Nederlands Forum over Oude Radio´s
Onafhankelijk medium voor liefhebbers en verzamelaars van oude radio´s en gerelateerde zaken


 

 

 

Storingen / Ontvangst

 


Mijn Philips BX740A had dat ook en in mijn geval kwam het door een defecte ontkoppelcondensator in het MF-deel, waardoor de doorlaatkarakteristiek van het MF-deel totaal uit z'n krikkemik lag. Die groene keramische condensatortjes kunnen soms geheel capaciteitloos zijn. In dat geval kan de discriminator er ook geen brood meer van bakken.

Henk Kramer

Meestal is de kleine elco van 10 µF 70 Volt van de ratio detector uitgedroogd en heeft dus geen capaciteit meer, Vandaar de flankdetectie, meestal gepaard gaande met vervorming in het geluid. Tweede punt is dat de laatste trimmer van de ratio detector opnieuw afgeregeld moet worden, en wel zodanig dat het audiosignaal inclusief beide flanken maximaal en onvervormd is. 

Ook de diodes in de discriminator kunnen als verdacht worden aangewezen. Vaak is één van de twee zwakker geworden dan de andere, of doet zelfs geheel niets meer. Dit geeft hetzelfde effect. De twee diodes zitten meestal samen in één buis, bij de BX740A is dat B6, de EABC80. Bij Planotoestellen wordt vaak de miniatuurbuis EAA91 hiervoor gebruikt. Probeer als je nog een andere EABC80 hebt liggen eerst even uit of het helpt als je deze in het toestel plaatst. Ietsje makkelijker dan het vervangen van de elco.

Kees van Dijke, Henk van den Broek


De buizen zijn het meestal niet. Tegenwoordig zijn het vooral de vaak meer dan 40 jaar oude condensatoren die het nalaten. Ook die welke de frequentiegrafiek van het geluid bepalen. Hierbij denk ik aan de loudness regeling, tegenkoppeling alsook de klankregeling. De koppelcondensator naar de eindbuis is hoofdverdachte nummer één. Omdat bij lek de eindbuis veel stroom opneemt en de voedingsspanning in elkaar laat zakken. Daardoor nemen de resterende prestaties van de radio, zoals de ontvangst ook af.

Kees van Dijke


Dit lijkt me een typisch gevalletje van een capaciteitsloze elco. Zoek eens naar een vrij grote elco van ca 100 uF / 12,5 V in de buurt van het voedingscircuit. Bij Philips ligt die vaak boven op het chassis, maar misschien dat hij hier aan de onderkant zit. Let er wel op dat hij vaak niet lijkt op een elco. Het is een bruine koker van ca 6 cm lang en een diameter van ca 15 mm. Aan beide kanten van de koker is hij afgesloten met een (meestal verbrokkelde) gelige afdichting.

Otto Tuil

Je had het ook over afschermingen. Hoe is het met de verflaag op de glasballon van de buizen; dit is geleidende verf en met het chassis verbonden. Vooral de mf-buis (de tweede ECH4) is hier belangrijk. Het piepen en/of fluiten is een genererende mf-versterker. Bekijk ook de ontkoppelcondensatoren bij de schermrooster aansluitingen eens. 

Alco Bouwense

Dat gefluit komt doordat de MF versterker oscilleert. De oorzaak kan zijn dat ergens een afscherming weg is gehaald of dat een afscherming van een MF trafo niet goed is geaard. Ook kan het worden veroorzaakt doordat er lucht in de buis komt waardoor de terugwerking groter is geworden. Als alles goed is proberen om een nieuwe buis in te zetten. Ook kan je proberen (maar dat is een lapmiddel) om de ingangs- of de uitgangskring iets te verstemmen. Op de gevoeligheid maakt het niet veel uit maar het oscilleren houdt op.

Anton Tan

Kijk ook nog eens naar C12, de condensator van de AVC. Als deze C lek is is de negatieve roosterspanning van de beide ECH's te laag en worden de buizen teveel uitgestuurd. Of als C12 geen capaciteit meer heeft wordt de AVC niet afgevlakt en staat er een rest hoogfrequent-signaal op de stuurroosters. 

Ed van der Weele

Meestal ligt het aan de ontkoppelcondensator van het schermrooster van de ECH21. Probeer dit maar eens. 

Gerben de Groot

Onlangs nog een Philips BX380 helemaal afgeregeld, daarvoor floot hij ook. Inderdaad koppel c's en elco vervangen maar ook de eerste MF trafo kan moeilijk doen. Het fluitconcert hield op na afregeling van MF trappen. Misschien is de eerste MF trafo een beetje van slag.

Toine Segers

Lijkt me een typisch gevalletje C3 (elco 100uF)...

Otto Tuil

De elco C3 vervangen deed het motorgeronk verdwijnen. Dat scheelde al wat. Daarna heb ik C23 (de ontkoppelcondensator van de beide ECH21's) onderzocht. Een tijdelijke mosterdkleurige C in de plaats gaf niet veel verbetering. De oude teerdot bleek bij de lektest wel iets lek te zijn. Ik heb die toch maar vervangen door die mosterdkleurige C, immers zo'n teerdot kan op termijn nog wel stuk gaan. Het gefluit is nu wel iets minder, maar houdt nog wel aan. Bij het aanzetten van de radio is het er nog niet. Pas een minuutje nadat de radio warm is geworden en de radio speelt komt het gefluit opzetten.

Piet Blaas

Ik heb meermalen meegemaakt dat een slecht ontkoppeld schermrooster voor genereerverschijnselen zorgde. Wat in deze radio de zaak mogelijk nog kritischer maakt is dat het schermrooster van de mengbuis parallel staat aan het schermrooster van de middenfrequentversterker. Hierdoor "ziet" de mengbuis de mf-versterker en is een gesloten kring ontstaan, waardoor de zaak kan oscilleren.

(scan: Piet Blaas)

   Het heptode-deel van een ECH21 is vrij complex met z'n vijf roosters. Als je al eens een buis opengemaakt hebt zul je gezien hebben dat de roosters uit spiralen bestaan met verschillende spoed. Als nou bijvoorbeeld één van deze spiralen ergens loslaat van de steun dan kan er een afwijkende capaciteit in de buis optreden, waardoor een schakeling kan gaan oscilleren. Om dezelfde reden kan het zijn dat de versterking van de buis afneemt, als deze zich in een wat ander circuit zou bevinden. Dat het pas na opwarmen optreedt kan weer te maken hebben met het uitzetten van het losgeraakte en daardoor van positie veranderde roosterdeel. Hetzelfde komt bij de ECH81 ook wel eens voor.

Ed van der Weele, Henk van den Broek

Ter illustratie van het verhaal links nog een plaatje uit "Gegevens en schakelingen van moderne ontvang- en versterkerbuizen (supplement 1)".


Dit kan verschillende oorzaken hebben. Bij MG en LG zijn naburige zenders die een afstand hebben van 9 kHz. Deze geven vaak een duidelijk hoorbare fluittoon van 9 kHz, met name 's avonds als het wat drukker is. De oplossing is: optimaal trimmen van de radio, zowel MF als HF, zodat de bandbreedte zo smal mogelijk wordt. Bij KG geldt hetzelfde, maar dan bij 5 kHz. Sommige radio's, met name de kwaliteitstoestellen, hebben een 9 kHz fluitfilter ingebouwd. Andere (latere) modellen hebben een regelbare supra selector (actief notchfilter *)) ingebouwd.

Een andere oorzaak kan zijn dat, met name bij ontvanger met buizen met P-voeten en topaansluitingen, de geleidende lak onderbroken is. Waardoor de middenfrequent zelf gaat oscilleren. Dit is te verhelpen met grafietspray. Maar voor te testen kun je tijdelijk geaarde aluminiumfolie gebruiken. Soms kan het ook ontkoppelproblemen zijn en moeten de condensatoren worden vernieuwd. Ook slechte contacten, aarde en soldeerverbindingen kunnen problemen verzaken. 

*) Zie woordenboek.

Kees van Dijke


De anodespanning van de triode (punt 8) is veel te laag. Volgens het schema moet de anodespanning 142 Volt zijn. Aan de andere kant van de anodeweerstand (33 KOhm) moet 260 Volt staan. Door de te lage spanning werkt de oscillator niet. Bij FM wordt de anodespanning van de triode afgeschakeld, dus dat klopt. Het rooster van de triode (9) en het derde rooster van de heptode (7) zijn via een weerstand van 47 K verbonden met de kathode (3). De kathode weerstand is 150 Ohm. Je zult daarom alleen een kleine positieve spanning meten t.o.v. massa. Maar dan moet er wel voldoende stroom door de kathodeweerstand lopen. Dat is nu echter niet het geval, door de te lage hoogspanning. Controleer eerst de hoogspanning direct bij de gelijkrichter. Over C1 en C1a zou respectievelijk 305 en 280 Volt moeten staan. 

Op een ECHxx moet je driemaal een vrij hoge positieve spanning meten, t.w. twee anodes en een schermrooster. 

Ed van der Weele, Henk Roovers 


Eerst moet je er rekening mee houden dat dit toestel voor wat betreft FM-ontvangst tamelijk ongevoelig zal zijn. Ook al is hij volledig in orde. De FM heeft geen HF voorversterkerbuis, en de FM-middenfrequent is ook erg eenvoudig. In de praktijk betekent dit dat je een goede FM-antenne nodig hebt wil je goede ontvangst hebben. Een eenvoudige draad zal niet zoveel doen. Als de zaak met een goede antenne óók niet werkt, kun je eens een andere UABC80 proberen. Eén of beide diodes die deel uitmaken van de ratiodetector kunnen namelijk zwak of defect zijn. Ben je verder zeker dat die UC92 op de juiste frequentie oscilleert? Als die oscillatorfrequentie niet juist is zal de middenfrequentie (MF) ook niet juist zijn, en dan kan de MF trap er niets mee doen. Bijgevolg hoor je niets.

Henk van den Broek, Patrick Meersman

Het probleem lijkt te zijn, dat de oscillator uitvalt bij een hogere frequentie. Je kunt dit vaststellen door de stroom te meten die op punt 5 de unit binnengaat. Of met een griddipper, maar dan moet de unit opengemaakt worden. Ik heb een dergelijk probleem bij de Blaupunkt Verona kunnen oplossen door C 914 (in de FM-unit) te overbruggen met een C-tje van een paar pF (ik heb een paar stukjes wikkeldraad van enkele cm lang overeen gedraaid, gebruikt).

