Nederlands
Forum over Oude Radio´s |
|
Storingen / Afstemming |
|
Philips BX253U: afstemming op de KG klopt niet; als de oscillator zo wordt afgeregeld dat de schaal aan het eind klopt, dan zitten de zenders aan het begin van de schaal er wel 2cm naast.
Bij het afregelen van een radio volstaat het niet om de oscillator op een frequentie te ijken omdat alle spoelen en condensatoren in het circuit elkaar beïnvloeden. De gangbare procedure is om niet af te regelen op het einde van de schaal maar een stukje ervoor (soms zijn deze ijkpunten aangegeven op de schaal). Ga eerst een stukje voor de laagste frequentie staan en regel hier de spoel(en) van de oscillator af, ga nu naar een stukje voor de hoogste frequentie en regel de trimmer(s) van de oscillator af. Daarna kun je de schaalverdeling nog verbeteren met eventueel aanwezige serie- en/of paralleltrimmers (de zogenaamde bandspreiding), omdat de instellingen elkaar beïnvloeden zul je de afregelprocedure een aantal keren moeten uitvoeren om het beste resultaat te krijgen.
In de servicedocumenten van een toestel vind je altijd de afregelprocedure voor betreffend type beschreven. Het loont bij dit soort ingrepen dan ook de moeite om deze te pakken te krijgen.
Mans Veldman
Philips B5X14A (BiAmpli): op AM danst de uitslag van de EM80 mee op het ritme van de muziek. Op FM is de uitslag wel stabiel. Het euvel komt voor op alle zenders.
Het probleem zit hem in het avc/avr-circuit (audiovolumecontrol / automatische
volumeregeling). Een lekke condensator of een defecte weerstand kan
hiervan de oorzaak zijn. "Avr" betekent dat het geluid gelijk blijft zowel bij een
sterke zender als een zwakkere zender. Zit dit er niet in dan zal de sterke
zenders hard door komen en de zwakke zachter. Aan dat circuit zit
ook de EM80. Aan de hand van het schema is dit goed te zien.
Als in het
avr-circuit,
waar dus ook de EM80 zit een condensator naar aarde/massa wat lekt of een
weerstand in het circuit wat verlopen is, treedt het verschijnsel ook op
dat het afstemoog trilt of meegaat met de muziek. Vaak vergeet men bij
restauratie in het
avr-circuit nogal eens de condensator te vernieuwen. Men denkt vaak: "ach
het oog werkt en het geluid is ook goed". Een defecte koppelcondensator hoor je direct maar zo'n C-tje in
het circuit van de EM80 laat men vaak zitten.
Rene Daemen
Philips B4X79A: EM80 vervangen. Hij licht fel groen op alleen werkt hij niet goed; hij blijft onveranderd branden bij het afstemmen.
Meten is weten. Zoek op het internet naar de gegevens van de buis. Wellicht staat de buis continu aangestuurd en is de voorschakeling defect. Verder is het aan te bevelen de weerstand van 470 KOhm te vervangen. Deze is vaak niet goed meer.
Philips B5X82: speelt, alleen het "afstemoog" beweegt niet, geeft wel voldoende licht. De 470 K weerstand is al vervangen.
Met deze ontvanger moet je een groot aantal zenders kunnen ontvangen. Als dat niet zo is zou je de schermrooster weerstanden in het MF gedeelte (EF85 + EF89) kunnen bekijken. Meestal zijn deze verlopen. Schermrooster weerstanden zitten tussen de voedingsspanning en het schermrooster. Ze zorgen voor een goede instelling van de buis.
Maurice, Rob Hooft, Wouter Nieuwlaat
Erres KY466: de afstemindicator licht nauwelijks op en reageert ook niet meer (maar hij is zo donker dat je dat niet kunt zien).
