Nederlands Forum over Oude Radio´s
Onafhankelijk medium voor liefhebbers en verzamelaars van oude radio´s en gerelateerde zaken


 

 

Zelfbouw


Overzicht

 

 

 

 


Nu er (overdag) relatief nog maar zo weinig zenders op de middengolf opereren, is er bij verzamelaars van oude radio's behoefte om zelf een klein zendertje te maken waarmee FM-signalen of muziek van CD's e.d. door middel van een AM middengolf signaal via een oude radio kunnen worden weergegeven. Daarvoor zijn verschillende schema's in omloop, waarbij het gaat om zeer zwakke zendertjes met slechts een gering bereik of die zelfs via een draad aan de antenne ingang van de radio moeten worden verbonden.

 

In de Radiobulletin van januari 1957 staat een schakeling om een platenspeler te gebruiken op radio's die geen PU-aansluiting hebben. Het is uiteraard een klein zendertje met de buizen ECL80 en EF86. 

Het ontwerp uit deze Radio Bulletin is hier als pdf-file te downloaden.

Hugo Sneyers

 

     

(scan: Hugo Sneyers)

Op de site van G. Heidl staat de UMK 1000. Dit is een klein AM middengolf zendertje. Klik dan op UMK. 

Hans Klunder, Steve 

(tekening: Otto Tuil)

Kijk eens bij "Service & Info" bij "Artikelen". M.b.t. de in het artikel genoemde spoel kan nog worden aangevuld dat je ook een spoel om een oude ferrietstaaf kunt wikkelen. 53 windingen. Op ca. 10 windingen van één van de zijden moet je dan de aftakking maken. Probeer het maar eens met die spoel. Als het bereik van de oscillator niet hoog genoeg is (kan 200 meter niet bereiken), dan moeten er een paar windingen van de spoel af. Kun je juist niet laag genoeg komen (kan 550 meter niet bereiken), dan heb je te weinig windingen. Met een beetje proberen moet je een heel eind kunnen komen. Je hoeft dan ook niet het hele circuit te bouwen, maar alleen de oscillator zelf (alles links van condensator C6, en de potmeter vervangen door een vaste weerstand van 10k). Als je tevreden bent over de oscillator, kun je de potmeter weer plaatsen en de rest van het circuit bouwen. Let er bij de bouw wel op dat je de spoel (of de hele print) goed afschermt, want anders zal de radio de ongemoduleerde oscillator ontvangen in plaats van het gemoduleerde uitgangsignaal.

(foto: Otto Tuil)

De dikte van de te gebruiken draad is niet zo kritisch. 0,5 mm kan, maar dunner is geen probleem. Wel kan het zijn dat je bij dunner draad een paar windingen minder nodig hebt. Je zou ook een gewone ferrietantenne uit een radio kunnen gebruiken, als die tenminste een aftakking heeft op ca. 20 %, maar ik ben bang dat die aftakking er niet is.

Otto Tuil

Bij het wikkelen van spoelen wordt gesproken over "microhenry". Microhenry is in principe hetzelfde als microfarad maar dan precies andersom. De weerstand van de spoel (Ohms) = 2 * pie * frequentie * henry. Of het coëfficiënt van zelfinductie v/d spoel (in henry) = weerstand (R) / (2*pie*frequentie). Reken er maar wat aan, kom je vanzelf wel achter hoe het werkt.

Aanvullend nog een stukje elektriciteitsleer:

Erwin

Schema middengolfzender voor zelfbouw.

(scan: Lammert Bonenberg, klik op plaatje voor schema als pdf-file)

Nog een schema voor de bouw van een klein middengolfzendertje is hierboven weergegeven. Het werkt fantastisch wanneer je daar een lijnsignaal (bv. uit een FM-tuner of CD-speler) op aan sluit. Het zendertje geef een klein signaal af en is alleen rond of in huis te ontvangen, zonder dat je daar anderen mee stoort. De frequentie is in te stellen tussen de 400 en 600 meter (± 510-750 kHz). De schakeling trekt hooguit 20 mA.

Lammert Bonenberg

Op de site van Thomas Dobbelaere staat ook een beschrijving voor de bouw van een eenvoudig AM-zendertje. Ik heb hem zelf ook gemaakt, het dingetje is vooral handig als je door het hele huis prachtige radio's hebt staan. Maak hem met een BD139 npn tor en je hebt door het hele huis een prima ontvangst. Als het niet door het hele huis hoorbaar hoeft te zijn kan je hem ook maken met een BC547 oid. Hij moet dan wel dicht bij de radio staan. Het schema staat hier.

(foto: Jan Verdijk)

Het betreffende zendertje kan er zo uit komen te zien. Houd er echter rekening mee dat je er geen al te lange antenne aan hangt, want het heeft nogal wat last van harmonischen (o.a. op de korte golf).

Laurens Visser, Jan Verdijk.

Wat zijn de ervaringen ervaringen met zo´n ding zijn. Komt het audiosignaal redelijk storingsvrij door? Hoeveel last heb je van ongewenste spiegelfrequenties? Wat is de bandbreedte van het uitgezonden signaal van deze bug?

(afb.: Erwin)

Zojuist dat ding even in een kwartiertje gebouwd. Het werkt, maar daar is alles mee gezegd. "Vies signaal". Ik ontvang rond de 700kHz en 1400kHz het signaal vrijwel even hard, en op de kortegolf ontvang ik tot ongeveer 12MHz ook nog regelmatig rommel van de zender. Leuk om eens uit te proberen, maar niet voor lang gebruik.

Matthias Meijer

De zender variëert ook sterk in frequentie bij het variëren van de modulatie. Dat is juist het probleem. Die FM zorgt er voor dat het signaal over de hele band smeert.  Op de site "Introduction to Naval Weapons Engineering" staan de spectra van van het signaal bij FM en AM: draagolf is 65 Hz gemoduleerd met signaal van 5 Hz.

Otto Tuil

Audio signaal zal storingsvrij zijn. Storingen is o.a afhankelijk van naburige zenders e.d.. Zenders hebben helemaal geen last van spiegelfrequenties, hooguit harmonischen. Vooral harmonischen zijn de storing veroorzakers van eenvoudige zenders. Spiegelfrequenties hebben alleen maar betrekking op (super heterodyne) ontvangers.

Bandbreedte is hoofdzakelijk afhankelijk van de ontvanger. Aan de zenderzijde zul je de bandbreedte moeten beperken tot 4500 Hz met een steil filter wil je andere zenders niet in de weg zitten met overspetteren en zo. Gebruik je dit filter niet, dan kan je met een AM ontvanger met een zeer grote bandbreedte wel 15 KHz uit toveren en lijkt het geluid van FM (UKG) ontvanger.

Toch heb ik altijd mijn bedenkingen bij zendertjes, met name bij die simpele zenders. Vaak zijn de eerder een bron van ellende. Ik zou eerder bij radio amateurs te rade gaan, want die hebben in deze materie zeer veel ervaring en de nodige HF elektronica kennis in huis.