Hugo Sneyers

Het probleem dat je beschrijft heb ik bij veel radio's gehad. Naast de elco vervangen moet je vaak de laatste trimmer van de ratio detector bij regelen. Op maximale sterkte moet je onvervormd geluidssignaal hebben en op beide flanken van het afstemmen moet het geluid op een gelijke manier verdwijnen in ruis. Zo is deze symmetrisch en geschikt voor maximale frequentiezwaai.

Een tweede punt kan zijn is dat er ergens in het MF gebied oscillatie optreedt (met name radio's met printplaten zijn er berucht om) waardoor er al wat negatieve spanning is voor de terugkoppeling (Automatic Gain Control). Hierdoor moet het signaal over een drempel heen waardoor er bij zwak signaal dus vervorming optreedt.

Kees van Dijke

Dit kan ook gebeuren als er een sterkere zender naast de zender zit waar je naar wilt luisteren. Dit kan gebeuren omdat de selectiveit en buiten de banddemping bij oude FM toestellen soms onvoldoende is voor de huidige druk bezette FM band. De verschillen die optreden bij diverse antennes kunnen liggen aan de verschillen in het stralingspatroon en de polarisatie. Ook zijn staande golven in huis t.g.v. reflecties een mogelijke oorzaak. Reflecties krijg je van muren, kabels en allerhande metalen voorwerpen in huis. Ook mensen(water) reflecteren goed, het bekende effect dat de TV ontvangst in huis alleen goed is al je op een bepaalde plaats gaat staan.

Corné Janssen

Aangezien het een probleem is dat zich voordoet bij krachtige signalen, is de kans groot dat het in de detector zit. De storing zou ook ergens in de laagfrequent versterking kunnen zitten. B.v. doordat er sprake is van een bijna-sluiting (of slecht contact) dat bij hogere signaalwaarde net sluiting maakt (net verbreekt). Dat de storing in het laagfrequent gedeelte zit lijkt echter onwaarschijnlijk. Dan zou je hetzelfde verschijnsel namelijk hebben bij AM. Tenzij het gekraak frequentieafhankelijk is en alleen optreedt bij frequenties boven 4,5 kHz. Het meest voor de hand liggend lijkt de detector (EABC80 -deze is berucht om kraakproblemen-) en de componenten daar omheen. Berucht is het defecte elco'tje (2 tot 4 µF), maar dat het kraakt heb ik nog niet meegemaakt. Een andere mogelijkheid is dat de storing van mechanische aard is. Door het trillen van de kast kunnen slechte contacten het gekraak veroorzaken, of de luidspreker loopt aan.
Nóg een andere oorzaak - maar dan heb je het over een andere definitie van "gekraak" - kan een te smalle bandbreedte van de middenfrequentversterker zijn. Een breed FM-signaal dat je door een smalle mf-versterker stuurt geeft vervorming en kan gaan hakkelen. 

De oorzaak kan dus zowel in een van de buizen zitten (semi-sluiting roosteranode) als in de aansluitingen of schakelaars.

Wouter Nieuwlaat , Ed van der Weele

Hier wat tips, om mee te beginnen:

  1. is er een antenne voor FM-ontvangst aangesloten? Een eenvoudige draad zou al een beetje moeten werken;
  2. als je een beetje op de FM-toets drukt, kraakt de boel dan? Dan zijn de schakelaars aan een reinigingsbeurt toe;
  3. als je wel ontvangst hebt op AM, maar niet op FM, probeer dan eens de buizen ECC85 en EABC80 te verwisselen met die uit een toestel dat wel goed werkt, één of beide kunnen versleten zijn;
  4. weerstanden kunnen in waarde verlopen zijn, maar ik weet niet of dit ook bij Grundig een vaak voorkomend euvel is.

Henk van den Broek

Het kan ook liggen aan diverse spoelkernen, die door de vorige eigenaar mogelijk ontregeld zijn. Dus voorzichtig proberen deze weer goed in te regelen. 

Stef van Aalst

Hetzelfde probleem heb ik ook met de Nordmende Carmen 55 gehad. Je zult eerst om en om de capacitieve en de inductieve trimmer van de oscillator moeten verstemmen totdat de oscillatie over de gehele FM band actief is. Daarna kun je verder trimmen zoals je dat in vele service manuals tegenkomt en voor vrijwel alle radio's met FM in principe hetzelfde is.

De PC92 kun je blijven gebruiken, maar dan moet je in serie met de gloeidraad een weerstand van 10 Ohm 1 Watt opnemen.

Als je denkt dat een van de PC92 of EC92 buizen versleten zijn, kun je ook tijdelijk een statische opstelling maken volgens de buizendata met een kathodeweerstand van 200 Ohm (2x 100 Ohm in serie) en een lekweerstand van 1 Meg. De spanning over de kathodeweerstand moet ongeveer 2 Volt zijn.

(schema's: Kees van Dijke)

Kees van Dijke

Meet eens met een digitale multimeter de waarden van de weerstanden in de FM tuner (nadat de elco's voldoende ontladen zijn, anders kan het je een multimeter kosten). Vervang alle weerstanden die meer dan 10% in waarde zijn verlopen. Vind je geen defecte weerstanden, ga dan verder met meten in de m.f.. Vind je ook daar geen defecte weerstanden, vervang dan eens de ontkoppelcondensatoren vanaf de schermroosters en de kathoden naar massa door nieuwe, houd de verbindingen kort. Regel daarna de 10,7 MHz filters eens opnieuw af. Lukt het afregelen van een 10,7 MHz spoel niet, vervang dan de condensator in die spoel en regel hem daarna af. Dit is overigens werk voor kenners!

Wim Vogel

De BX700 heeft waarschijnlijk jarenlang alleen op de AM dienst gedaan. Hierbij staan 3 van de 4 EF42's stroomloos te gloeien en hebben ze een isolerende laag in de kathode opgebouwd waardoor na enige minuten de emissie wegvalt. De remedie is waarschijnlijk eenvoudig, namelijk de EF42's vervangen, die zijn normaal wel voor een habbekrats nieuw te vinden. Heel misschien zijn de EB41's ook rot. Kijk trouwens niet raar op als het geluid vervormt, normaal doen Foster-Seeley detectors het heel goed, maar Philips heeft er een weten te maken die het soms voor geen meter doet.

Henk Kramer

Ik vermoed dat de oscillator afslaat aan de hoge zijde van de FM band, de kringkwaliteit van de oscillator kan daar juist te laag zijn om de oscillator in de huidige omstandigheden aan de gang te houden. Ik ga ervan uit dat de ECC85 goed is, je hebt hem al uitgewisseld. Heb je de hoogspanning naar en in de FM unit al gemeten? Als de oscillator afslaat dan gaat de oscillatorbuis fors meer stroom trekken. Dat moet te meten zijn door een plots hogere spanningsval over R403 (10k) waardoor de anodestroom van de tweede helft van de ECC85 loopt. Ik had kortgeleden zelf iets soortgelijks met een BX750A, die zakte ook in elkaar bovenin de FM band. Heb toen niets concreets kunnen vinden en ben maar wat onderdelen gaan vervangen rond de oscillatorbuis. Een paar keramische buis-Ctjes vervangen evenals twee composietweerstanden, daarna was het probleem de wereld uit.

Ron Kremer

Oplossing is de L en de C van het oscillatie gedeelte zodanig te verstellen dat de laagste en de hoogste ontvangstfrequentie weer kloppen. Zo blijft de oscillatiespanning over het hele gebied min of meer maximaal. Bekende zenders rond de 88 MHz en 107 MHz zijn een handig hulpmiddel.

Een tweede hulpmiddel is tijdelijk de voedingsspanning naar de ECC85 wat te verhogen. Dit kan door de EZ81 tijdelijk te vervangen door 2 diodes of de voedingsweerstand naar de ECC85 toe wat verkleinen.

Wat ook voorkomt is dat de kleine keramische condensatoren wat verlopen zijn. Als eerste zou ik de ontkoppel condensatoren vernieuwen omdat die onder de hoogste spanning staan en als eerste defect raken.

Voor het overige deel is het HF gebeuren nogal tricky. Hoewel het geheel slordig in elkaar lijkt te zitten, kan het verbuigen van een component of draadje al gevolgen hebben voor bijvoorbeeld de oscillatie frequentie of gelijkloop van de afstemming. Wees dus heel voorzichtig.

Kees van Dijke

Er zitten in de radio twee pentode buisjes n.l. een EF85 en een EF89. Eén van de twee, of wellicht beide zijn voor de middenfrequent. Op het schermrooster moet een spanning staan van ca 100 a 150 Volt. Deze wordt verkregen door een weerstand die van de voeding aan deze G2 zit en verder een condensator van dit punt naar massa. Bij de EF85 en de EF89 is dit pin 8 (van onderaf gezien met de klok meetellen). Als blijkt dat een van deze weerstanden defect is dan is waarschijnlijk de bijbehorende condensator lek of maakt sluiting.
Maar aangezien de middengolf het prima doet is het de vraag of daar het probleem zit want dezelfde buizen worden ook voor de AM gebruikt, maar je kunt het zeker even nameten. Het komt voor dat deze weerstanden ook oorzaak van slechte FM ontvangst zijn, terwijl de AM het nog redelijk doet. Dit wordt veroorzaakt door het verschil in frequentie dat de buizen moeten versterken (10,7 MHz tegen een paar honderd kHz). Bij de lage frequentie gaat het nog net, bij de hoge niet meer.

Een typische kwaal bij dit type radio zijn verlopen voedingsweerstanden, vooral in de m.f.versterker. Alle radio's van dit type die ik ooit onder handen had leden aan deze kwaal en speelden na vervanging van de verlopen weerstanden weer uitstekend. 

René Engels, Henk Kramer, Wouter Nieuwlaat

Berucht wat betreft het verlopen in waarde zijn de z.g. massaweerstanden die Philips veelvuldig toepaste. Enkele ervan zie je op de foto. Het nameten van de weerstanden van dit type is vaak een snelle manier van fout zoeken. Ze bestaan uit een geperste koolmassa, die in de loop der jaren minder stabiel kan worden. Zo kan de weerstand dan hoogohmiger worden. Heel bekend is de 470 K weerstand op de voet van het afstemoog, maar ook exemplaren op andere posities (anode en roosterweerstanden) verlopen vaak. De weerstanden hebben normaal een tolerantie van 10%, maar zelf houd ik aan dat een verschil van de waarde tot 20% toelaatbaar is, dit geeft meestal geen merkbaar verschil in de werking van een buizenradio. De meeste kun je gewoon in de radio meten, zonder ze los te maken. Meet je een lagere waarde dan erop staat, dan is dit beïnvloeding van andere componenten. Meet je een veel hogere waarde, dan is de weerstand aan vervanging toe. Meet voor de zekerheid altijd in twee richtingen (pennen van je meter verwisselen), want nog enigszins geladen condensatoren kunnen ook (tijdelijk) invloed op de meting uitoefenen. De later toegepaste filmweerstanden hebben zelden last van verloop.