In het geval van een Erres KY506 was de oorzaak de potmeter voor de toonregeling. Deze was kapot. Dit kwam doordat de
koppelcondensator van de EBC41 naar het rooster van de EL41, (bij de KY466 waarschijnlijk van de ECH21 naar de EBL21) lek was. Hierdoor is er positieve
spanning op de potmeter gekomen, waardoor de koolbaan stuk was gegaan. Na
vervangen van de condensator en potmeter (de potmeter uit een slooptoestel
i.v.m. lange as) voldeed de radio weer en deed het afstemoog het weer goed. Bij
de Erres radio's wijkt het voedingsgedeelte iets af t.o.v. andere merken. Je
moet het schema maar eens bekijken, dan zie je het wel.
Martin
Het kan ook zijn dat de AVR niet in orde is. Meet eens na wat de negatieve AVR spanning is. Normalerwijze dient de AVR een bepaalde traagheid te hebben om te voorkomen dat snelle signaalveranderingen de radio harder en zachter doen spelen (d.m.v. een een condensator/weerstand combinatie). Ook de indicator wordt hieruit aangestuurd (vanuit soms separate diode sectie).
Gert van Wee
(scan: Piet Blaas)
Hier is het deel van het schema waar het om te doen is. In eerste instantie verdacht ik C65. De waarde was 50% omhoog gegaan. Als ik die vervang door een goed exemplaar van 47.000 pF dan doet het oog iets meer. Het beweegt wel iets, maar nog niet spectaculair. De spanning op het rooster van de EM34 bedraagt met de originele condensator (C65) - 0,95 Volt tot - 0,75 Volt. Met de nieuwe condensator erin is de spanning op de sterke stations iets lager: - 1,1 Volt. Maar daar beweegt hij al wat beter door.
Ik heb R45 gecontroleerd, is prima. R11 is goed, R9 is ook goed en ook C32 lijkt in orde. De waarde daarvan is ook 50% hoger, maar vervangen door een exemplaar met de juiste waarde (3.300 pF) maakt geen verschil. Daarna heb ik B3 (EAF42) door een nieuw exemplaar vervangen en nu loopt de roosterspanning van de EM34 op tot - 1,9 Volt. Dat scheelt dus erg veel, maar het oog beweegt nu nauwelijks beter. Wel wat op de sterkere stations, maar bij de zwakkere is er geen verschil te zien.Wel valt me op dat de geluidssterkte wat raar oploopt. De volumeknop langzaam open gedraaid zwelt het geluid niet langzaam aan, maar is er opeens, maar wordt wel sterker als je de knop verder draait. Vervormt ook wel wat. Probleempje met de AVR?
(scan: Evert de Keijzer)
Controleer de weerstanden R5 en R6 i.v.m. de negatieve voorspanning voor buis
B4. Ook de weerstanden R29, R25, R26, die deze negatieve spanning naar het
stuurrooster van B4 geleid. Pas op de aangekoppelde weerstanden R19 en R20
zorgen voor de spanningsdeling en stabilisatie van de negatieve regeling van
buis B3 en B4 dus ook nazien. Even de massa verbinding loshalen bij de
luidsprekertrafo aansluiting luidspreker die heb ik doorgetekend. Ook de
verbinding R29 aan R5 loshalen. B4 uit de voet halen dan meten op stuurrooster,
er mag geen weerstandsmeting zijn dit i.v.m. lekke condensatoren. Je kunt nu ook
makkelijk totale weerstandsmeting doen b.v. vanaf R5 tot aan stuurrooster
aansluiting
en R5 tot aan luidspreker trafo. De diode circuit instelling van B3 die de Hf mf
wisselspanning gelijkricht is hier erg van afhankelijk dus ook de verandering
van negatief voor het afstemoog B6.
Evert de Keijzer
Heb je de condensator C38 al eens nagemeten op zijn waarde? Over die condensator moet de gelijkspanning ontstaan voor de sturing van het afstemoog.