Kees van Dijke

Ik heb hem ook eens gemaakt, het signaal is echt heel "vies". Je hoort je eigen signaaltje overal van de zendfrequentie tot ver op de KG om de zoveel kHz. Het e.e.a. is ook afhankelijk van de opbouw en de spoel en de gebruikte onderdelen. Mijn eerste twee sloegen niet aan. Mijn eerste werkende had als je de radio goed afstemt een stille plek in het midden. De tweede die ik bouwde deed het beter en had op de BX680A een klank vergelijkbaar met FM. De bandbreedte bepaal je zelf: de bandbreedte is twee keer het hoogste audiofrequente signaal. Voorbeeld: begrens je de audio op 4,5khz, dan is je RF signaal ca. 9khz breed. Met stereotool (http://www.hansvanzutphen.com/stereo_tool/) kun je dat begrenzen en omvormen naar mono. Ook kun je de faseverschillen verbeteren. Eventueel kun je ook wat compressie toepassen. Voor de beste klank kun je er beter helemaal niets aan doen, behalve het zaakje op "very soft compression" zetten.

Laurens

 

Het Philips GM2884 meetzendertje dat normaal te moduleren is met een 400Hz toon. Hiertoe is een ECH21 ingebouwd, waarvan de H als modulator werkt en de C als 400Hz oscillator. Ik heb het rooster van die triode met een (afgeschermde) draad extern gemaakt
om er een signaal op aan te kunnen sluiten. Het bleek echter dat de uitgangsspanning van een MP3 speler of laptop veel te laag is: op de scoop kon ik maar amper zien dat de draaggolf gemoduleerd was! Vervolgens ben ik in mijn uitgangstrafo-bak gedoken en heb de hoogohmige kant (normaal primair) aan de meetzender gemaakt en de laagohmige kant (normaal secundaire) krijgt het signaal van de MP3 speler. Door deze simpele operatie ben ik, voor het opnemen van geluidsfragmenten op mijn oude radio's, niet meer afhankelijk van wat er aan historisch materiaal wordt uitgezonden.
Op mijn Philips 208U klinkt dat zo: bevrijding

en op de BX321 uit 1953 klinkt dat zo: watersnood 

Niet helemaal historisch verantwoord, hoewel, in Rusland gebeurde alles
drie jaar later en op de Etud  klonk dit bekende geluid dan zo: maanlanding

Volgende stap is nog om de transformator er in te bouwen, maar de ruimte in de meetzender is erg beperkt. 

Gerard Tel


Een site over zelfbouw van antennes is onder andere Dave's Homemade Radio's.

Ed van der Weele

Zie Antennes.

Zie Antennes.


Philips LX527AB: de batterijhouder ontbrak en die heb ik geheel na kunnen bouwen. Zo'n batterijhouder kom je nooit tegen, ja, met een radio er aan vast wellicht, dus besloot ik met wat huisvlijt het ding maar zelf te gaan bouwen.

 

 

(foto's: Hans van Kampen)


De bovenste is de originele en de onderste heb ik dus nagebouwd, het originele plaatje is van hardboard en deze op de foto van triplex maar uiteindelijk heb ik hem ook gemaakt van hardboard. De metalen strippen van een los origineel geheel nagemaakt (heel karwei) als ook de transparante kunststoffen dopjes waarin de pluspolen van de batterijen gefixeerd zitten, dit was alleen maar freeswerk uit plexiglas. Alles mooi bevestigd met holnietjes ofwel felsbusjes.

Hans van Kampen


(scan: Thierry Magis)

Zie hierboven voor een schema. Deze opstelling is gebruikt in de Philips EL6435 versterker. De "+3" is de voeding. De 47 Ohm weerstand is verbonden met de terugkoppelspoel. Je kunt deze verbinden met de secundaire zijde van de uitgangstrafo, i.c. de 4 Ohm uitgang. Alles wat je moet doen is de waarde van deze transistor aanpassen. Bij maximale uitgang moet de EM84 "gesloten" zijn. Mogelijk moet je een verdeler bouwen met twee andere weerstanden, wanneer je een uitgang met hoge impedantie gebruikt. Verbind dit niet direct met de uitgangsbuis.

Op het schema is R64 82 kOhm, 0,5 Watt.

Thierry Magis


Steeds duiken er vragen op van beginners die zelf een buizenversterker willen gaan bouwen. Het lijkt vrij eenvoudig, maar dat is het in de praktijk niet.

Zo ben ik pas eens wat met het LF-gedeelte van een overtollig buizenradio'tje aan het experimenteren gegaan. Van deze radio heb ik pas een tweede exemplaar aangeschaft, om van de twee één goede en complete te maken. Het overschot is ideaal voor experimenten. Mijn exemplaar is een eenvoudige Aristona SA4311A, technisch gelijk aan de Philips 22RB382. Het is een kwalitatief niet zo goed toestel, maar daarom een leuke uitdaging om te proberen het geluid wat te verbeteren met wat wijzigen van componenten en daarbij aangesloten een kwalitatief goede luidsprekerbox. De site van Kees van Dijke is een enorme bron van inspiratie. Er staan genoeg dingen op om uit te proberen (inclusief loudness-schakelingen en dergelijke).

Ik heb in korte tijd al gemerkt dat er niet zoveel ruimte in een ontwerp zit, bijvoorbeeld het uitgangsvermogen wat verhogen zodat minder snel vervorming optreedt is al bijna niet mogelijk omdat je aan de uitgangstrafo vastzit (tenzij je die ook gaat vervangen). Door dit soort experimenten is véél in de praktijk te leren en het grote voordeel is dat het weinig of niets hoeft te kosten. Na een tijdje trial en error kun je dan alsnog beslissen of je het nog steeds aandurft zelf een buizenversterker te gaan bouwen. 

Laat het duidelijk zijn, dit bericht is niet bedoeld om te ontmoedigen, maar juist om geïnteresseerden ertoe aan te zetten eerst eens wat te experimenteren met bestaand materiaal (maar dan uiteraard wél met toestellen die qua uiterlijk toch niet meer op te knappen zijn. Alleen een chassis dat nog werkt (met een schema erbij uiteraard) is al voldoende als start. 

Henk van den Broek

Ter voorkoming van problemen met de eindtrafo, zoals hierboven gemeld, zou je ook kunnen experimenteren met een trafoloze eindtrap, net zoals in de buizen tv's, met een 800 Ohm uitgang. Probleem is wel dat je gebonden blijft aan de steeds schaarser wordende goede 800 Ohm luidsprekers (veel nog bestaande hoogohmige speakers hebben een niet meer zo stevige conus) en even een willekeurig moderner boxje aansluiten kan dus niet zondermeer.

Ondertussen heb ik al grafieken gemaakt van zowel 800 Ohm versterkers alsook kleine versterkers met uitgangstrafo's. De resultaten zijn niet zo leuk voor de Hi-End freaks, wel voor diegenen die graag buizenversterkers bouwen en er ook naar luisteren.

De 800 Ohm versterkers hebben nogal een tamelijk hoge inwendige weerstand. Tezamen met het impedatieverloop van een breedbandluidspreker, klinkt de combinatie ook nog heel leuk, op het gehoor zelfs nog beter dan een breedbandluidspreker op een transistor versterker.