(foto: Henk van den Broek)

 

Het verdient aanbeveling om eerst te proberen de AM spelend te maken, want die gebruikt niet de ECC85 en de tweede EF89 (B4). Vervang b.v. de EABC80. Een defect afstemoog (EM84) kan ook de oorzaak er van zijn dat de AVR niet goed werkt. 

Henk van den Broek

Dat het afstemoog half open staat en niet verandert bij andere ontvangst betekent waarschijnlijk dat er iets mis is met het AVR/Detectie circuit. Heb je alle elektrische contacten zoals buisvoeten/pennen, schakelaars potmeters e.d. al schoon gemaakt? Vooral de EABC80 is erg gevoelig voor slecht contact. Verder héél goed naar de componenten onder het chassis te kijken. Een verbrande weerstand pik je er zo uit, half gesmolten teerdotten e.d. vallen ook altijd wel op. Kijk ook of er toevallig geen draden verbogen zijn en tegen elkaar aan komen (als de onderplaat weg is wil dat nog wel eens gebeuren). Controleer ook eens of de G2 aansluiting van met name de MF buis nog wel spanning krijgt. De voorschakel weerstand wil wel eens stuk gaan doordat de ontkoppel condensator defect is. Daardoor is de MF versterking minimaal en de ontvangst zeer ongevoelig.

Wouter Nieuwlaat, René Engels

Zie: Philips toestellen

Meestal gaat er niet zoveel stuk aan die tuner blikken. Mogelijk is dat de antenne spoel afgebrand is door b.v. bliksem inslag. Maar dan hoor je wel zachte ruis uit de luidspreker.

Paul Welther

Meet even de kathodespanning van B1 (over R60). De spanning moet ca 0,9 Volt per 100 Ohm zijn. Klopt dat, dan zit het probleem bij de andere buis. Deze heeft een geaarde kathode, maar met een voltmeter ri>10 M ohm op het rooster meten. Staat de buis niet afgeknepen? Mogelijk is dan R 1 MOhm stuk (R 81). Die kun je eenvoudig meten met uitgeschakeld toestel en de buis verwijderd. Met een dunne meetstift kun je dan op de buisvoetjes meten. De condensatoren zijn wat lastiger te meten voor wat betreft capaciteit. Op lekkage kun een aantal wel testen. Zet het toestel weer aan, nog steeds zonder buizen in de FM tuner. Bij de condensatoren die verbinding hebben met de + (plus)voeding kun je met de voltmeter controleren of er lek is.

Henk Roovers

Je kunt de FM-unit vervangen zonder het schaalkoordje los te maken. Het koordje wordt vastgeplakt met isolatietape rond het afstemwiel en alle andere wieltjes waarover het loopt. Vervolgens afstemwiel losmaken en daarna unit verwijderen.

De keramische c's kunnen wel degelijk slecht worden. Zowel lekken als volledige doorslag of capaciteitsverlies komt voor. In het bijzonder als ze op een hoge spanning moeten werken kunnen die keramische C-tjes wel eens capaciteitloos worden.

Bertin Dever, Wouter Nieuwlaat

Deze radio heeft nog een ECC81 in de FM tuner zitten. Hoewel de FM ontvangst al best redelijk is, is die nog niet zo goed als van latere radio's met de ECC85. Wel moet er voor FM, zoals altijd bij buizenradio's, een goede (dipool-)antenne worden aangesloten.

Otto Tuil

Het verschil tussen ECC85 en ECC81 is echter niet erg groot. In sommige Philips radio's heb ik de ECC85 wel door een ECC81 vervangen. Wel even een draadje van het gloeicircuit verleggen. Wat de Duitse radio's t.o.v. Philips minder hebben, is en MF buis. Hierdoor is de versterking en dus ook de ontvangst wat minder gevoelig.

Kees van Dijke

Misschien een overbodige vraag, maar heb je er wel een antenne op aangesloten? Een buizenradio heeft namelijk geen eigen antenne zoals de moderne radio's. Probeer het eens met een stuk draad van een meter of twee, daarmee moet je de sterkste zenders mee kunnen ontvangen.

Otto Tuil

Mocht het niet lukken met een antenne draad zoals hierboven aangegeven, vervang dan de ECC85 door een andere.  Het kan zijn dat de buis al bezig is naar de eeuwige jachtvelden te gaan. Haal hem desnoods uit een toestel dat wel werkt op FM om het te proberen. Mocht het een toestel zijn uit 1953/54 vervang dan de EC92 en de EF80. Deze werden in die tijd voor de FM gebruikt. Mocht het niet helpen, dan kan een weerstand op de buisvoet stuk zijn of de condensator op de spoelen van het FM circuit. 

Rene Daemen

Ik heb vernomen dat het in ieder geval niet aan de antenne ligt. Normaal betekent ruisen dat de oscillator en menger wel werken. Buiten de hierboven aangegeven buizen zou het probleem ook kunnen liggen in de EABC80, of als er twee buizen van het type E(B)F8x in zitten zou ook één van die buizen defect kunnen zijn. Verder nog een kleine kans op de ECH en de andere E(B)F. Maar eigenlijk zit het probleem niet zo vaak in de buizen. Controleer vooraal ook de schakeleenheid. Een beetje frunniken met de toetsen wil soms het geluid ook weer terughalen. Kijk ook of er geel onderdelen of draden zijn losgeraakt. Kijk ook even of bij FM niet een extra contact wordt meegenomen. Soms wordt met de FM knop een snaartje aangedreven die een extra schakelaar elders in de kast bedient, soms is dat kabeltje gebroken. Een laatste mogelijkheid is dat de hele afstemming zelf niet werkt. Soms is de wijzer aan de voorkant onafhankelijk van de draaicondensator. Met andere woorden de FM blijft altijd op dezelfde zender staan terwijl je denkt dat je aan het afstemmen bent.

Otto Tuil

Als het FM geluid na aanzetten na een poosje wegvalt denk ik aan een versleten ECC85. dit is de front-end buis voor de FM ontvangst. Denk verder ook aan een gebrekkig contact tussen antennestekker en bus, een loszittend buisje,  vieze schakelaars.

Wouter Nieuwlaat, Laurens Visser

Een kwaal bij veel FM-radio's is de uitgedroogde elco bij de FM-detector UABC80. Dit elco'tje heeft meestal een waarde van 2 tot 4,7 uF. Het kan ook de UABC80 zelf zijn. Ook kan het zijn dat de radio staat te genereren op de stand FM. Dit kun je controleren met een oscilloscoop. Als geen signaal wordt ontvangen mag je geen sinusvormig signaal zien op het stuurrooster en op de anode van de middenfrequentbuis (UF89). Als de radio een afstemoog heeft moet je waarschijnlijk daarop ook het genereren kunnen herkennen. Het oog slaat dan dicht, net als bij de ontvangst van een sterke zender. Oorzaak van genereren kunnen verlopen weerstanden en ontkoppelcondensatoren zijn van de schermroosters van de mengbuis (UCH81 - punt 1) en de middenfrequentbuis (UF89 - punt 8). De ontkoppelcondensatoren van de gloeidraden kun je ook controleren. Een schakelaarsegment dat slecht contact maakt kan ook een oorzaak zijn waarom de FM-middenfrequent niet goed werkt.

Ed van der Weele

Het is meestel een kwestie van iets bijstellen van de detector spoelen S24/26. Deze zitten direct rechts naast de EBF. Wanneer je met een kleine warme schroevendraaier eerst de was hebt verwijderd, kun je met een fijne stift de stand van de kerntjes aantekenen. Wees heel voorzichtig met het verdraaien van de kerntjes, zij zitten vaak zo vast dat de hele spoel gaat meedraaien, dat wil je echt niet. Dus voorzichtig proberen of de boel gangbaar is.

Stem de radio af zodat het afstemoog het sterkst uitslaat, en verdraai het eerste kerntje ietsjes links of rechtsom. Indien geen resultaat weer op de oude afgetekende stand terugzetten. De andere spoel hetzelfde verhaal. Bij één van de twee zul je een duidelijke verbetering horen, draai tot het geluid haarzuiver klinkt. Natuurlijk is het technisch beter om het ding gewoon volgens de documentatie opnieuw af te regelen, maar deze "snelle" methode is meestal afdoende wanneer het om heel kleine afwijkingen gaat.

Nico den Haak

Dit lijkt erop dat de ECC85 versleten is, probeer de buis te vervangen als je die hebt.

Martin Panhuis

De meest voorkomende storing is een defecte elco bij de ratiodetector (C72), je zou deze even kunnen doormeten. Verder eerst de "normale" zaken controleren zoals de spanningen op de buisvoeten.

John Hupse

Het kan genereren van de middenfrequentversterker zijn. Een oscilloscoop is natuurlijk het beste om zulke storingen te lokaliseren, maar bij gebrek daaraan moet je je behelpen met wat gok- en nattevingerwerk. Controleer de spanningen op de schermroosters van de beide EF85's. Komen die overeen met hetgeen in de documentatie staat? Controleer dan of de waarden van de schermroosterweerstanden nog goed zijn. Eventueel aanwezige ontkoppelcondensatoren bij de schermroosters en kathoden controleren op lek en capaciteitsverlies.

Ed van der Weele

Als het geluid best "goed " is bij zwakke zenders op de FM en slecht is bij sterke zenders dan kan dat duiden op een slecht afgeregelde FM-detectie. Schijnbaar is het signaal niet goed in fase. Eerst de MF 10,7 MHz afregelen en daarna de detectie afregelen. Onlangs zelfde probleem gehad bij een Philips BX453. Sterke zenders kraakten en vielen zelfs weg bij maximale uitslag van de EM84. Zwakke zenders waren beter en als ik de afstemming een beetje "naast" de sterke zender zette was het goed. FM-tuner afgeregeld en bij MF was geen winst te behalen en daarna de detectie opnieuw afgeregeld en een perfecte ontvangst en goed helder geluid. Vooral de secundaire spoel is belangrijk. 

