.. Als we daarna de condensator ontladen loopt dezelfde stroom er weer maar nu in omgekeerde richting. Weer warmte. Je kunt misschien voorstellen dat als we met een wisselspanning gaan werken (50Hz= 50xper seconde opladen/ ontladen) er toch stiekem een aanzienlijke hoeveelheid warmte wordt ontwikkeld. Voeren de de frequentie op wordt ook de warmte ontwikkeling meer. Tel bij deze warmte ook nog het "lekje van de isolator" op.
We gaan nu een nieuwe condensator maken. Weer twee strips. Nu van zilver. De afmetingen zijn gelijk aan de stalen strips. We zetten ze ook even ver van elkaar. We kunnen dus stellen dat de capaciteit gelijk is aan onze eerste condensator. Toch is er een wezenlijk verschil. Bij het opladen ondervinden de elektronen aanzienlijk minder weerstand. Zilver geleidt immers veel beter dan staal. Dus minder warmteontwikkeling. De ESR waarde van deze condensator is dus veel lager.
Hieruit komt ook meteen naar voren waarom een "low ESR" condensator dus meestal duurder is dan een met een hogere waarde. Er moet gebruik gemaakt worden van andere grondstoffen. Meestal wordt in de schema's aangegeven als er low ESR C's gebruikt moeten worden. Maar ik ben het in oude radio schema's nog niet vaak tegengekomen. 

Verdere informatie is ook te vinden op de site van NIC Components en voorst is het nog de moeite waard om bij Google te zoeken naar "Low ESR". 

Hans Sprenkels

Wolfgang Holtmann

Fasedraaier Dit is een schakeling die ervoor zorgt dat je twee eindversterkers aan elkaar kunt koppelen zodat je meer vermogen krijgt. Bij het zogenaamde in brug schakelen van twee versterkers koppel je de plus-uitgangen van de versterkers aan de luidspreker (zie blokschema). Een van de versterkers moet dan wel met een signaal in tegenfase worden aangestuurd, omdat je anders geen dubbel vermogen krijgt. Voor het tegenfase-signaal zorgt deze schakeling. Er moet wel voor worden gezorgd dat de twee versterkers hetzelfde zijn. De ene versterker wordt dan aangestuurd met het signaal uit de 0° uitgang, en de andere wordt aangestuurd met de 180° uitgang.
R5 moet worden aangepast aan de voedingsspanning. De spanning links van R5 moet 12 V zijn. De weerstand is volgens de volgende formule uit te rekenen: R = (V - 12) / 0,0015. Hierin is R de weerstand van R5 en V de voedingsspanning rechts van R5.
Bij het bouwen van de voeding moet je ermee rekening houden dat twee versterkers natuurlijk de dubbele stroom vragen.

 

Jeroen Vreuls

© Circuitsonline

Funktionstüchtig Op b.v. eBay Duitsland kom je bij de verkoop van radio's vaak de term "Funktionstüchtig" tegen.De term houdt wél de garantie tot functioneren in. Hoe goed of slecht (zonder knutselen) is hiermee niet gezegd. Ik zou het zo willen vertalen: "in werkende staat". Wolfgang Holtmann 
Griddipmeter Een (grid) dipmeter gebruik je om de resonantiefrequentie van kringen te bepalen, zonder dat de kring in gebruik is. Er zit een oscillator in met een spoel die inductief met de kring gekoppeld is. Verder een metertje waarop je afleest hoeveel energie er in de kring op en neer springt. Varieer je nu de frequentie van de oscillator, dan zie je de meter terugslaan op de frequentie waar de onbekende kring energie onttrekt uit je oscillatorkring.

Het metertje zat vroeger op het rooster van de oscillatiebuis, vandaar de naam grid dip meter. Een soortgelijke meter met transistors heet eigenlijk gewoon een dipmeter. 

Gerard Tel
Kunstantenne Deze wordt tussen de meetzender en de antenne-ingang van de ontvanger gevoegd. Dit is voor het goede afregelen van de (ingangs-)kringen noodzakelijk. M.b.v. zo'n kunstantenne (meestal +-200 pF in serie met een weerstand van een paar honderd Ohm) "ziet" de ontvanger de impedantie van een echte antenne. Wolfgang Holtmann
Megger Een analoog meetinstrument voor het meten van zeer grote weerstanden. Een megger bevat een hoogspanningsbron en een gevoelige µA-meter. De meter meet in feite de kleine stroom, die onder invloed van de hoge spanning door de te meten weerstand gaat vloeien. Meggers worden gebruikt voor het meten van lekweerstanden, isolatieweerstanden, etc.
In de veel gevallen is een megger voorzien van een met de hand te bedienen dynamo, die de gemiddeld 500 V hoogspanning genereert die als meetspanning wordt gebruikt.

Meggers  (Megger was trouwens een merk) bevatten een kruisspoelmeter en geen µA meter.  Dankzij de kruisspoelmeter is de aangeduide weerstand onafhankelijk van de meetspanning, die op zich afhankelijk is van de snelheid waarmee men de zwengel bediend.

bron: Vego

 

 

Kris van Damme

Merkspijker Zo noemde Philips die bekende (nu vaak missende) merkschildjes.

Otto Tuil

Miller effect De capaciteit neemt toe naarmate het stuurrooster minder negatief wordt en dus doffer wordt. Dit is gedaan als ruisonderdrukking tussen de zenders in (mute). Kees van Dijke
Notchfilter Het notchfilter (of kerffilter) onderdrukt een bepaalde toon, bijvoorbeeld een storend station. VERON
NVHR Nederlandse Vereniging voor de Historie van de Radio De NVHR is een vereniging voor geďnteresseerden in de geschiedenis van de radio en draadloze telegrafie en voor verzamelaars van de historische objecten op dit gebied.  
RHT Radio Historisch Tijdschrift. Dit is het kwartaalblad van de NVHR.  
Scheidingstransformator Transformator met door zeer goede isolatie gescheiden primaire en secundaire wikkeling. Er is veelal sprake van een één-op-één trafo; de input is dan dus gelijk aan de output.  
TA Tonabnehmer, is de in de Duitsland gebruikte term voor PU (pick-up). Otto Tuil
Trimtransformator Deze dient voor het veilige meten (zonder de anodespanning van de eindbuis) van het uitgangsvermogen. De definitie van de ontvangstgevoeligheid bij AM-ontvangers: hoeveel HF-ingangsspanning (30% modulatie met 800 Hz) is noodzakelijk om een LF-uitgangsvermogen van 50 mW te verkrijgen. Daarbij moet de volume- een toonregeling op maximum(!) staan. Vroeger was het niet zo, dat zonder ingangssignaal en de volumeknop op maximum de speaker defect raakte. Wolfgang Holtmann
TSF Télégraphie sans fil. Dat was in het begin. Radio kwam later en toen heette het  radio-tsf of ook poste-tsf. Henk Roovers
UKW Ultra Kurz Welle, is de in de Duitsland gebruikte term voor FM. Otto Tuil
Verhuistransformator Is een voedingstrafo geschikt om b.v. een radio aan te sluiten op diverse netspanningen, zoals die vroeger voorkwamen. Zoals 245, 220, 125 en 110 Volt. Dit zijn over het algemeen ook autotransformatoren. Let dus op bij deze trafo's, want de aansluitingen voor de verschillende voltages zijn dan direct met het net verbonden.

Is sprake van een gescheiden primaire en secundaire wikkeling, dan ziet het schema er als volgt uit. In dit geval is er vanaf de secundaire zijde dus geen directe verbinding met het net.

Jan Verdijk

Terug naar de inhoudsopgave


(11-04-2010 )