Het is dus niet zo dat het volle vermogen naar de luidspreker gaat, maar dat ruim de helft door de versterker zelf opgeslokt wordt omdat de uitgangsweerstand vaak ongeveer hetzelfde is als die van de luidspreker. 

Wellicht om mee te experimenteren is i.p.v. 2x EL86, ook 2x EL504 of 2x PL519. Wel even de gloeidraad/kathode isolatie in de gaten houden.

Kees van Dijke, Henk van den Broek, Pieter de Korte


Ik heb mijn versterker van gaten voorzien op de volgende methode(alu 2mm):

Eerst gat boren 10 mm. Alles afplakken met doorzichtig plakband tegen beschadiging en het dempt (oorkleppen op). Dan met decoupeerzaag met een metaalzaagje alles uitzagen. Gaat perfect. Daarna netjes schuren en/of vijlen.

Koop een goedkope kolomboormachine, want anders krijg je nooit mooie gaten. (Regelmatig in de aanbieding bij de doe-het-zelf-zaken). Ik heb een gatenzaag voor hout gebruikt met twee scherpe pootjes. Laag toerental en heel veel smeren en heel rustig aan doen. Ging goed en zag er prima uit. Beter zijn gaten zagen voor metaal, maar die zijn duur. Nog beter: een pons... dan klem je het martiaal eruit. Maar die zijn nog duurder.

Jonatan H.

Voor het maken van grote gaten is het aangewezen toestel de knabbelschaar. Je heb ze handbediend en elektrisch. Je boort een gaatje van een mm of tien. Vervolgens gaat de knabbelschaar door het gat en knipt dan met kleine hapjes de gewenste vorm. Even Googlen op knabbelschaar en er gaat een wereld voor je open.

Henk Roovers

Er bestaan ook ponsen in verschillende maten. Die worden gebruikt om b.v. signaal / controlelampen in een deur van een stalen kast te maken. Er werd in het centerpunt een gat van b.v. 8 mm geboord, dan ging er een mes aan de onderkant en een mes aan de bovenkant die in elkaar pasten. Dan een bout er door en draaien maar. We gebruikten ze voor stalen kasten, dus aluminium zal heel goed gaan.

Hessel de Greeuw

Zo'n metaal-gatenpons kost gemiddeld rond de € 30/40 per (kleine: 2,5 tot 4cm. diam.)pons(-maat). Wel erg handig als je vaker mooie grote gaten moet maken. In de standaard-maten-reeksen te koop(alleen) bij de professionele gereedschappen winkel. Vrij van nabewerking is deze methode ook, afhankelijk van welk metaal en welk type pons, meestal niet. Er zijn er die één gat er in twee, of in vier delen uitponsen. Voorboren is noodzakelijk, en moet heel erg nauwkeurig gebeuren wil je geen grote afwijkingen t.o.v. je geplande plaats voor het gat. Bijvoorbeeld 1 mm fout voorboren wordt al snel 2 of 3 mm afwijking na het ponsen. Even figuurzagen is even leuk werk en kost in euro's het minste denk ik

Ben Dijkman

Bij het gebruik van een decoupeerzaag, het gat 1 mm te klein aftekenen; decoupeerzaag met geschikt zaagje er door heen; gat daarna mooi rond vijlen (vandaar die 1 mm extra). Verder opletten dat je bij het zagen even viltjes op de geleider van de zaag plakt, dit i.v.m. krassen. Om dit te vermijden kun je ook aan de achterkant zagen. Met een decoupeerzaag wel oppassen dat je het aluminium bij blokkeren niet kromtrekt.

Otto Tuil, Harry Huysentruyt

Ik gebruik de figuurzaagmethode. Ik heb ooit zo een mengpaneel met 12 schuifpotmeters gemaakt. Er bestaan ronde zaagjes (voor hout) en heel dunne, platte voor metaal met fijne vertanding en hout met grove vertanding. Als je aftekent gebruik je best iets dat niet op alcoholbasis gemaakt is ivm. de smering met spiritus. Voor de afwerking heb je een paar goede, zoete vijlen nodig.

Onderstaand fotootje is een (mislukte) frontplaat. Het vierkant gat onderaan is wel ok. Het bovenste onafgewerkte deel geeft een idee van het zaagresultaat. Merk op dat de fijne zaagjes weinig materiaal moeten wegnemen, waardoor het zagen betrekkelijk snel gaat.


Deze foto toont de tweede poging.

dit is een draagbaar zend/ontvangststation voor de 23cm band

(foto's: Harry Huysentruyt)

Harry Huysentruyt

 

Wat ik een onmisbaar hulpmiddel vind voor het maken van (ronde) gaten is een getrapte boor waarmee je trapsgewijs gaten van 4 tot 20 mm kunt maken in stappen van 2 mm (ze zijn er ook nog groter). Kost wel zo'n € 30, maar gaat heel lang mee (en vervangt 9 boren). Het is wel aan te raden om b.v. een papieren etiket over de boorplaats te plakken, om te voorkomen dat de uitgeboorde metaalkrullen krassen veroorzaken. (Heb uit ervaring geleerd dat papieren etiketten beter werken als plakband; dat gaat toch eerder kapot).

Peter

 

 


Schema's en aanwijzingen voor het zelf bouwen van een hoogspanningsvoeding kun je o.a. vinden op de site site van Karel de Reus. Onderstaand een voorbeeld van een zelfgebouwde versterker.

(foto: Onno M.)

Onno M.,Pieter de Korte


Op de site van Rob Hooft staat een compleet overzicht van UN ontwerpen an de Muiderkring en alle andere Radio Bulletin ontwerpen, met daarbij vermeld waar ze te vinden zijn en welke componenten (zoals buizen, spoelen e.d.) er in horen. Met behulp van de toetscombinatie "Ctrl + F" kun je naar het betreffende ontwerp zoeken.

Rob Hooft

Zal ook wel in de Radio Bulletin hebben gestaan, maar dit schema komt uit "Jongens Radio 4". Zie hier 
http://home.hccnet.nl/piet.blaas/un-9.htm een bouwvoorbeeld.

Piet Blaas

De UN-10 is een radiootje uit de vermaarde "Jongens Radio"-reeks van de Muiderkring. Uiteraard opgebouwd met allerlei Amroh onderdelen. Het leek mij leuk dit schema ook eens in het echt te bouwen. Met de Uniframe chassisdelen, zoals die in het "Jongens Radio" deel 4 wordt beschreven. Die Uniframe chassisdelen kon ik op de beurs in Doorn kopen en een aantal 402-spoelen werden iets daarvoor op het prikbord van dit Forum aangeboden. Ik kocht er twee om er mee te kunnen experimenteren. De opbouw verliep voorspoedig. Voor een uitgebreider verslagje kun je op mijn website kijken: http://home.hccnet.nl/piet.blaas/un-10.htm

Voor wie het schema niet bij de hand heeft:

Er is sprake van roosterstroom-detectie bij de DAF91. De DAF91 krijgt een kleine positieve roosterspanning en dat is niet zoals we gewend zijn. In elk geval werkt het wel.