Toine Segers 

In de MF versterker kan nog een buis van het type EF85 b.v. opgenomen zijn. Deze werkt wel in de stand FM maar niet bij AM ontvangst. Wellicht is dat de oorzaak. Anders is er een condensator in de FM tuner gevoelig geworden voor temperatuursverhoging en gaat b.v. de oscillator teveel afwijken. 

Toine Segers


Wanneer het "moeilijke" fouten betreft, moet je echt systematisch werken. Dat begint met lokaliseren van de fout, waarna het betreffende gedeelte nader onder de loep gelegd wordt. De hierna beschreven methode is ook bruikbaar als je niet alles doorziet en geen apparatuur hebt zoals een meetzender en een scoop. Je hebt wel een universeelmeter nodig. De methode is alleen gericht op het lokaliseren van "harde" fouten, waarna, ook omdat verdere meetapparatuur ontbreekt, op de gelokaliseerde plek weer "in het wilde weg" gewerkt kan worden (= visuele controle, nameten en/of vervangen van onderdelen totdat de fout opgeheven is).
Dit recept is niet zaligmakend. Het is bedoeld voor de "standaard" super zoals er dertien in het dozijn gaan (mengtrap XCH yy, MF-trap XF yy, detektie/voorversterker XBC yy, eindtrap XL yy) yy en gelijkrichter XZ yy). Het recept is zoals gezegd alleen gericht op het ontdekken van in het geheel niet functionerende trappen. Toch denk ik dat het voor diegenen die nu lukraak onderdelen nameten en vervangen, een hele vooruitgang bij het repareren kan betekenen.

Ik ga uit van een radio waar gewoon geen geluid uit komt. Dan werkt het als volgt.

  1. Gloeien de buizen allemaal? Soms is het gloeien niet zichtbaar maar voel je wel dat de buis warm wordt, ook dan is het in orde. Gloeien één of meer buizen niet, mogelijke fouten: kapotte voedingstrafo, kapotte buis, losse draad. Een bijzonder geval is het U toestel (de buistype namen beginnen met een U). In zo'n toestel staan alle gloeidraden in serie (zoals kerstboomverlichting), als er één gloeidraad kapot is dan gloeit geen enkele buis meer op. Pas bij deze toestellen ook op voor een dreun van de netspanning, er kan spanning op het chassis staan en ook de gloeidraden worden rechtstreeks uit het net gevoed (via een serieweerstand/ntc). Is met het gloeien alles ok ga dan naar 2. (Indien aanwezig- het afstemoog groen oplicht, dan is er voedingsspanning en kun je 2 voorlopig overslaan).
  2. Meet de voedingsspanning op de afvlak elco's, als je daar meer dan zo'n 150 volt meet, behoef je je hier voorlopig niet over te bekommeren. Meet je minder, dan zijn er twee mogelijkheden: één of meer onderdelen in de ontvanger trekt te veel stroom of de voeding kan de normale voedingsstroom niet (meer) leveren. Om uit te zoeken welke van de twee aan de hand is meet je de stroom die de ontvanger trekt. Je moet hiervoor de draden die van de elco's naar de diverse trappen los nemen en de universeelmeter er tussen schakelen. De maximale stroom die je mag meten is afhankelijk van de schakeling / radio (normaliter maximaal 40 mA). Hanteer een tolerantie van 10 á 20 mA. Loopt er een normale stroom dan is er iets met de gelijkrichter(buis) en/of elco. Loopt er te veel stroom zoek dan uit welke trap te veel stroom trekt en richt je daar op. Je kunt bij een voedingsprobleem (te lage spanning) natuurlijk ook direct de gelijkrichtbuis vervangen en kijken of dat helpt, je moet die dan wel in voorraad hebben en je loopt op die manier meer risico om een goede buis te beschadigen.
  3. Als de voeding en de gloeistroom in orde zijn, zet dan een schroevendraaier op het eerste rooster van de eindbuis. Brom uit de luidspreker betekent dat de eindtrap werkt, geen brom: de luidspreker en/of de eindtrap zijn de schuldige. Een wel heel makkelijke proef is kijken of het LF gedeelte van de ontvanger werkt, door even je vinger in de PU ingang te houden -de radio op de stand PU- als je een stevige brom hoort (niet te hard zetten) dan kun je er vooralsnog van uit gaan dat het LF gedeelte in orde is en kun je 3 overslaan.
  4. Is de eindtrap ok zet dan een schroevendraaier op de volumeregelaar/potmeter (hete kant) er moet nu een in volume regelbare brom uit de luidspreker komen. Zo niet dan zijn de potmeter en/of de voorversterkertrap (triode) de boosdoener.
  5. Zet nu de schroevendraaier op de anode van de MF-buis (pas op spanning!), als je nu gekraak / verre ongedefinieerde zenders hoort dan werkt de detectortrap. Hoor je niets, ook niet als je een stukje draad aan die anode hangt dan is de laatste MF-trafo en/of detector de boosdoener, daar dus zoeken.
  6. Is de ontvanger van eindtrap t/m de laatste MF-trafo goed dan verplaatsen we onze aandacht (en daarmee de schroevendraaier en/of draad) naar de anode van de mengbuis (niet van het triode-deel want dat is de oscillator! Pas op ook hier spanning aanwezig!)hoor je nu ook geen ongedefinieerde zenders dan is de eerste MF-trafo en/of de MF-trap de boosdoener. Hoor je ze wel, dan zit de fout in de mengtrap/oscillator.
  7. Zet de schroevendraaier nu op het eerste rooster van de mengbuis, je moet nu weer geluiden vanuit de ether horen, zo niet dan is de mengtrap (heptode gedeelte) kaduuk, hoor je wel wat zoek dan de fout in de oscillator (triode deel). Eerst even de oscillator controleren, dat kan heel makkelijk door een zakradiootje bij de radio te houden. Stem deze af op een zwakke zender rond ca 1500 kHz, draai aan de afstemming van de te repareren radio. Je moet dan rond 1050 kHz of 300 meter een fluittoon horen op het zakradiotje die in toonhoogte veranderd, bij draaien aan de afstemming andere radio. Ook al heb je de proef met de schroevendraaier op anodes en stuurrooster van mengbuis en MF buis gedaan met positief resultaat, dan nog kan de radio het niet doen. Als de MF kringen verstemd zijn blijft het stil. Kijk dus of eraan gedraaid is, dit is overigens soms moeilijk te zien.

Overigens is een veel voorkomende fout te hoge waarde van de schermrooster weerstand van (een van de ) MF buizen. Begin dus met een meting aan de schermroosters. Deze reparatiemethode geldt voor AM ontvangers, als de radio het niet doet op FM en wel op AM, is er een mogelijke fout in de FM tuner, maar kan het ook zijn dart de 3e MF die alleen in duurdere ontvangers zit en alleen voor FM wordt gebruikt defect is. Ook hier kan weer de oscillator worden gecontroleerd met de truc van het tweede radiootje.

Tenslotte: kijk de afstemcondensator eens na. Sluiting of juist geen contact bij b.v. de loper van het draaiende deel. Controleer ook de spoelen. Zeker bij de schakelbank wil er nog wel eens ergens een draadje afschieten van een spoeltje naar een contact

Ries Kruidenier, Ruud, Hugo Sneyers, Otto Tuil, Maurice


De eenvoudigste manier om te controleren of de oscillator werkt: zet een transistorradiootje naast het toestel en stem het af op een zwak station rond 1300 of 1400 kHz. Stem nu je buizentoestel af tussen 800 en 1100 kHz, dan
moet je bij werkende oscillator een keer wat gefluit op de transistorradio horen door het zwakke station heen. De oscillator staat ongeveer 452kHz hoger dan de ontvangfrequentie en de ECH81 straalt genoeg uit om hem op een tweede toestel te horen.

Gerard Tel

Denk ook aan de schakelaars. Dat is een probleem bij langdurig niet gebruiken van toestel. Ga verder na of de anodeweerstand van de ECH81 nog wel goed is en of de M.F versterker (452 kHz) nog wel werkt. Kijk ook of er niet ondeskundig is gerommeld aan de kernen van MF trafo's.

Evert de Keijzer, Alco Bouwense

Als de oscillator werkt, moet het rooster negatief zijn t.o.v. de kathode. De oscillator kan stoppen door een defect in de oscillatorkring, een capaciteit of een verlopen weerstand. Als de oscillator niet functioneert, hoef je naar de MF niet meer te kijken. Heb je toevallig een meetzendertje, dan kun je zelf op het mengrooster van de mengbuis met een kleine capaciteit een oscillator signaal toevoegen. Sluit de meetzender aan op de antenne-ingang, en stem deze af op de MF (vaak is dat 452KHz bij Philips) dan komt er genoeg signaal bij de eerste MF-trap om deze te controleren.

Henk Roovers

Je kunt op bijzonder eenvoudige wijze vaststellen of de locale oscillator wel werkt. De trillingen ervan zijn namelijk te horen op een tweede toestel. Op LG werkt je toestel wel. Zet hem eens op 200 kHz (1500 m) en luister dan met een tweede toestel in de buurt van de 655 kHz. Dat is 455 kHz hoger. Als de MF van je toestel 455 kHz is, zal de locale oscillator op die frequentie werken. Je weet dan ongeveer hoe dat klinkt.

Op KG werkt dit hetzelfde. Stem je kapotte toestel af op b.v. 8 MHz en je tweede toestel op 8.455 kHz. Je moet hem weer horen op je tweede toestel. Ga nu naar MG en zet je toestel op b.v. 900 kHz, nu zou je met je tweede toestel het signaal op moeten kunnen pikken rond 1355 kHz. Deze voorbeelden zijn voor een middenfrequent van 455 kHz en onder aanname dat je toestel op KG werkt als "boventriller", dus de oscillator hoger dan je ontvangstfrequentie.

Ik zou mij namelijk in eerste instantie over een spanning van 70V geen zorgen maken, het kan zijn dat de oscillator prima werkt. Dan moet je de fout elders zoeken. Maar als hij niet oscilleert kan dit te maken hebben met die te lage spanning. Misschien is er een serieweerstand in waarde toegenomen, is de spoel defect of is de bandschakelaar vies.

Gerard Tel

Als het een superheterodyne ontvanger is - dus een met een mengbuis - kun je controleren of de oscillator nog werkt.
De oscillatorfrequentie = ontvangstfrequentie + middenfrequentie. Bijvoorbeeld 1000 KHz + 452 kHz = 1452 kHz
Zet een andere radio naast de te onderzoeken radio. Stem de te onderzoeken radio af op 1000 kHz = 300 m, dan moet je op de andere radio de oscillatorfrequentie kunnen ontvangen op 1452 kHz = 206 m.