Het is overigens een schakeling die je niet zo vaak aantreft. De audiodetector is onafhankelijk van de AVR. De AVR wordt met de diode in B2 opgewekt. Met de AVR heeft het vreemde regelen van het volume dus niets te maken. Ik verwacht eerder een defect in een van de componenten, C's of R's, in het volume- en toonregelcircuit. Die hele kluit rondom de twee potmeters, dus. Een lekke C of te hoog geworden R kan dan ook de werking van het afstemoog beïnvloeden.
Ed van der Weele
Philips BX500X: het "oog" (EM34) in deze radio werkt wel, echter bij hoog volume licht het veel beter op. De twee weerstanden van 1 MOhm zijn reeds vervangen wat de helderheid en gevoeligheid wel ten goede kwam.
Als je de radio hard laat spelen, dan trekt de eindbuis (EL41) minder anodestroom tijdens de signaalvariaties. Dit zorgt ervoor, dat de gemiddelde belasting van de gelijkrichtbuis (AZ41) iets minder is. De voedingsspanning, afkomstig van de gelijkrichtbuis loopt daardoor iets op, zodat dan de afstemindicator iets meer oplicht. Probeer het maar eens bij "spraak". Waarschijnlijk licht dan de EM34 meer en minder op in het ritme van de spraak. Overigens, is de AZ41 nog in orde? Als de emissie wat teruggelopen is, zakt de voedingspanning (+250 V DC) ook iets.
Alco Bouwense
Deze storing kan een aantal oorzaken hebben, B.v. een versleten EM84 waar de emissie van wegvalt na opwarmen; de gloeidraad die dooft door slecht contact in buisvoetje; een verlopen weerstand van 470k op buisvoetje of een slecht kontact in de bandkeuzeschakelaar van de PU stand. Bij vrijwel alle radio's word het afstemoog afgeschakeld als je de PU stand inschakelt. De contactjes die dit verzorgen kunnen vuil zijn.
Martin
Deubel
In deze radio zit een EM84 waarvan de penbezetting als volgt is:
(scan: Paul Brouwer)
|
Ik vraag mij af of de gloeidraad wel blijft
gloeien en of de radio nog normaal door speelt al die EM wegvalt. Als de
gloeidraad nog wel gloeit, kun je eens meten of je tussen het chassis en
pen 6 (± 250V), tussen chassis en pen 7 (<= 250V) en tussen chassis en
pen 9 (<= 250V) meet. Tussen chassis en pen 1 zou jij een negatieve
spanning van 0 tot -22V moeten meten. Als de gloeidraad niet meer gloeit,
moet je tussen de pennen 4 en 5 6,3V meten. Zo niet, dan zal er mogelijk
iets in de draden van de gloeispanning niet in orde zijn.
Paul Brouwer Misschien is het wel de weerstand van 470k die te fel verlopen is. Het zou kunnen dat de weerstand bij het opwarmen een te grote afwijking krijgt en na een tijdje daardoor het oog helemaal uit valt. Als dat zo is, moet ook de spanning op pen 7 en 9 aanzienlijk dalen terwijl de spanning voor die weerstand nog altijd 250V is. Freddy Verrcruyce, Paul Brouwer |
Philips 470A. bij een het afregelen van dit toestel gebeurt het volgende: bij het afregelen van de MG is het oscillatorsignaal op het lage deel van de band (vanaf ca 850 KHz en lager) te laag qua frequentie. Het scheelt op 500 m b.v. 20 KHz. De padding-condensator is al gecontroleerd en deze is goed. Daar eerst de MG, en daarna de LG afgeregeld wordt, is dit van vitaal belang. Ook de afstem-condensator is origineel en in orde.