UN-10 uit de "Jongens Radio"-reeks van de Muiderkring

(scan en foto: Piet Blaas)

De luidspreker was nog even een probleem, want ik had geen passende luidspreker. Totdat ik de luidspreker van een sloopradio (een BX500A) aansloot. Die past goed bij het geheel en uiteindelijk komt er toch best een flink geluid uit. Veel meer dan ik had verwacht.
Als voeding gebruik ik een klein 60 Volt trafo'tje. De wisselspanning wordt door een Siemens gelijkrichtertje gelijkgericht en afgevlakt door een dubbele elco van 50 µF met een weerstand van 2.200 Ohm er over. De gloeidraden worden opgewarmd door een dikke 1,5 Volt batterij.

Piet Blaas

 

 

Het artikel over de Nucleon staat (onder andere) in het Muiderkring boekje "Jongens Radio", 12de druk 1961. Meer over Amroh en de Muiderkring vind je op de website van Rob Hooft.

(scans: Ed van der Weele)

 

 

 

 

(scans: Evert de Keijzer)

De UN58 is een tweekrings rechtuit ontvanger. Zie foto hieronder. Een beschrijving vind je op:
http://www.glowbug.nl/projects/UM58.html
 

Onno Massar (ook foto)

 


Het kan behoorlijk wat verschil uitmaken hoe je de voedingen opstelt. Het beste is sowieso dat de blikpakketten van de voedingstrafo haaks op die van de uitgangstrafo staan. Maar ook dan kan er behoorlijk wat magnetische koppeling overblijven. Wat ik doe is:

Otto Tuil


Zo'n antenne bouwen is echt peanuts en de werking verbluffend.

(foto: Gerard Tel)

Zie voor een bouwinstructie op de site Gerard's Radio Corner. Een raamantenne geeft je net genoeg signaal om als kristalontvanger te werken, zie daarvoor ook op de site Gerard's Radio Corner

Het is misschien nog nuttig om te weten dat het signaal van zo'n raamantenne het niet haalt bij een langdraad qua sterkte. Een draad van 20 meter, over de tuin gespannen, brengt de zenders echt een stuk sterker binnen. Maar het mooie van de raamantenne is de selectiviteit:

  1. Door de afstemming heb je een extra kring, waardoor je mogelijk net een zender op een naburig kanaal kunt onderdrukken.
  2. Door de richtinggevoeligheid kun je stoorsignalen wegdraaien.
  3. Een raamantenne is alleen gevoelig voor de magnetische component van het radiosignaal en pikt daarom vrijwel geen elektrische storingen op.

Gerard Tel

Een raamantenne zelf maken is het leukst. Er staat op diverse sites informatie over, maar dat is al wel het werk van een gevorderde, waardoor de eigenlijke basis van de raamantenne in al zijn uitstekend werkende simpelheid, al weer wat ingewikkeld lijkt. Het is dus zeker nog veel simpeler te doen:

  1. Maak een kruisvorm van het liefst ongeveer 1 meter hoog (en of) breed.
  2. Zorg dat je daar ongeveer 26 tot 28 meter (kan niet bommen wat voor) draad op kwijtraakt
    met een spatie tussen de draden van minimaal 1,5 cm (liefst iets meer).
  3. De twee uiteinden van de antenne zet je (parallel of in serie tussen een (enkelvoudige of meervoudige) draaibare C uit een oude sloopradio.
  4. Door de draaibare C er telkens op een andere manier tussen één of beide draden te schakelen, zul je optimale resultaten voor elk gebied op de MG en daarbuiten weten te behalen.

Gewoon eens gaan doen en niet letten op "het mooie". Je zult versteld staan hoe simpel zo'n geval te maken is en af te regelen is. Het werkt namelijk altijd. Als je later de fijne kneepjes door hebt, dan maak je voor jezelf een een echte mooie. Het kost drie keer niks en is heel erg leerzaam, zeker ook om te zien dat met drie keer niks een werkelijk zeer zeer goede antenne te maken is. Ik gebruik zo'n ding al jaren en het werkt inderdaad uitmuntend.

Ben Dijkman

Hoe maak je een eenvoudige raam antenne die ook nog geen plaats inneemt. Ik heb het volgende gedaan met een stuk flatband kabel (gebruikt in de computertechniek; 16 draadjes naast elkaar) van 2 meter. Het einde afgestript en een draadje verschoven en aan elkaar gesoldeerd. Dus het einde van draadje 1 aan het begin van draadje 2, het einde van draadje 2 aan het begin van draadje 3, het einde van draadje 3 aan het begin van draadje 4 enz... Daarna achter een foto/poster lijst geplakt met aan een eind van de flatband kabel een draad met banaanstekker verbonden. Deze manier geeft bij een 16 aderige flatband kabel een 32 meter lange draad. Opgehangen tegen de muur speelt een Philips 2511 zeer goed. Natuurlijk kan men de antenne ook tegen een 90 graden muur ophangen, zodat alle richting worden bestreken. Voordelen: makkelijk te maken, goedkoop ( € 6) en men ziet er niets van in de kamer. Enige nadeel men kan niet peilen door dat hij niet van hoek te veranderen is. Dus een antenne tegen weinig geld in de kamer

D.Bergsma,  Roland Huisman

Ik heb momenteel een stalen veer in gebruik (115 windingen bij lengte per winding 16 cm; diameter is circa 5 cm) die als schrikdraadafrastering wordt toegepast bij poorten en hekken (verkrijgbaar bij boerenbondwinkels). Deze veer is in ontspannen toestand circa 30 cm lang. Uitgerekt gaat hij tot circa 5 meter lengte. Maar elektrische lengte is circa 18 m. Het werkt prima als binnenantenne. Voorzover het iets uitmaakt kan op elke winding van de veer met een krokodillenbek de antenne worden aangesloten.

Sander Leunissen 

Verdere informatie over (de bouw) van raamantennes kun je vinden op de volgende sites:

Walter, Freddy Vercruyce, Hans Klunder


Een site over zelfbouw van radio's is onder andere Dave's Homemade Radio's. En ga eens naar de website van MDA Elektronica. Daar kun je van alles bestellen en heel leuke bouwdoosjes.

Hugo Sneyers , Patrick Meersman, Herman Wolters

Rechts een voorbeeld van een eenvoudig zelf te bouwen ontvangertje. Zie voor nadere informatie op de site  http://pascal.nedlinux.nl/ onder "Zelfbouw" en "Spijker-reflex".

Je zult de maker wel moeten contacteren voor het schema, want dat staat er niet bij.

Harry Huysentruyt

Een ontwerp voor een kristalontvanger is te vinden op http://www.kristalradio.nl/ . En voor het bouwen van simpele FM-ontvangers kun je terecht op Simpler radios for FM reception en Build A One Transistor FM Radio . En kijk ook eens op de site van http://www.circuitsonline.net/ . Een bouwdoosje voor een goed werkende kristalontvanger vind je bij G.Kiss@quicknet.nl

J. van Schaik, Toine Segers, Anton Tan, John Hupse


(ontwerp en scan: Evert de Keijzer)

Hier een schema voor een signaalsterkte meter. Deze is ook voor diverse toepassingen te gebruiken. De beide dioden bij de meter  zitten er ter bescherming van de draaispoel. Ze kosten bijna niks en voor het geval dat... Deze schakeling is erg stabiel. De gebruikte trafo 9/220V mag een hele kleine zijn 10ma is genoeg. De trafo is nodig omdat de spanning zoals vermeld zwevend moet zijn.
Dus geen spanning van het toestel gebruiken. De trafo gebruik je om van 6,3v uit je toestel geïsoleerde hoogspanning te krijgen.