Ed van der Weele

Beter nog: stem de tweede (werkende) radio af op een zwak station in de buurt van die frequentie zodat je een interferentiefluittoontje te horen krijgt, dat hoor je eerder dan alleen maar de draaggolf van de oscillator. Als je een HF-generator ter beschikking hebt, dan kun je in ieder geval eens controleren of het middenfrequent nog in orde is.

Hugo Sneyers

Het zou mij niet verbazen als de antennespoel er uit gebrand is. Ik heb zelf twee Weco's staan die intern veel op SBS's lijken. Van beide toestellen is de antennespoel doorgebrand. Waarschijnlijk door blikseminslag in de buurt van het toestel. Het vreemde is dat beide toestellen hetzelfde euvel hebben, terwijl ik het bij Nederlandse toestellen zelden zie. Misschien dat het net in België destijds gevoeliger was voor ontladingen. Omdat de antenne ook capacitief gekoppeld is met de mengbuis lukte het me wel om er ontvangst mee te krijgen. Daarvoor moet je de spoel openen en het uitgefikte deel weghalen (i.v.m. kortsluitingen). Het deel van de spoel dat de afgestemde kring vormt is daardoor weer in orde. Door het missen van de inductieve inkoppeling is de ontvangst natuurlijk wel een stuk slechter, maar beter wat dan niets.

Otto Tuil

(foto: Otto Tuil)

Het meest waarschijnlijk is een lekke condensator of verlopen weerstand in het AVR circuit. Als je toch een buis wilt vervangen zou ik kiezen voor de ECH81. (Dit blijkt uiteindelijk het probleem op te lossen).

John Hupse


Ik heb wel eens meegemaakt dat er slechte kontakten in een keuze schakelaar zaten. Alles deed het toen op de middengolf na. Ik kwam er achter nadat ik de keuzetoets vasthield na het indrukken. Deze heb ik schoongemaakt met wat contactspray en een wattenstaafje hierna was het probleem verholpen.

Bosma

Ik heb al een paar keer gehad dat "ergens" de signaalweg was onderbroken; een klein aansluitdraadje naar een spoel, dat los hing, een aansluitdraadje van een condensatortje dat was gebroken, en waar ik pas achter kwam door tegen het draadje te duwen. Mijn methode is simpel: ik kijk naar het schema (in dit geval met de schakelaar in stand LG) en meet dan met een multimeter in stand weerstandsmeting de verschillende verbindingen door.

Gerard Jongbloed


Bij de Bi-Ampli's van Philips is de mechanische knoppenbalk een bekend probleem. Bij sommige toestellen (bij voorbeeld de Philips BX750A) zijn de schakelcontacten geoxideerd of zelfs verbogen. Schoonmaken met contactcleaner helpt bij sterke oxidatie niet voldoende. Een andere bron van "helemaal geen geluid meer" storingen zijn de verbindingstouwtjes, die gebruikt werden als de schakelstrip niet goed in te passen was, Bij de FM schakelaar is dat gedaan (bij vrijwel alle Bi-Ampli's) met een staaldraad naar een tweede contactstrip. Als door rek of onvaste krimpsokjes de lengte veranderd is, wil de radio vaak niet meer spelen op de FM. Soms heeft dit ook effect op de AM werking. Wat je kunt proberen, is met een houten staafje (satéprikker of zo) de contactjes stuk voor stuk even aanduwen (wel met de spanning erop dus doe voorzichtig), en luisteren of je gekraak hoort.

Verdere mogelijke AM- problemen kunnen aan het licht komen bij een grondige visuele inspectie. Ik denk daarbij aan de aansluitdraden van de ferrietantenne, eventuele omschakelaar ferriet-/buitenantenne en de aansluitingen contactblok. Ook zou je de spoeltjes kunnen doormeten, aangezien je LG het wel doet. Bij FM-problemen met Bi-Ampli's loont het vaak te zoeken naar verbrande weerstanden. Als je aan de hand van het schema de weerstanden in het FM-gedeelte gaat meten, kun je beginnen door zonder spanning of buizen erin de ohmmeter over de verschillende weerstanden te zetten. Een lagere waarde dan voorgeschreven kan voor komen, dat zou dan kunnen komen doordat er een "omleiding" is, waarlangs ook stroom kan lopen. In dat geval hoeft de weerstand dus niet defect te zijn. Als je een meer dan 20% te hoge waarde meet, heb je wel een fout aan het handje. In dat geval vervangen door een goed exemplaar dus.

Systematisch te werk gaan, en je zult het probleem vinden. Achteraf blijkt het dikwijls een veel eenvoudiger probleem geweest te zijn dan je dacht.

Wouter Nieuwlaat


Er staat duidelijk iets te oscilleren. Het feit dat het met de hand in de buurt komen van lampen leidt tot fluittonen, lijkt er op dat de aarding van de afschermlaag van ECH3 onderbroken, of van de MF, of beide. Deze buizen hebben een geleidende verflaag aan de buitenkant. Goud of rood. 

 

(foto: Onno)

Als je heel goed kijkt, zie je dat om het glas aan de onderkant van de buis een draadje is geslagen, net tegen de rand van de buisvoet. Hij is binnen de buisvoet aan de aansluiting voor de uitwendige afscherming gesoldeerd. Dit draadje maakt contact met de geleidende verflaag. Dit contact of de verflaag is waarschijnlijk onderbroken. Soms, als de fout niet te erg is, verdwijnt het oscilleren als je de buis iets beweegt. Je kunt het ook uitproberen door een blank draadje een aantal keren om de buis heen te wikkelen, strak te draaien (niet te, houd de buis heel) en dat met de massa van de radio te verbinden. Beter is, dit draadje met de genoemde aansluiting van de buisvoet te verbinden, want aarden op het verkeerde punt op het chassis zou ook problemen kunnen geven. 

Geleidende verf aanbrengen kan helpen. Elektronisch degelijk maar niet zo mooi. Zie foto.

Onno


Heb je bij het schoonmaken van de lampen gevoeld of er een of meerdere lampen loszitten van de voet? Zo ja; dan is de afscherming van een van de buizen mogelijk losgeraakt. Deze is essentieel voor de goede werking van de betreffende buis.

Wouter Nieuwlaat

Als de radio hard kraakt bij het zender zoeken zou ik de variabele condensator eens gedegen uitblazen, waarschijnlijk is daar stof tussen de platen neergedwarreld wat ook de slechte ontvangst kan verklaren. De metalen plaatjes moeten vrij van elkaar schuiven anders krijg je het genoemde gekraak. Daar je via de antenne-ingang helemaal geen ontvangst krijgt is het nog waarschijnlijker dat je de afstemcondensator beschadigd hebt. Kijk er eens in, of de plaatjes elkaar ergens raken. Helpt dat niet, controleer dan vooral de mechanische delen op goed contact, zoals golflengteschakelaars, buisvoeten, etc. Gebruik eventueel een contactspray, maar kom niet in de verleiding om contacten mooi blank te schuren. 

Ron Vogel, Cees Lagemaat

Een mogelijkheid is ook dat de buisvoetjes onvoldoende contact maken. Ik heb al eens gehad dat de buisvoetjes meer zwart dan blank waren. Ik heb deze wel geschuurd met papier nr 800 totdat ze weer blank waren en daarna heel dunnetjes ingesmeerd met zuurvrije vaseline. Dit is nu vier jaar geleden dat ik dat heb gedaan en als ik de radio aanzet en beweeg de buis heen en weer hoor je nog steeds geen gekraak

Jan Veenstra


Bij deze (en soortgelijke) radio's zijn vaak de schermroosterweerstanden van de middenfrequentbuizen verlopen, waardoor het toestel een stuk minder gevoelig is geworden. Controleer dus R6 (aan het schermrooster van de ECH81 die in de FM-stand als eerste middenfrequentversterker werkt, R15 aan het schermrooster van de EF89 en R20 (aan het schermrooster van de EF85). Ook al zijn ze niet verlopen, als het de bekende composietsoort betreft zou ik ze voor betrouwbaarheid op langere termijn maar vervangen. Grote kans dat je problemen met dit toestel dan uit de wereld zijn.

Voor wat alleen de FM betreft: de EF85 wordt alleen in de stand FM gebruikt en kan dus eventueel zwak zijn, maar dat komt niet vaak voor. Als laatste wil ik nog de EABC80 noemen, deze is wel vaak al wat zwakker. Maar nogmaals, ik vermoed dat je het probleem in de schermroosterweerstanden moet zoeken.

Henk van den Broek

Probeer de ECH81 eens uit te wisselen....kan ook dit soort gekkigheden veroorzaken

Ronnie van Dalen

Hij speelt op MG maar is dat dan met een behoorlijke gevoeligheid of alleen voor enkele zenders? ( Heb je er een antenne aan zitten? Een stuk draad van een meter doet veelal al wonderen voor een test). Zijn alle buisvoeten goed schoon? Dit kun je proberen door de buizen te bewegen als de radio aan staat. Krijg je harde kraakgeluiden of doet hij na het bewegen opeens wat anders (speelt harder, zenderafstemming verschoven) dan zijn de buisvoeten zeker niet schoon. Het hangt er een beetje van af wat je met de radio wil maar als hij vaker moet gaan spelen en wat langduriger (bijv. meer dan een kwartier per keer) dan zul je toch meer componenten moeten gaan testen.

Hans van der Marel

Alles duidt er op dat een of meer schakelcontacten of buispennen slecht contact maken. Doordat de radio enkele uren had aangestaan op MG was het hele toestel goed doorgewarmd zodat alle metalen delen enigszins waren uitgezet, dikker, langer en breder waren geworden. Een versleten buis zorgt er niet voor dat de ontvangst er de ene keer wel en de andere keer niet is, maar geeft continu een slechter resultaat. Je kunt maar op één manier achter de oorzaak komen: door systematisch te meten. Zet de golfbereikschakelaar in de stand FM. Een hoogohmige voltmeter, liefst een analoog wijzerinstrument, sluit je aan op de voedingspanning van de ECC85. Bijvoorbeeld op het knooppunt R10, R63, R64 en C97. Vergelijk de spanning die je meet op het moment dat de ontvangst afwezig is met de spanning op het moment dat de radio wel ontvangt. Als tussen deze twee metingen een verschil is, herhaal je meting verder terug in de schakeling aan de andere kant van schakelaar SK7. Als de spanning ook daar varieert, nog verder terug naar de rechterkant op het schema van schakelaar SK2.