Dit is een bekend probleem. In de meeste gevallen is het achterste kogeltje van de afstemcondensator ingesleten. Het kogeltje moet ervoor zorgen dat de luchtspleet tussen platen links en rechts gelijk is. Destijds stelde men dat af met een hoopje tin achter het kogeltje. Tin is echter zacht en na verloop van jaren zakt het boeltje dus naar achter. Het gevolg laat zich raden: de gelijkloop van de afstem-C is foetsie, de luchtspleet wordt ongelijk. Probeer eerst op het oog de luchtspleet weer mooi gelijk maken door het draaibare gedeelte van de condensator iets naar voren te halen. Op deze manier wordt het kogeltje wat ontlast, en kun je er een nieuw propje tin achter doen. Dan de boel weel terug laten zakken. Een paar keer herhalen, tot op het oog de luchtspleet weer mooi gelijk is. Dan met de capaciteittester de secties onderling gaan vergelijken. Eventueel kun je ook de tin helemaal weghalen, en een moertje achterop het huis solderen. Met een kort boutje stel je de boel dan werkelijk tijdloos af. Maar het is niet origineel. Probeer daarom bij voorkeur de tinmethode, al is deze vele malen omslachtiger en lastiger. Liever niet aan de platen gaan buigen, mijn ervaring is dat met het opnieuw nauwkeurig positioneren van het aanslagkogeltje de zaak meestal weer gezond is. Wanneer je een soort mal maakt waarmee je het asje kunt klemmen en trekken, kun je die nauwkeurig in positie plaatsen. Dan met een grote soldeerbout het zaak weer op orde brengen.
Nico den Haak, Pieter de Kock
Philips 830A: aan de hoge zijde van de band (200-300 m.) is de ontvangst krachtig; maar hoe verder naar de langere golflengten wordt gedraaid, hoe minder geluid overblijft. Verdacht zijn de afstemcondensatoren (gelijkloop) maar er zit ook een deukje in de spoelbus van de HF anodekring (de verticale spoelbus).
Om de gelijkloop van de afstemcondensatoren te kunnen testen moet je sowieso beschikken over een goede stabiele cap-tester. Eerst moet je de aansluitingen van de varco's (variabele condensatoren) los solderen. Daarna het capaciteitsverloop tussen de beide c's vergelijken in verschillende standen. Ik deed altijd verschillende steekproeven, daar mijn 634A ook ernstige gelijkloop problemen had. Wanneer de c's nog in het toestel zitten met de afstemschaal er nog op kun je b.v. om de 50 meter een proefje doen. Eerst begincapaciteit meten bij 200m op de schaal, dan 50 meter verder draaien en weer onderling vergelijken. Waarschijnlijk zie je dan na de 300m de waardes ineens vrij sterk verschillen. Bij maximum capaciteit (ongeveer 550pF) mogen ze hoogstens enkele pF's afwijken. Liever niet meer dan 5pF. Bij de 634A waar ik toen mee bezig was zat er 40pF verschil tussen. Wanneer je hebt geconstateerd dat de gelijkloop inderdaad weg is, komt probleem nummer twee. Het is namelijk nooit de bedoeling geweest om deze c's uit elkaar te halen. Ze zitten in de meeste gevallen vast gelijmd op de assen en kunnen er niet zonder meer afgeschoven worden. Die lijm kun je dan wel op laten lossen door het geheel tot net boven de assen een paar dagen in de thinner te dompelen, maar zelfs dan blijft het een enorm risico. Om de afdekkappen namelijk goed van de afstemcondensator te kunnen halen (anders kom je niet bij de platen), moeten de te demonteren afstemcondensator dus eigenlijk van de as afgeschoven worden. Pas op met de vorkjes deze zitten op een zeer kwetsbare as. Geen geweld gebruiken bij demontage. (Zie ook RHT nr. 100 van maart 2002 voor verdere details). Het probleem is namelijk dat waarschijnlijk de luchtspleet tussen de platen ongelijk is geworden, en daarmee wijkt het capaciteitsverloop af. Dat was bij mijn lentebode toen het geval. Om de luchtspleet weer ongeveer goed te krijgen rest alleen een paardenmiddel. Namelijk het bijbuigen van de draaibare platen. Steeds moet je dan het capaciteitsverloop opnieuw vergelijken met je andere afstemcondensator. Weer een beetje buigen, weer vergelijken. Tot het verloop ongeveer gelijk is. Het is een monnikenwerk, niet bepaald zonder risico. Ook niet geschikt voor de beginnende hobbyist, alle activiteiten zijn natuurlijk wel voor eigen risico. Het is namelijk niet onwaarschijnlijk dat je de afstemcondensator verspeelt in je enthousiasme.