Evert de Keijzer


Voor spoelen met dunne draad, tot 0,5 mm, gebruikt ik PVC lijm van Pattex. Deze lijm dient eigenlijk om PVC afvoerbuizen aan elkaar te lijmen, maar omdat hij de laklaag niet aantast en doorzichtig is kun je de spoel mooi afwerken.

Voor dikkere draad, vanaf 0,6 mm dus, gebruik ik montagekit. Deze is na uitharden letterlijk hard en stevig. De PVC lijm brokkelt namelijk gemakkelijk af als er wat kracht wordt op uitgeoefend met deze draaddiktes. Die montagekit kom je ook wel eens tegen in oude transistorradiootjes om het luidsprekertje en/of draden vast te kitten.

 

(foto's: Patrick Meersman)

Spoel links: 3 lagen gewikkeld op een stuk bezemsteel met 0,8 mm - 567 µH - voor een of andere ontvanger die ik ooit maakte. 

 

Zoals op de plaatjes te zien is, is de afwerking niet zo mooi met de kit. Het kan natuurlijk ook wel zijn dat ik er niet zo handig mee ben. 

Patrick Meersman

Ik moet een spoeltje wikkelen met 0,35 mm gelakt koperdraad. Is dat van een trafo te halen of kun je het ergens kopen?

Het kan allebei, een trafo slopen of kopen. In principe kun je wikkeldraad in elke elektronicawinkel kopen waar ook componenten verkocht worden. In België verkoopt Velleman wikkeldraad, misschien verkoopt Conrad ze ook. In de winkel heet vaak emaille(koper)draad

Jeroen Visser,  Patrick Meersman


Sommige radio's, die eigenlijk voor de vuilcontainer bestemd zijn, bouw ik wel eens geheel opnieuw op. Het zijn dus radio's waarvan letterlijk alle condensatoren defect zijn, weerstanden sterk verlopen zijn, buisvoeten geheel verkoold en/of gebarsten, uitgangstrafo defect, luidspreker niet origineel, maar waar het HF deel en de MF bussen nog van intact zijn.

De voeding bouw ik spartaans op met diodes, vermogensweersatnden en elco's. Het Midden Frequent en detectiedeel bouw ik op volgens de data die je in "de Muiderkring Electronic Tube Handbook" vindt. Eindresultaat is dat de ontvangst weer zeer goed is. Als luidspreker gebruik ik een 800 Ohm type, zoals de Philips AD 3700 AM en bouw een versterker volgens onderstaand schema en het resultaat is beter dan een versterker met uitgangstrafo. Zie onderstaand schema.

(schema: Kees van Dijke)

Echter als ik de spanningen ga meten van de EL84, dan kom ik op pin 9 (schermrooster) 257 Volt terwijl op pin 7 (anode) slechts 140 Volt is. De geluidskwaliteit is voortreffelijk en de vervorming is nog minder dan 1%. 

Een variant van een 800 Ohm versterker die ik nog beter vindt klinken is deze:

(schema: Kees van Dijke)

Nu heb ik vaak uit literatuur vernomen dat de schermrooster spanning nooit boven de anodespanning mag uitkomen. Je leest dit ook wel eens op sites waar versterkers ontworpen worden. Kijk je naar de fabrieksontwerpen, zoals die van Philips TV's en Philips Radio's met 800 Ohm luidsprekers, dan wordt constant tegen deze regel (Ug2 <= Ua) gezondigd. 

Kees van Dijke

De EL84 uit het eerste voorbeeld is een zeer uitvoerig gespecificeerde buis, toch staat er nergens in de specs dat de schermrooster spanning niet hoger mag zijn dan de plaatspanning. Hiermee is de vraag eigenlijk al beantwoord.

Bij het dimensioneren van de eindtrap moet je er voor zorgen dat de maximale belasting van het schermrooster niet wordt overschreden, deze is 2 Watt continue en 4 Watt piek. Daarom wordt in de betere schakelingen het schermrooster ingesteld op de anodespanning, niet hoger. Hiervoor is echter een extra smoorspoel nodig, die natuurlijk geld kost. In de meer populaire schakelingen (radio's, tv's) wordt het schermrooster via een weerstandje verbonden met de voedingsspanning, waardoor het schermrooster ruim 2x zo zwaar wordt belast en het maximaal te leveren vermogen beperkt wordt. Maar meer vermogen is in deze apparatuur toch al niet wenselijk in verband met de beperkingen van de luidspreker (maximaal 6 Watt voor de AD3700AM).
Het antwoord is dus: Ug2 mag groter zijn dan Ua als er concessies worden gedaan m.b.t. het maximale uitgangsvermogen. 

John Hupse

Wat het uitgangsvermogen betreft: deze is over het gehele frequentiebereik constant, terwijl bij versterkers met uitgangstrafo's het uitgangsvermogen meestal de helft is bij 55 Hz, ofwel zo'n 1,5 Watt.

Wat de AD 3700 AM betreft: af en toe knalt de spoelkoker tegen de magneet aan, vooral als de radio met moderne muziek hard staat te spelen. Als maximale uitslag wordt X-max aangehouden, maar in dit geval is het nog een stapje verder en zit ik in het X-damage bereik. De resonantie frequentie van de huidige AD 3700 AM ligt op 65 Hz en dat vind ik voor de basweergave een mooie waarde. Misschien moet ik kleine koppelcondensators gaan gebruiken en tezamen met de lekweerstanden het -3 dB punt op 45 Hz leggen (4700pF, 680K lekweerstand, ca 100K inwendige weerstand voortrap + serieweerstand 47K).

Kees van Dijke

Het opgegeven vermogen voor een AD3700AM niet meer is dan 3 Watt, een push-pull versterker met EL84 op 320 Volt is dan toch wel wat aan de zware kant. De resonantie van een licht gebruikte AD3700AM ligt rond de 90 Hz, die van jou is dus "well done" zoals de Engelsen zeggen. Je zou de conusrand wat kunnen verstevigen, dan wordt de vervorming van de bassen minder en slaat de conus niet zo hard tegen z'n lurven.

John Hupse

Vaak als de luidsprekers al lang ingespeeld zijn, dan zakt de resonantie frequentie inderdaad. Wat eerst gebeurt is dat de lage tonen wat mooier en dieper gaan klinken. Als de resonantie frequentie nog verder zakt, dan nemen de lage tonen weer af, klinkt het geluid dun en neemt de vervorming drastisch toe. Ik zoek bij het herstellen van de luidsprekers een gulden middenweg, en wel dat ik de resonantie frequentie van de AD 3700 AM wil terugbrengen van 65 Hz naar zo'n 72-75 Hz.