De zelfde metingen voer je ook uit voor de andere golfbereiken. Als de spanning varieert op het moment dat iets verandert in de ontvangst dan heb je de oorzaak praktisch gelokaliseerd. Door systematisch te werk te gaan vind je de oorzaak eerder dan door in het wilde weg componenten te vervangen. 

Begin met het testen of op LG en KG de oscillator werkt. Zet direct naast de B6X72A een andere radio, bijv. een portable. Daarmee kun je het oscillatorsignaal van de te onderzoeken radio ontvangen. Voordat je kunt testen moet je eerst wat rekensommetjes maken om te weten op welke frequentie of golflengte je het oscillatorsignaal kunt verwachten. Een superheterodyne-ontvanger zoals de Philips B6X72A bestaat uit een hoogfrequentafstemkring, een mengtrap, een oscillator, een middenfrequentversterker, een detector en een laagfrequentversterker. In de mengtrap wordt een verschilfrequentie opgewekt tussen het hoogfrequentsignaal (dat van de zender wordt ontvangen) en de lokale oscillator. Die verschilfrequentie wordt toegevoerd aan de middenfrequentversterker. Alleen de verschilfrequentie die gelijk is aan de middenfrequentie wordt doorgelaten en versterkt. Als de oscillator niet werkt is ook de verschilfrequentie niet aanwezig en ontvang je dus niets. Daarom eerst de test of de oscillator werkt.

Voor MG en LG is de oscillatorfrequentie de som van de ontvangstfrequentie (de gewenste zender) plus(+) de middenfrequentie. De AM-middenfrequentie van de B6X72A is 452 kHz. Om een zender op 1008 kHz (Radio 10 heet die geloof ik tegenwoordig) te kunnen ontvangen moet de oscillator een frequentie van 1008 + 452 = 1460 kHz opwekken.
De rekenformule ziet er dus uit als fontv + fmf = fosc . Voor KG ligt de oscillatorfrequentie meestal onder de ontvangstfrequentie, zodat de formule dan luidt fontv - fmf = fosc . Omdat op oude radio's de schaalverdeling meestal in meters is aangegeven en niet in frequentie hier de omrekening van frequentie naar golflengte. Frequentie in kHz = 300.000 / golflengte in meters
en omgekeerd; golflengte in meters = 300.000 / frequentie in kHz. En voor alle duidelijkheid: 1 MHz = 1 MegaHertz = 1000 kHz = 1000 kiloHertz = 1000.000 Hz = 1000.000 Hertz

Na al dit gereken nu eindelijk de test. Stem de B6X72A af op 1008 kHz (Radio 10 of zoiets) en de "meetontvanger" op 1460 kHz. Op de meetontvanger moet je nu een draaggolf horen. Verstem je de B6X72A dan moet de draaggolf op de meetontvanger verdwijnen. Het duidelijkst hoorbaar is het verschijnsel als de meetontvanger is afgestemd op een relatief zwak binnenkomende zender en je varieert de afstemming van de te onderzoeken ontvanger. Je hoort dan een duidelijk variërende fluittoon.

Deze test werkt exact hetzelfde op FM, waarbij in de formule de middenfrequentie op 10,7 MHz moet worden gesteld: fontv + fmf = fosc

Ed van der Weele

Controleer even de weerstanden aan de schermroosters van de MF-buizen EF89 en EF85, dit zijn waarschijnlijk van die composietweerstanden en die verlopen nogal makkelijk in waarde.

Hugo Sneyers

Ik geloof meer in problemen met de schakelaars. De ene keer doet de oscillatorsectie het wel,de andere keer niet. Schoonmaken is leuk, maar het helpt vaak niet. De schakelaars zijn door ouderdom vaak voorzien van een laagje oxidatie. Dat krijg je ook niet schoon met reinigingsmiddel. Ik ben persoonlijk géén voorstander om maar reinigingsmiddelen te gebruiken. Je moet de schakelaars zelf goed bekijken per sectie. Ik heb vaak dezelfde problemen gehad met toestellen van eind vijftig van Philips. Ook de composietweerstanden zijn bijna allemaal verlopen. Nameten per weerstand is vaak de enige remedie. De "Micropack" spoelen die bij Philips gebruikt werden in de vijftiger en zestiger jaren zijn vaak een brok ellende. Als ze nieuw zijn zijn ze qua gegevens misschien wel de beste spoelen van de wereld, met de beste Q factor maar, als ze enige tientallen jaren oud zijn. dan laat de lijm waarmee inwendig alles op z'n plaats gehouden wordt los en verschuift inwendig de kern met een plastic buisje en weg is je juiste inductie van je MF spoel. Allemaal dingen die je tegen kunt komen in toestellen van de vijftiger jaren van Philips.

Thijs Bouma


Deze radio heeft twee UCH21 buizen, je kunt proberen deze te verwisselen. Als het verschijnsel hiermee is verholpen is de buis die oorspronkelijk (van achter gezien) geheel links zat versleten.

John Hupse

Als dit probleem bij alle drie de golfbereiken hetzelfde is, is het de afstemcondensator die afhankelijk van zijn stand kortsluiting maakt. Deze kan zeer vuil zijn. Ook is het mogelijk dat de plaatjes in de afstemcondensator elkaar raken.

Jeroen M. Visser, K.Dassen


Bij oscilleren van zo'n radio zou ik eerst denken aan aan onderbreking van de uitwendige afscherming van de EBF2 of aan slechte ontkoppelcondensatoren. Als de EBF2 een beetje los op zijn sokkel staat, met een duidelijke barst in de verf, dan is onderbreking van de afscherming waarschijnlijk. Proberen te vervangen of repareren. 

Het lijkt me niet waarschijnlijk dat een verouderings-gerelateerde fout in de MF transformators leidt tot oscilleren. 

Onno Massar

De oorzaak van het oscilleren van E(B)F89 is dikwijls dat in en uitgang elkaar "zien". Probeer het eens met een blikken afscherming over de buisvoet. Je soldeert deze van pin 1 naar pin 6 over de centrale middenbus heen, en legt scherm aan massa. Andere oplossingen zijn:

  1. klein stopweerstandje direct aan stuurrooster (10 tot 100 Ohm);

  2. demp de kring van de mf-trafo door er een parallelweerstand van zo'n 47Kohm over te zetten (nadeel is dat de bandbreedte van de kring groter wordt);

  3. stuurrooster, kathode, schermrooster ontkoppelen met een condensator van 10nF;

  4. instelling van het schermrooster; deze moet op 100 V staan bij 3 mA. Deze waarde bepaalt in hoge mate de versterking van de buis (penthode). Een verkeerde instelling kan leiden tot oscillatie;

  5. controleer totale stroom in de kathode; deze moet zo'n 11 mA zijn (9mA anode, 3 mA schermrooster);

  6. kijk tenslotte of de mf- trafo goed aangesloten is. Vaak zijn primaire en secundaire zijde qua gelijkstroom eigenschappen niet gelijk. Door de primaire kan en hogere stroom lopen (zit in anodecircuit stuurtrap). 

Mans Veldman


Meestal ligt dit inderdaad aan de DK92 of aan verlopen condensatoren. De buizentester geeft in dit soort gevallen weinig zekerheid. De roosterstroom van de DK92 moet ongeveer 0,1 mA zijn over het gehele afstembereik, dat betekent dat je ongeveer 3 Volt gelijkspanning moet meten over de roosterweerstand R7. De oscillatorspanning zelf is ongeveer 4 Volt effectief over het hele bereik. Ook de golfbereikschakelaar kan kuren vertonen, in mijn Philips LX444AB veroorzaakte deze schakelaar soms een aantal vreemde verschijnselen door overgangsweerstand.

De veronderstelling dat de opslingering bij hoge frequenties minder zou zijn door de lage zelfinductie van de oscillatorspoel klopt niet helemaal, de opslingering is alleen afhankelijk van de Q factor van de kring, niet zo zeer van de zelfinductie.

John Hupse

Mogelijk is dit ook te wijten aan condensatorwaarden die door ouderdom te ver verlopen zijn. Ik heb net een radio hersteld die hetzelfde probleem had, zowel op LG als op KG, en ontvangst op MG was matig. Door met een capaciteitsmeter alle condensatoren van de antenne- en oscillatorkring uit te meten, had ik snel de oorzaak gevonden. Zo was er een condensator bij die volgens opdruk 1.250 pF moest zijn, die nog slechts 16 pF bleek te zijn. Als de waarde van de condensatoren in de antennekring te veel verloopt, dan resulteert dit in zwakke of geen ontvangst. Als de waarde van de condensatoren in de oscillatorkring te veel verloop, dan zal de local oscillator stilvallen. Het kan ook wel zijn dat de mengbuis te veel verzwakt is waardoor die de hogere frequenties niet meer aankan. Dit kun je makkelijk testen door er even een andere buis in te steken. Blijft het resultaat hetzelfde, dan zijn het voor zeker die condensatoren.

Patrick Meersman


Probeer eens of met een andere radio de MG (=AM) storing ook op te vangen is. Zo ja kijk dan of je monitoren, TL balken, lichtdimmers e.d. in huis hebt die de storing veroorzaken.

Wouter Nieuwlaat


Het wil nog wel eens voorkomen dat een papiercondensator (teerknol etc.) die de AVR filtert, zo lek is dat de AVR spanning inzakt. Bij de meeste radio's heb je weerstanden in de AVR leiding van 680k-3M. Met die lekke condensator heb je dan een spanningsdeler. Dat is alleen een beetje te meten als je een buisvoltmeter of digitale voltmeter gebruikt met een ingangsweerstand van meer dan 10 MOhm, anders maak je zo'n meetfout dat je geen conclusies kunt trekken. Meet de AVR spanning voor en achter de serieweerstand. Als je een goedkope digitale multimeter hebt, is de meetfout te groot en is het moeilijker. Meet de serieweerstand ook nog door (deze kan te groot zijn geworden).

Onno Massar

Vervormt het geluid zowel bij AM als FM en PU, dan is het de koppelcondensator tussen voor- en eindversterkerbuis. Bij AM komen sterke zenders vervormd door als de AVR niet werkt. De AVR spanning wordt vaak afgeleid van de detectiediode en via een hoogohmig weerstandsnetwerk teruggevoerd naar het stuurrooster van de mengbuis. Bij FM is in principe geen AVR opgenomen. Sommige FM radio's hebben wel een AVR circuit bij de laatste MF buis, en wel op het remrooster G3. Andere FM radio's hebben een AVR effect door de spannigsval over de schermrooster weerstanden van de MF buizen die groter wordt. Uiteraard zijn er ook mogelijk andere oorzaken, maar bovengenoemde zaken liggen voor mij het meest voor de hand.