Het probleem is ook als volgt aan te pakken. Uit experimenteren met
parallelschakeling van kleine C's, blijkt, dat als de secundaire kring enkele pF
parallel krijgt, de gevoeligheidspiek over de band schuift. De totale
kringcapaciteit wordt dan simpelweg de varco + parallel C, wat over het hele
bereik een zelfde capaciteitsverandering geeft. De secundaire kring wordt op
deze manier naar de primaire kring verstemd. Vervolgens andersom geredeneerd:
indien er een grote C in serie met de primaire kring wordt gezet, geeft dit als
correctie dat de primaire kring in de richting van de secundaire kring verstemd
wordt. Clou: deze seriecondensator beïnvloedt de capaciteit het meest bij
ingedraaide platen, waardoor er een heel ander capaciteitsverloop verkregen
wordt. (1/Ctotaal = 1/Cvarco + 1/Cserie)
Na enig experimenteren bleek een serieschakeling van 4700 pF te resulteren in
een buitengewoon bevredigend resultaat; over de hele schaal is goede ontvangst
mogelijk! Dit is misschien historisch gezien niet de meeste elegante oplossing,
maar het is in dit geval het resultaat wat telt. Het riskante demonteren van de
afstemcondensatoren is hiermee van de baan.
Nico den Haak, Rob
Bij het doorlopen van de middengolf komt op bepaalde plaatsen een krachtig tikkend geluid uit de luidspreker. Dit verdwijnt zodra op een zender gevonden is afgestemd. Het komt hoofdzakelijk op het linker gedeelte van de schaal voor.
Dit wijst vrijwel zeker op sluiting tussen de platen van de draaicondensator. Als je met een schroevendraaier zelf even sluiting veroorzaakt moet je hetzelfde geluid horen. Maak de condensator goed schoon (ook vuil en oxide kan de sluiting veroorzaken). Helpt dat niet, dan ligt de oorzaak in verbuiging van sommige platen, of het het verschuiven van de hele beweegbare deel door slijtage van de lagers.
Otto Tuil
Algemeen
Het verlopen van zenderafstemming (in feite het verlopen van de stabiliteit van de ontvanger) kan de volgende oorzaak hebben. Waarschijnlijk verstemt de lokale oscillator (geeft overigens hetzelfde effect). Dit zou een (meng)buis kunnen zijn, waarvan de oscillator sectie verloopt naarmate de buis warmer wordt tijdens het bedrijf. Het eenvoudigste is dus om de oscillatorbuis, vaak een ECHxx type uit te wisselen voor een goed exemplaar. Omdat de stabiliteit van deze oscillator voor het grootste deel afhangt van de aangesloten kringen en de afstemcondensator, zijn deze ook aan een inspectie toe, m.n. de afstemcondensator. Is de centrale as nog wel goed geaard? Zijn de trimmers nog in orde?. Mogelijk kan de paddercondensator ook nog wat roet in het eten gooien. Dit zijn zo wat algemene storingen, over onderdelen die in elke radio aanwezig zijn. Bij specifieke modellen kan er natuurlijk nog iets anders aan de hand zijn.
Henk Roovers
De zenders op de FM-band zijn ongeveer 3 MHz omhoog verschoven, d.w.z. dat een zender die op 90 Mhz zou moeten zitten, nu op 93 MHz zit.