Kees van Dijke

Niet duidelijk is bij welk schema de AD3700AM aanloopt. Bij schema 1 is een scheidingselco aanwezig en loopt er geen gelijkstroom door de luidspreker. Bij schema 2 is geen elco aanwezig en wordt de luidsprekerconus door de schermroosterstroom van enkele milliampères naar binnen of naar buiten wordt getrokken. Uitsturing van de versterking vergroot de schermroosterstroom en vergroot dus dit effect. Oplossingen: Schema 1 gebruiken of bij schema 2 de luidspreker ompolen en/of de uitsturing beperken. Dit laatste doet Philips in zijn TV's door bij groot volume de basweergave te beperken.

Jan Bus

De schermroosterstroom is 1 mA en is verwaarloosbaar klein. Als je de luidspreker tijdelijk kortsluit, zie je geen verschil in verplaatsing van de conus. Ompolen helpt dus ook niet. Het voordeel van schema 2 vind ik dat de schakeling relatief laagohmig is. De elco is toch wel aanwezig, en wel 22 µF 350 Volt, want de luidspreker wordt hoofdzakelijk vanuit de kathode van de UL41 aangestuurd en vindt er een beetje schermrooster mee-koppeling plaats. Wat bij mij gebeurt is dat rond de resonantie frequentie van de luidspreker het uitgangsvermogen quasi twee keer zo groot wordt waardoor de conusuitslag veel groter wordt. Verder heeft de luidspreker wat van zijn stijfheid verloren zoals hierboven al aangegeven.

Kees van Dijke


In het verleden (vanaf 1976) bouwde ik zelf buizenversterkers. In die tijd was ik al voorzien van zeer goede grote luidspreker systemen met Philips luidsprekers en filters. Elke versterker die ik bouwde, of deze nou 3 Watt of 50 Watt is, evenals transistor versterkers, leefde op die luidspreker systemen helemaal op, vanwege het hoge rendement en het uitgebreide frequentiebereik. De eindversterkerbuizen waren meestal EL84, EL34 en 6L6, meestal in balans schakeling en ultralineair. In het begin werkte ik nooit met tegenkoppeling, en de grootste invloed hadden toch de voorversterkerbuizen.

De ECC83 viel al meteen af vanwege het doffe klankkarakter. Hetzelfde geldt ook voor de ECC808, maar deze is wel prima geschikt als voorversterker voor microfoon en gitaar. De ECC808 werkt net zo goed als de ECC83, maar heeft wat minder brom en minder ruis. Een EF86 als microfoon versterker doet het ook prima in penthode schakeling, maar voor mijn pick-up met MD element gebruikte ik een kant en klare, nogal ruisende Grundig transistor voorversterker.

Later ben ik op de ECC81 overgegaan. De versterking is ietsje minder, maar de klankweergave is mooi helder en natuurlijk. De ECC82 doet het net zo goed, maar heeft minder versterking. Uiteindelijk zijn de ECC81 en ECC82 mijn favoriete voorversterkerbuizen. Later paste ik wat spanningtegenkoppeling toe en dat geeft toch wel de beste resultaten. Binnenkort ga ik alles dunnetje overdoen en de zaken eens meten en kijken of mijn vermoedens van destijds bevestigd worden.

Wat de eindbuizen betreft ben ik bij de EL34 blijven hangen, en wel die van Philips en Tungsram. Ik ben wel aan het overwegen om KT88 buizen aan te schaffen, omdat ik toch minimaal 50 Watt per kanaal wil hebben om mijn moderne luidsprekerboxen mooi aan te kunnen sturen.

Verder zijn er triode eindtrappen en pentode eindtrappen, elk met hun specifieke voor- en nadelen. Ik gebruik van beide soorten hun voordelen en kom op pentode eindtrappen uit in ultra lineaire opstelling, ofwel een uitgangstrafo met schermrooster tegenkoppeling.

Aan de uitgangstrafo stel ik bijzondere hoge kwaliteitseisen. De uitgangstrafo's in oude radio's zijn totaal ongeschikt voor serieuze buizenversterkers.

De voeding bouw ik het liefst met halfgeleiders omdat je met grote afvlakelko's kunt werken. Dit is niet direct mogelijk met gelijkrichtbuizen. De brom is minimaal en de voeding is ook nog erg goedkoop.

Kees van Dijke

Ik heb als hobby het ontwerpen en bouwen van audio versterkers. Zowel met buis als halfgeleiders. Hieronder voorbeelden van wat ik zoal heb gemaakt. Ik heb een hekel aan standaard kasten of zo'n gammel vierkant houten bakkie met een plaat koper er boven in. Mensen verklaren me voor gek dat ik een mig lasapparaat in mijn flat heb staan, maar het voordeel is dat je de kasten dan wel mooi kunt laten verchromen. Een lust voor het oog en niet eens zo duur om te laten doen.

(foto: Roland Huisman)

Hierboven een stereo versterker met 4x EL34 en 2x ECC83 (glanzend verchroomd).


(foto: Roland Huisman)

En een monoblok met 2x 6550, 3x ECC81, 1x ECC83 (mat verchroomd); ik moet er nog een kap overheen maken en een bodemplaat op zetten.

Nog een kleine opmerking over buizen versterkers. Als ze niet of nauwelijks tegengekoppeld zijn dan gaat de inwendige weerstand van de versterker enorme parten spelen. Bovendien krijg je ook problemen op de impedantie-piek van de speaker. De versterker gaat daarop ineens veel meer vermogen leveren. Het is daarom zeer belangrijk dat deze impedantie-piek gecompenseerd word met een RLC zuigkring. Als je dit niet doet kan het zelfs als een middengolf radio gaan klinken.

Als eindbuizen heb ik eigenlijk al van alles gehad. ECL82, EL84, EL34, 6550 enz. Ik moet zeggen dat sinds ik de 6550's van Svetlana heb dat ik niet terug wil naar de EL34 of zo. De 6550 klinkt voller en heeft meer body en kracht dan de EL34 (de kleinere buizen zijn helemaal geen vergelijk natuurlijk). De eindtrappen heb ik het liefste Ultralineair. Twee keer pentode dus.

Verder vind ik de kleine ECC-tjes wel aardig maar er zit heel veel verschil tussen de merken onderling. National buizen zal ik bijvoorbeeld nooit weer kopen omdat de triode helften van dezelfde nieuwe buis soms meer dan 30% van elkaar verschillen in steilheid.

Ik moet zeggen dat ik het ook niet zo op die hetstempelde buizen heb zoals de 6N1P van Svetlana. Ze gaven ze eerst op als vervanger voor de ECC88. Nou probeer het maar niet want het is echt een andere buis. Svetlana wilde gewoon van een oude voorraad af. Op dit soort buizen zal ik dan ook geen versterkers baseren. Bovendien vind ik het stelletje dat ik hier heb erg slecht in elkaar zitten. Bij één buis komt een anode komt bijna het middenschotje aan.

Ik heb bij het bouwen en experimenteren wel hulp van mijn spectrumanalyser welke tot 25MHz doorloopt. Erg leuk want dan kun je tijdens experimenteren een hoop werk besparen.