Kees van Dijke

Meestal is het de kleine elco van 2-10 µF van de ratio detector. Soms moet ook de laatste trimmer van de FM MF een klein beetje nageregeld worden op minimale vervorming. Voor het overige deel kan het zijn dat door de audio compressie/limiter (optimod) het geluid van de FM te hard is waardoor het loudness netwerkje in samenwerking met de frequentie afhankelijke spanning tegenkoppeling de lage tonen teveel ophaalt. Een oplossing hiervoor is een spanningsdeler netwerkje bestaande uit 2 weerstanden na de FM detectie inbouwen.

Kees van Dijke,

De FM vervorming kun je wellicht terugleiden tot de detector. Is de vervorming minder/anders als je de zender er net "naast" zet? In de detector zitten vaak elco condensatoren. Deze zijn dan slecht en moeten vervangen worden. Eventueel kan afregelen helpen.

Wouter Nieuwlaat

De stereodecoder zit altijd in de signaalweg, als je de radio op mono schakelt worden de links- en rechtsuitgangen van de decoder gewoon doorverbonden. Desalniettemin zit de fout, als de decoder op stereo goed werkt, waarschijnlijk toch niet in dat gedeelte. 

De EAA91 is een berucht geval: deze bevat de twee diodes van de FM-discriminator. Probeer eens een andere EAA91. Verder zit er aan de onderkant van het chassis vlakbij de voet van de EAA91 een elco van 10 microfarad 70V. Deze is vaak uitgedroogd en dan ontstaat er ook vervorming op de FM-band. Dus bij voorkeur vervangen. Voorts wordt van de EBF89 het penthode-deel alleen voor FM gebruikt. Kleine kans dat het probleem door deze buis veroorzaakt wordt; je kunt het proberen door hem even door een ander exemplaar te vervangen. Als de decoder werkt: afblijven van de afregelingen. Eventueel alleen elco's op de decoderprint vervangen, deze zijn vaak ook uitgedroogd.

Henk van den Broek


Ik denk, dat je de tweekringer opnieuw moet afregelen. De gelijkloop tussen de afstemkringen is niet goed. Daarom ontvang je iedere zender twee keer. Als het toestel is afgeregeld, zijn de gevoeligheid en de selectiviteit ook stukken beter. Denk erom; paralleltrimmers afregelen aan het hoge einde van ieder golfbereik (uitgedraaide afstemcondensator; kernen of serietrimmers (paddercondensatoren) aan het lage einde van de banden (ingedraaide afstemcondensator afregelen. Dit kan bij een tweekringer nog redelijk op het gehoor m.b.v. enkele bekende zenders aan het lage en hoge eind van het golfbereik. Bij een drie-, vier-, of superhet kan dit echt niet meer. Je moet dan ook wat meer meetapparatuur hebben.

Alco Bouwense

De zenders van Radio10 en 747AM staan bijna in je achtertuin (Zeewolde). Met zulke sterke signalen en de minder goede selectiviteit van een rechtuitontvanger blaast zo'n zender overal doorheen. Met een sperfilter op de frequentie die hinder veroorzaakt kan je veel verbeteren. Als het goed is, dan is er al een afstembaar sperfilter ingebouwd in deze Braun 777. Dit kan je afstemmen op een minimaal stoorsignaal wanneer je een wat zwakkere zender wilt ontvangen. Het sperfilter staat in serie met een van de twee antenne ingangen. Het is inductief gekoppeld met de tweede antenne ingang, zie schema hiernaast. 

Eerst stem je de radio op de normale manier af op de zwakkere zender. Vervolgens stem je het sperfilter af op de sterke zender zodat deze zo goed mogelijk wordt onderdrukt. Je moet wel de antenne ingang gebruiken die met het sperfilter is verbonden, anders werkt dit niet. Als er maar één sterke zender is die stoort kan je het sperfilter hierop afstemmen, en hoef je er dus verder niet meer aan te draaien.

Wanneer je in het laatste geval de sterke zender wilt ontvangen gebruik je de andere antenne ingang.

 

(scan: John Hupse)

Ed van der Weele, John Hupse

Kennelijk realiseert een aantal liefhebbers van oude radio's niet dat er in het zendlandschap wel iets is veranderd t.o.v. de tijd dat zijn hobbystuk werd gebouwd. Met name de vermogens zijn astronomisch omhoog gegaan; lukte het vlak voor de oorlog maximaal 20 kW op middengolf in Nederland in de lucht te brengen is dat nu al gauw 200 - 400 kW. De remedie is kinderlijk eenvoudig, gebruik een korte antenne; en je radio heeft minder last van oversturing.

Zo kan ik hier in Utrecht op een kristalontvanger met een antenne van maar anderhalve meter met gemak 675 (Arrow) ontvangen.
Andere zwakkere zenders wordt lastiger, want een langere antenne geeft alleen maar meer 675 in de ontvangstkring die er vrijwel niet uit te filteren is. Heb je twee of meer zeer sterke zenders in de buurt, dan wordt het nog lastiger, omdat nu ook de mengproducten, gegenereerd in de eerste RF trap, een rol gaan spelen. Probeer maar eens in de Flevopolder wat te horen op 261 LG...
1008 - 747 = 261. Ook dubbele frequenties kunnen ontstaan: in midden Nederland hoor je op veel portables weer Arrow op 1350; alleen duurdere ontvangers hebben er geen last van.

Mensen die vlak bij een FM zendstation wonnen hebben gemerkt dat de ontvangst van bepaalde zenders ook steeds moeilijker wordt als gevolg van oversturing front-end in de radio. Het plaatsen van extra steunzenders biedt maar ten dele soelaas. Ook op FM zijn de vermogen behoorlijk omhoog gegaan.

Voordeel is weer dat op een oude buizenradio met ingebouwde antenne vrij veel FM zenders goed ontvangen kunne worden, vroeger was al snel een buiten antenne nodig.

Ruud


Een 830 heeft een behoorlijke antenne nodig (dat was vroeger de gewoonste zaak van de wereld). Belangrijk is de kwaliteit van de 2 HF lampen. Je zou ze eigenlijk op een buizentester moet testen. Ik zou de Ohmse weerstand niet als (het) probleem zien. Eerder is een lekke condensator de oorzaak. Een kleine lek is al van invloed.

Maarten Gudde

Zijn alle voeding en schermrooster-spanningen in orde? En wat nog belangrijker is: welke potentiaal hebben de stuurroosters van de beide HF buizen? Deze moeten een waarde hebben tussen de -10 en -1,5V afhankelijk van de stand van de draadgewonden volumeregelaar. Hoe harder het toestel staat hoe minder negatief deze spanning is, en hoe meer de HF buizen versterken. Natuurlijk meet je een meetfout wanneer je direct met je digitale multimetertje op het eerste rooster gaat meten, maar de exacte waarde is minder van belang. Het gaat erom of je de spanning mooi kunt variëren, je weet dan gelijk of de volumepotmeter in orde is. Ook is het van belang bij dit toestel dat de eindbuis nog een redelijke anodestroom trekt, immers de spanningsval over R6 en R7 bepaalt de hoogte van het negatief, en daarmee indirect de instelling van de HF buizen. Ik ga er wel vanuit dat de condensatorblokken beide zijn gerestaureerd. De condensatoren in die blokken (C3-4-5-7-8-9) heb ik tot nu toe altijd defect gehad. Dan stort het hele zaakje natuurlijk als een kaartenhuis in elkaar. 10 ohm voor S6 en S7 lijkt enigszins verdacht. Wat je kunt doen is de aansluitingen van die spoelbus even doorsolderen. Een ander doemsenario is dat de antennespoel is verbrand door een blikseminslag. Maar misschien zit er toch een overgangsweerstand in één van die solderingen. 

Een andere mogelijkheid is dat de gelijkloop van de afstemcondensator weg is. Dat is gemakkelijk genoeg vast te stellen. Wanneer het toestel rond het trimpunt (225m) redelijk goed speelt, maar stiller word wanneer je naar 550 meter draait, heb je daar een probleem. Door een eventuele ongelijkheid tussen de twee afstemcondensatoren word de gelijkloop van de kringen verstoord, hoe verder je van de begincapaciteit afdraait, des te groter wordt die capacitieve afwijking. Dan is de gelijkloop weg en daarmee de ontvangst. Je kunt als testje even een antenne rechtstreeks op het eerste rooster van de eerste HF buis prikken. Is de ontvangst dan wel goed, dan zit het probleem vermoedelijk in de eerste antennetrap. Ontvangt het toestel trouwens op beide golfbereiken zo beroerd? Deze radio kan op een meetsnoer van een paar meter al verschillende zenders goed ontvangen, wanneer ze in orde is.

Nico den Haak

Bij een lange antenne is de capaciteit t.o.v. aarde groter dan bij een korte antenne. Deze antenne capaciteit verstemt de eerste kring t.o.v. de twee kring. De eerste spoel is ontworpen/afgeregeld voor een bepaalde antenne lengte/capaciteit. Bij zeer korte antennes is de capaciteit vaak te laag voor een optimale aanpassing; een trimmer tussen aarde en de antenne kan dan voor de juiste aanpassing zorgen. Bij zeer lange antennes is de antenne capaciteit juist te hoog, zodat een trimmer in serie met de antenne de oplossing biedt. Bij een Philips 720A, en mogelijk andere radio's, zit er een trimcondensator achterop de radio, die in serie staat met de antenne. Hiermee kunnen zodat  antennes worden aangepast. Ik gebruik bij mijn Philips 720A een antenne van 4 meter, met parallel daaraan een gewone afstemcondensator van 500pF. Na afregeling (eenmalig) is de ontvangst over de gehele midden- en langegolf redelijk goed voor een dergelijke antenne.

Corné Janssen

De voedingsspanning (gemeten op de uitgangstrafo) is kennelijk 340 Volt, dus ik denk niet dat er veel mis is met de voeding.

Als die 170 Volt de spanning is, die gemeten wordt op de anodeaansluiting van de eindbuis (dus pin 8 van de EBL1), dan verdwijnt er dus 340-170=170 Volt in de uitgangstrafo. Dit betekent dat er iets goed mis is met de primaire wikkeling van deze trafo. Je kan in dat geval het beste de aansluitingen van de primaire wikkeling lossolderen en de weerstand van deze wikkeling meten met een ohmmeter, dit moet een paar honderd Ohm zijn.