Dit is een bekend euvel. De oorzaak is waarschijnlijk te vinden in het geoxideerd raken van bepaalde condensatoren. Deze hebben een opgedampte zilverlaag die in de loop der tijd weggevreten raakt, zodoende is er minder geleidend oppervlak, dus minder capaciteit. Minder capaciteit in een LC kring = hogere frequentie.
Wouter Nieuwlaat
De zender "verloopt". Dat wil zeggen dat als het toestel enige tijd aan staat de afstemknop moet worden bijgesteld en dat meermalen.
Dit verschijnsel komt bij oudere radio's veel voor, omdat er toen geen "AFC" automatische frequentie correctie was. Als het verloop van de locale oscillator ernstig is, terwijl het toestel b.v. in een huiskamer staat (dit i.v.m. constante temperatuur), dan is controle van alle componenten behorende bij de locale oscillator noodzakelijk, zoals:
Evert de Keijzer
Enig verloop is echter normaal, en bij precisieapparatuur (b.v. meetapparaten) wordt dan ook altijd in de gebruiksaanwijzing gezegd dat je het een halfuur of zo van tevoren moet aanzetten. Bij b.v. een oude scheepsontvanger met gespecificeerde nauwkeurigheid, wordt het verloop gerekend vanaf een halfuur na inschakelen.
Het meest gevoelige frequentiebepalende element is de afstemkring van de locale oscillator. Daarvan maakt de afstemcondensator deel uit en die is moeilijk stabiel te krijgen. Door uitzetting wijzigt de capaciteit.
De afstemfrequentie van middenfrequent spoelen verloopt maar marginaal, ook omdat de frequentie in absolute zin veel lager is. Een verloop van 1 op 1000 in de MF kring zet je afstemming 0.4 kHz naast de zender, terwijl een verloop van 1 op 1000 bij de locale oscillator, luisterend naar de bovenkant van de middengolf, al gauw 2 kHz scheelt. Bovendien is door het fysieke ontwerp van de MF trafo's (condensatoren vaak in de bus direct aan de spoelen) de gevoeligheid voor warmtewisselingen verkleind.
Stabiliteit is nauw verbonden met het ontwerp. Ik beschouw het zelf als normaal dat het verloop van een middengolfradio zo groot is, dat als je bij inschakelen zuiver afstemt, het station na opwarmen nog maar lispelend te horen is. Soms is het station zelfs niet meer te horen, de afstemming is er compleet naast, dan is het verloop wat hoger dan gemiddeld maar nog niet verontrustend. Na een kwartier hoort de afstemming niet meer hoorbaar te verlopen. (Het verloop kan ook op de hoge kant van de MG groter zijn dan op de lage kant!). Kortegolf radio's hebben meer last van het verschijnsel omdat de frequentie van de oscillator hoger ligt, en de zenderscheiding kleiner. FM radio's hebben doorgaans een wat stabieler ontwerp door het afgesloten doosje met de tuner, waar de buis buiten op is gemonteerd.
Gerard Tel
Philips B4X82A: als het ontvangst van een FM station maximaal is, (en de EM buis zoveel mogelijk uitgestuurd is) dan is de geluidsweergave vervormd. De andere golflengten doen dit niet. De ECC85 is al vervangen, met iets verbetering, maar de vervorming blijft.
Een mogelijke oorzaak: een Murphy U572 was erg ongevoelig op de FM-band en alleen sterke zenders kwamen ernstig vervormd binnen. Met de scoop op de audiolijn was dat ook duidelijk te zien: alleen maar blokken en geen sinussen. Over het elco'tje van de ratiodetector (4 µF) stond een gelijkspanning van circa 30 Volt, zelfs als er niets werd ontvangen. Dit duidde op genereren. Het genereren ontstond in de 10L14 (=UCH81), de eerste middenfrequentversterker voor de FM. De schermroosterontkoppelcondensator bleek defect. In plaats van 2000 pF was deze nog maar 250 pF. C'tje vervangen en de FM werkte weer zoals het hoort.