Roland Huisman

Populaire voorversterker buizen:

Verder zijn er nog enorm veel mooie bruikbare buizen. Erg leuk om mee te experimenteren. Op de site www.triodedick.com staat ook een hele leuke voorversterker buizen test. Als eindbuizen gebruik ik veel de 6L6 en de 7027A. Als het even kan in ultra liniar schakeling. Deze schijnen lekkerder te klinken dan de EL34. KT88 is nog mooier, meer vermogen, maar ook duurder. Voor trafo's kun je ook terecht bij www.ae-europe.nl

Jonathan Hooft

Wat buizenversterkers betreft: de meeste invloed hebben naar mijn idee toch de eindtrappen. En wel omdat de klank een beetje de impedantiegrafiek van het luidspreker systeem volgt. Het liefste draai ik een buizenbak met een gesloten box. Bij de resonatie frequentie, zal, afhankelijk van de tegenkoppeling, de geluidsdruk met 2 á 3 dB toenemen. Niet erg naar mijn idee, de lage tonen klinken zelfs iets dieper (maar minder gecontroleerd door de slechtere dempingsfactor). Bij voorversterkers is de invloed veel minder. Misschien is het hybride ontwerp wel leuk met een stevige MOSFET eindtrap. De ECC81 en ECC82 zijn mijn favorieten, zowel klankmatig alsook meettechnisch. Ik heb ook voorversterkers beluisterd met ECC88 en EC86. Deze doen het ook helemaal niet slecht. Mijn idee is dat je een buizen eindversterker gerust met een transistor of IC voorversterker mag aansturen.

Kees van Dijke

Wat mij vaak opvalt bij audio versterkers is dat het uiteindelijke resultaat vooral afhangt van de mate waarin de ontwerper z'n vak beheerst. Dat klinkt wat algemeen, maar het gaat om de details van het ontwerp, die maken het verschil. Voorbeeld: een bepaalde 10 Watt eind versterker met ECC83 (of ECF82) plus 2xEL84 klinkt stukken beter als die van een ander merk, hoe komt dat nu? Als je dan wat verder kijkt zie je dat de eindtrafo anders is gewikkeld, een ander soort kernblik heeft, de tegenkoppeling iets anders in elkaar steekt, de instelling van de fasedraaier net iets anders is enz enz. Het ligt eigenlijk nooit aan het buistype, maar veel meer aan de manier waarop de schakeling in elkaar steekt en de keuze van de passieve componenten. Een vrij belangrijke eigenschap van een eindtrap is dat deze onvoorwaardelijk stabiel is, ook dat heeft vooral met het totaalontwerp te maken en weinig met de afzonderlijke actieve elementen zoals een bepaald buistype.

Over buistypes doen de meest vreemde geruchten de ronde, deze geruchten zijn vaak gebaseerd op het gebruik van zo'n buis in een schakeling die zo uit de data sheet van de buizenfabrikant lijkt te komen. Neem van mij aan dat een uitstekende versterker iets subtieler in elkaar steekt dan het gemiddelde schema uit de datasheet. Je zal begrijpen dat ik weinig op heb met opmerkingen als "de ECC83 klinkt dof". Dat is zo als je zonder meer de standaard instelling gebruikt, deze is namelijk geoptimaliseerd op maximale versterking en niet op de eigenschappen die je eigenlijk in een goede audio versterker wenst. Een goede ontwerper gaat niet uit van een set buizen, maar van een spec.

Tegenkoppeling is het ultieme voorbeeld van een verfijning die niet voorkomt in de gemiddelde high-end versterker (en buizen datasheet). Je kan hier veel goeds mee bereiken (en ook veel ellende veroorzaken), is geheel afhankelijk van de vakbekwaamheid van de ontwerper.

Als je toch zelf iets met buizen in elkaar wilt zetten dat goed klinkt, zou ik om praktische redenen gaan voor een 800 ohm OTL omdat je daarmee de in buizen eindversterkers vaak overheersende uitgangstrafo problematiek omzeilt. De speakers zijn weliswaar lastig te vinden, maar met enig geduld lukt het nog wel.

John Hupse

In aanvulling hierop nog het volgende. Je hoort en leest over de eigenschappen van voorversterker-buizen allerlei verhalen. Zo "vergelijken" sommige mensen voorversterker-buizen met elkaar door ze te beluisteren in dezelfde schakeling. Versterker uitschakelen, buis eruit, andere buis erin, spanning erop en ja hoor, hij klinkt anders. En dat is dan het bewijs. Iemand die even nadenkt begrijpt dat je zo niet te werk kunt gaan. Die andere buis heeft b.v. een andere Ri, die in combinatie met de bestaande componenten rondom de buis alleen al leidt tot een ander frequentiekantelpunt van het koppelcircuit met de erop volgende versterkertrap. Nogal wiedes dat de versterker dan anders klinkt. 

Een type voorversterker-buis wordt in het algemeen gekozen op basis van de benodigde eigenschappen in de betreffende trap. Dus bij voorkeur geen pentode zoals de EF86, want dan zit je weer met die oneven harmonischen. Het is wel zo dat de frequentiekarakteristiek van een trap zich met een buis met een lage Ri wat makkelijker laat beheersen zonder gebruik te maken van tegenkoppeling. Dat leidt bij veel ontwerpers tot een voorkeur voor FM-buisjes, met de ECC88 als summum. Met het oog op o.a. de beschreven eigenschap levert Svetlana tegenwoordig de 6N1P, die daar veel op lijkt. Maar hou wel rekening met de gulzige gloeidraad. Als zo'n buis goed wordt ingesteld dan klinkt hij trouwens absoluut niet "transistorachtig", zoals wel wordt beweerd.

Tegenkoppeling pas je naar mijn idee spaarzaam, en bij voorkeur alleen lokaal toe. Tegenkoppeling over meerdere versterkertrappen leidt vrijwel onvermijdelijk tot nauwelijks corrigeerbare fasefouten. De uitgangstrafo kan alleen buiten het tegenkoppelcircuit blijven als hij van onverdachte kwaliteit is. Dat beperkt de keuze al snel tot de toppers, zoals de Plitrons van Van der Veen / Amplimo. En als je bereid bent om een paar centen uit te geven, dan valt er nog veel extra kwaliteit te verdienen met de CFB-typen. Maar ik betwijfel of je de kwaliteit van een hoogwaardige transistorversterker kunt evenaren.

Ben Koehorst

Veel uitgangstrafo's zijn vaak de zwakste ketens in een buizenversterker schakeling, met name de Amroh types en trafo's uit radio's. Dit maakt spanningstegenkoppeling noodzakelijk om nog leuk geluid er uit te krijgen. Ik heb nog steeds de Unitran 3U50 uitgangstrafo van 28 jaar geleden en ben er nog steeds tevreden. Zonder tegenkoppeling doen deze het al goed, maar een beetje spanningstegenkoppeling maakt hem net af.