Als die 170 Volt de anodespanning is van de ECH4's dan is dat een vrij normale waarde.

John Hupse

Ik had dat pas geleden nog met mijn Goblin Time Spot. Normaal was de ontvangst matig, als ik een droge vinger tegen te top van de meng- of MF-buis hield werd de ontvangst een stuk beter. Hield ik er echter een natte vinger tegenaan, dan verdween de ontvangst geheel. Voor mij een duidelijk teken dat de afgestemde kringen waren verlopen. Probeer de radio eens af te regelen volgens de servicedocumentatie.

Otto Tuil

Als de ontvangst van de radio slecht is en je houdt een schroevendraaier op de topaansluiting van de mengbuis en de ontvangst verbetert enorm (zij het veel minder selectief), dan kan er iets mis zijn met de golfbereikschakelaar (vuile kontakten) of met de voorkringen. Dat kan zijn de antennekring of bij een driedelige afstemcondensator eventueel ook de tussenkring. Ook sluiting in een trimmer is mogelijk. Onderbroken spoelen komen regelmatig voor. Vaak door een hoge elektrische lading in de lucht, b.v. bij onweer als de buitenantenne erin blijft. Het afregelen van een toestel doe je pas als je zeker weet dat het toestel niet in orde is.

Thijs Bouma

De Philips B1X92 heeft geen ferrietantenne. Er is alleen een strookje aluminiumfolie in de bovenkant van de kast geplakt, dat dienst doet en een minimale antenne. Als je de hand op de kast legt wordt die antenne capacitief gekoppeld aan jouw lichaam, waardoor jij de antenne wordt van een kleine twee meter. Uiteraard ontvangt dat een stuk beter. Kortom de radio is zonder antenne alleen geschikt voor de sterkste zenders. Voor de zwakkere zenders is een echte antenne nodig. De folie is alleen voldoende voor de ontvangst van enkele sterke zenders. Meer zenders kun je alleen ontvangen met een wat langere draadantenne. In de gebruiksaanwijzingen van radio's uit die periode met een dergelijke binnenantenne, stond meestal de volgende tekst:

Otto Tuil, Jan Verdijk

(foto: Ed Koster)


Het "dingetje" tussen het soldeersteuntje en pen 2 van de DF91 is een smoorspoeltje (S23 op het schema). Als je wel ontvangst hebt met een krokodillenbekje op het "dingetje" is vanaf dat punt de radio in orde. Dus ook de oscillator/mengbuis DK92. De storing zit in of voor de hoogfrequentvoorversterker DF91 (B1). Meet de spanningen op het stuurrooster (punt 6), schermrooster (punt 3) en anode (punt 2). De telling van de buispennen is rechtsom (met de klok mee) gezien vanaf de onderkant van de buisvoet.

Ed van der Weele

De spanningen zijn als volgt:

De spanningen van DK92

punt 2 = 95 V
punt 3 = 35 V
punt 6 = 1 V

De spanningen van DL91 rechts van DK92 van voren af gezien

punt 2 = 0 V (is de aansluiting van dat smoorspoeltje, de andere kant van dat smoorspoeltje is 93 V
punt 3 = 35 V
punt 6 = 1 V

De spanningen van de andere DF91 links van DK92

punt 2 = 95 V
punt 3 = 35 V
punt 6 = 1 V

 

Ed Koster

Het smoorspoeltje is in elk geval onderbroken. Op het soldeersteuntje moet de zelfde spanning staan als op de anode van de DF91 (punt 2). Je kunt proberen de breuk te repareren door deze op te sporen en opnieuw aan het montagedraadje te solderen. Of een nieuw spoeltje te wikkelen op het oude spoellichaam. Zo op 't oog schat ik de draaddikte van de spoel in mijn LX422AB op 0,1 à 0,2 mm2.

Als tijdelijke oplossing kun je in plaats van het smoorspoeltje een weerstand van 100 Ohm monteren. Het is emaille-lakdraad. Om dit te solderen moet eerst de isolerende laklaag worden verwijderd en het koper worden vertind. Hoe dit het beste gaat vind je elders in Tips & Trucs.

Ed van der Weele

Je kunt proberen om de antennespoel op de ferrietstaaf wat heen en weer schuiven voor de beste ontvangst. De kleinste (dunste) spoel is voor MG, de grootste (dikste) voor LG. Door het handeffect wel steeds testen met je vingers uit de buurt van de ferrietantenne, of de spoel heen weer bewegen met een houten of plastic voorwerp. De spoelen zitten meestal geborgd met was. Die was kun je voorzichtig loswrikken of smelten met een soldeerbout op enige afstand. Na het afregelen de spoelen weer vastzetten met was of paraffine. Als er nog was aan de spoelen zit kan je die opnieuw smelten door er even met de soldeerbout langs te gaan. Als er onvoldoende was aanwezig is kan je er een druppel was of paraffine (kaarsvet) bijvoegen. De was hoeft er alleen maar voor te zorgen dat het spoeltje niet verschuift.

Ed van der Weele


(scan: Ed van der Weele)

De storing is opgelost. Ik heb gekeken wat C32 zou doen en bracht geen verbetering. Wat dan wel? Ik heb de antennespoel L2 opnieuw gewikkeld en alle aansluitingen goed gereinigd. De zaak opnieuw gemonteerd en viola, alles komt goed door nu. Blijkbaar kreeg het toestel gewoon te weinig antenne signaal. Speelt nu uitstekend over het hele gebied. 

Toine Segers


De middenfrequent buis werkt bij deze radio niet alleen als mf-versterker maar ook als laagfrequentversterker.
Deze reflexschakeling zou echter ook wel (een deel van) het probleem kunnen zijn. Om een buis zowel als middenfrequent- als laagfrequentversterker te laten functioneren moet de schakeling vrij zijn van genereerneigingen. En de constatering dat er iets verandert als je met een schroevendraaier het chassis aanraakt, lijkt erop te wijzen dat de radio genereert. Ook het vreemde gedrag van de afstemcondensator zou kunnen duiden op genereren. De hele schakeling rondom de buizen V2 en V3 en de ontkoppelcondensator C2 komen eigenlijk in aanmerking om oorzaak van het genereren te zijn. Als je over een oscilloscoop met 1:10 probe beschikt is het misschien mogelijk om de ongewenste oscillatie zichtbaar te maken. Maar evengoed kan een meetprobe het verschijnsel doen verdwijnen of veranderen door de extra belasting en capaciteit die je op de schakeling aansluit. Een lastig op te sporen probleem dus.

Ed van der Weele

Aangezien het probleem niet voorkomt op de lange golf, kun je de afstemcondensator niet gaan verdenken, omdat deze voor lange en middengolf wordt gebruikt. Ik denk dat het probleem te zoeken is in de oscillator die bij een hogere frequentie afslaat. Dit kan meerdere oorzaken hebben. Ik zou zeker en vast de oscillatorlamp nakijken en/of vervangen, ook moet je de "kleine" condensatortjes van de oscillatorblok (is de blok met de golflengteschakelaar en met allemaal spoeltjes op) nakijken en /of vervangen; dit zijn meestal van die platte condensatortjes met een relatief kleine waarde (tussen 50 pF en 250 pF).

De oorzaak van het tweede probleem (dat de radio harder gaat spelen als je het chassis aanraakt) is volgens mij een kapotte (onderbroken) condensator in de antenneleiding. Kijk eens na of dat er geen condensator zit tussen chassis en de secundaire van de antennespoel, die moet je zeker en vast nakijken. Eventueel kan het zijn dat de antennespoel verbrand is. Je kunt ook eens proberen om de netstekker andersom in te steken .

Dirk Kloeck

Oorzaken die ik bij dit soort verschijnselen horen, kunnen zijn:

- Sluiting tussen de condensatorplaten, eenvoudig te controleren door, terwijl de radio uitstaat, een ohmmeter aan te sluiten over de afstemcondensator en deze over het hele gebied te verdraaien. Uiteraard de verschillende secties controleren.

- Sleepcontacten van de afstemcondensator die vervuild zijn. Goed reinigen met tunerspray. Dit kan wonderen doen. Hier raad ik aan geen gewone contactspray te gebruiken. De busjes waar de kontakten over slepen zijn soms geoxideerd. Voorzichtig, met een schoon wattenstaafje gedrenkt in tunerspray, reinigen.

- Versleten oscillator/mengbuis. Het kan gebeuren dat zo'n verouderde buis niet meer op hogere frequenties wil oscilleren, dus bij het draaien aan de afstemming op een bepaald moment gewoon afslaat. Proberen met een andere buis dus, of, indien niet beschikbaar, de werking van de oscillator controleren met een scoop.

Henk van den Broek 

De afstemcondensatoren bestaan uit en aantal lamellen of platen die als het ware in elkaar grijpen. Nu zijn de buitenste platen vaak onderverdeeld in parten, dit kun je zien als zaagsneden in deze plaat. Die zijn er voor om een gelijkloop van capaciteit per verdraaiing te krijgen tussen de onderlinge condensatoren op dezelfde as. Als er op de as iets speling zit, of een van de parten te veel naar binnen verbogen is, kan er een kortsluiting ontstaan tussen het vaste en het draaibare deel van de condensator, waardoor het afstem circuit niet meer werkt. Met een Ohm meter is die kortsluiting gemakkelijk op te sporen. Wel even de condensator los halen van de rest van de radio.

Edwin Outermans

De lampjes moeten 7 V / 0,3 A zijn volgens het schema:

(scan: John Hupse)

Bij inschakelen zijn de gloeidraden van de buizen nog koud en daarom laagohmig. Er kan dan makkelijk voldoende stroom lopen om de lampjes te laten branden. Als de gloeidraden warm worden, dan zakt de gloeistroom tot 100 mA. Dat is niet genoeg om de lampjes voldoende fel te laten branden. De resterende 200 mA moet dan geleverd worden door de rest van de (nu spelende) radio. Op één of andere mannier trekt de schakeling niet voldoende stroom. Meet eens de spanning over de voedingselco's. Die moet ergens rond 250 V bedragen. Is dat niet zo, dan is de gelijkrichter (UY1) slecht. Is de spanning wel aanwezig, dan kan de UBL21 de boosdoener zijn. Dat wil niet zeggen dat de buis slecht is, maar kan veroorzaakt worden door slechte componenten rond de buis. Meet daarom eerst eens alle spanningen.

Otto Tuil


Terug naar de inhoudsopgave


(24-01-2009 )