Ed van der Weele
Mogelijk moet de laatste trimmer van de FM ratio detector bijgeregeld moet worden. Deze is aangesloten op de EABC80. Dit is die van S22/S23 en bevindt zich in blokje gemerkt "G" op de tekening van de bovenkant van het chassis. Draai de kern héél langzaam, want ze is zeer breekbaar en de taaie borgwas maakt het draaien nogal moeilijk. Het afregelen gaat het beste op een middelmatig sterke zender (één waarbij het afstemoog ongeveer halverwege zijn bereik staat). Je hoeft hem maar een fractie te verdraaien, maar wees wel voorzichtig met de hard geworden wax. Eerst de radio een tijdje warm laten worden en de wax even smelten met de punt van de soldeerbout, anders draai je de trimmers stuk en moet je hem uit elkaar halen om hem weer te lijmen (lukt niet altijd). Je kunt de spoel ook even warm maken met een föhn waardoor de was wat zachter wordt. Dit vergemakkelijkt het afstemmen.
Het kan eventueel ook nog aan de EABC80 zelf liggen, waarin zich de twee diodes van de ratiodetector bevinden. Soms is deze buis gewoon aan vervanging toe. Wat ook vaak voorkomt is de 4 µF elco die aan de EABC80 zit. Deze gaat lekken en daardoor is het geluid slecht. Ik zelf vervang deze altijd.
Kees van Dijke, Henk van den Broek, René Engels
Zenith H500: Als ik hem tegen een zender aan
afstem speelt hij perfect op ieder gewenst volume. Zet ik hem echter precies
"op" de zender dan vervormt hij, niet bij laag volume maar bij
gemiddeld en hoog volume...
Ik zou AVR-werking eerst controleren, misschien is C19 of C17 lek. Controleer
verder de afvlak- en eventuele ontkoppel-elco's in het gloeistroomcircuit op
capaciteitsverlies eens. Met name C28 van 200 µF. Bij dit soort toestellen met
D-buisjes worden de gloeidraden in serie (verdeeld over een aantal takken)
gevoed uit de hoogspanning via een serieweerstand (R22, R23). Doordat de
gloeidraden tevens de kathoden van de buizen zijn kan bij een slechte
ontkoppeling terugkoppeling ontstaan van de ene buis naar de andere.
In deze Zenith is bijvoorbeeld de kathode van de eindbuis rechtstreeks verbonden
met de kathode van de MF-versterker. Als de kathodespanning onvoldoende
ontkoppeld is wordt het signaal van de eindversterker ook toegevoerd aan de
MF-versterker. Er kunnen nog meer elco's of condensatoren ter ontkoppeling
aanwezig zijn.
Als je op het hele schema het gloeistroomcircuit met een kleurtje markeert kun
je die condensatoren makkelijk opsporen. De condensatoren even overbruggen met
een onverdacht exemplaar en je weet of dat mogelijk de boosdoener is.
Pieter de Kock, Ed van der Weele
Je moet er achter zien te komen of het probleem in het HF/MF of in het LF deel zit. Beschik je over een oscilloscoop, kijk dan eens naar het signaal op de volumeregelaar, op het schema de linkerkant van deze volumeregelaar. draai de afstemming tegen de zender aan, en dan naar het "midden" van de zender. Kijk of het signaal gaat "klippen" of vervormen. Indien dit niet gebeurt, zit het probleem blijkbaar in het LF-deel. Treedt er wel vervorming op, dan werkt vermoedelijk de AVR niet goed. De AVR regelt de versterking van het HF/MF deel terug indien je afstemt op een sterke zender, zodat het signaal niet gaat vervormen.
Heb je geen oscilloscoop, meet dan zoveel mogelijk op het schema aangegeven spanningen na (vooral rondom de buizen), om de fout te lokaliseren.
Henk van den Broek
24-01-2009