Wat betreft de versterkers met een 800 Ohm uitgang, deze zijn in combinatie met een luidspreker type  9710M8 (of AD3800M enAD3700M) nog niet eens zo slecht. Enig breekpunt is de hoge tonen weergave die minder ver doorloopt en wat rommelig is. 800 Ohm verterkers doen het duidelijk beter, maar door de hoge inwendige weerstand van de versterker (slechte dempingsfactor) klinken de lage tonen wat rommeliger (niet vervormd, toch vrij aangenaam). De (gedateerde) 800 ohm oplossing van Philips is zeker niet het absolute einde, maar als je zelf iets fatsoenlijks wilt bouwen zonder gebruik te maken van een compleet uitgewerkte bouwdoos dan is dat een goede optie.

Kees van Dijke, John Hupse

 

(scan: Roeland de Vriese)

Dit is een klassiek Frans versterkerschema, bedoeld om een elektrische gitaar of een grammofoon met kristal opnemer op aan te sluiten. Je kunt er prima resultaten mee behalen. Gebruik een niet al te kleine uitgangstransformator en een gevoelige 20 cm radioluidspreker op een klankbord, dan verkrijg je een goede geluidskwaliteit.

Hierover nog enkele opmerkingen:

  1. De EF86 is een penthode die speciaal is ontworpen voor het versterken van kleine signalen. Hier moet deze buis echter belangrijk grotere signalen verwerken. Door hem nu in triode te schakelen worden de eigenschappen hierop wat beter aangepast. Verder wordt de productie van met name oneven harmonischen aanzienlijk teruggedrongen.
  2. Tegenkoppeling is mooi, maar het is geen tovermiddel. Een belangrijk voordeel van tegenkoppeling is het terugdringen van de vervorming, maar als de basis in de vorm van de bestaande versterker niet deugt, dan kun je dat m.b.v. tegenkoppeling nooit meer helemaal herstellen. Mede daarom heeft het zin om de EF86 in triode te zetten. Als de uitgangstrafo van deze relatief toch vrij lichte versterker dan een beetje deugt wordt de noodzaak tot het toepassen van overall tegenkoppeling ook minder.
  3. Kort na het op de markt verschijnen van de EF86 zag je veel ontwerpen waarin deze penthode ook als zodanig werd toegepast. Het feit dat de buizen in die tijd nog steeds vrij duur waren, was daar mede debet aan, want met de vrij hoge versterking van de penthodeschakeling kon vaak een buisje in de schakeling worden bespaard. Maar al snel kregen juist de ontwerpers van de "betere" audioversterkers door dat de buis in triode aanzienlijk beter presteerde, vooral als er een wat groter signaal op het stuurrooster staat. Laat je dus niet in de maling nemen: deze schakeling is helemaal niet zo verkeerd.

De EL84 wordt in deze schakeling uitgestuurd met een signaal van 3,5 volt, het uitgangsvermogen is dan 4 Watt. De voeding moet 45 mA kunnen leveren bij 250 Volt (alles per kanaal). Ook over de EF86 in triode schakeling hoef je je geen zorgen te maken. Deze schakeling versterkt 28 maal, zodat de gevoeligheid aan de ingang 125 milliVolt is. De kathodeweerstand van de EF86 op het schema heeft een verkeerde waarde, 100 Kohm is veel te hoog. Monteer een weerstand van 1,2 Kohm. Verder maakt het functioneel niet uit of de uitgang geaard is of niet. Maar voor de elektrische veiligheid maakt het wel uit. Bij een lek of defect in de uitgangstrafo kan de luidspreker op de volle anode spanning komen te staan, is de uitgang geaard dan kan dit niet gebeuren.

Om eventuele hoogfrequente oscillatieneigingen (capacitief) te onderdrukken, leg ik een kant van de uitgang naar massa.
Om bij niet tegengekoppelde versterkers verdere problemen te vermijden, breng ik aan de primaire zijde van de uitgangstrafo een Zobel netwerkje aan. Dit kan bijvoorbeeld een weerstand van 1K - 4K7, 2 Watt zijn, met een condensator van 1000 - 4700 pF, e.e.a. afhankelijk van het resonantie punt van de uitgangstrafo en het impedantie verloop van de (breedband)luidspreker.

Ik zou ook de ontkoppel elco van de EL84 vergroten naar 220 µF voor een betere lage tonen weergave.

Met een geschikte tegenkoppeling kan een nog betere versterker worden geconstrueerd. Dit heeft vooral zin wanneer je een soepel opgehangen luidspreker gebruikt met weinig eigen demping en er niet tegenop ziet om een correct tegenkoppel-netwerkje te berekenen (of experimenteel te bepalen, daar komt het bij veel zelfbouw op neer). Dit laatste omdat anders door de faseverschuivingen in de uitgangstrafo de zaak vrij gemakkelijk kan gaan oscilleren, iets waar veel zelfbouwers ondertussen achter zijn gekomen.

Een klassiek schema uit de jaren '50 met tegenkoppeling is de 3 3 van Mullard, zie http://vintageradio.me.uk/amplifier/mullard33.htm . Dit is een compleet ontwerp, dus inclusief bedradingsschema, chassis lay-out enz. Het is aan te raden om hier niet al te veel van af te wijken, tenzij je exact weet waar je mee bezig bent.

John Hupse, Ben Koehorst, Corné Janssen, Kees van Dijke

Onderstaand een aantal foto's van een door Roeland de Vriese gebouwde buizenversterker.

(foto's: Roeland de Vriese)


Dit lijkt eenvoudig. Een trafo die 24 volt afgeeft (of 2x 12volt in serie), twee diodes en twee elco's. Knoop beide diodes om en om aan een van de aansluitingen van de trafo, (dus het streepje bij de ene en de andere omgekeerd. Verbindt de twee elco's om en om aan de andere trafoaansluiting. Let nu even op, verbind de vrije plusaansluiting van de ene elco, met de diode waar het streepje vrij is (de kathode dus) en verbind de minuspool van de andere elco met de diode, waarvan de ring naar de trafo wijst. Je hebt nu een voeding gebouwd, waarbij op de knooppunten van de elco's en de diodes de dubbele spanning staat. Bij vollast 48... 60 volt, e.e.a. afhankelijk van de trafo en de elco's. 

Onderdelenlijst:
2x 1N4007 (diode) of vergelijkbaar
2x elco 1000uF/63 volt.

Een brugcel is ook bruikbaar. Verbind een of beide wisselspanningaansluitingen met de trafo en de twee elco's met de andere aansluiting (om en om) de vrije einden van de elco's gaan dan naar de plus en de min van de brugcel (let wel op plus en min). Op de plus en min van de gelijkrichterbrug staat dan weer de gevraagde spanning. 

Henk Roovers

In de artikelen van dit forum staat een bijdrage voor het bouwen van "Regelbare gestabiliseerde voeding van 60-200 Volt" door Karel de Reus. 

Otto Tuil

Op mijn site staat een zelfbedachte voeding voor verschillende spanningen. Werkt perfect. Goedkope onderdelen uit sloopradio's. Zie www.radiocollectie.nl/Voeding.htm

Anton Wintjes

Op de site van de Vintage Radio staat een schema voor een voeding met 90 V hoogspanning en een (regelbare) spanning tot 2 volt voor een batterijradio. De voeding is al door meerdere mensen gebouwd en goed bevonden.

Jan Kootstra 


Terug naar de inhoudsopgave


(01-05-2012 )