|
Nederlands Forum over
Oude Radio´s |
|
|
Materiaal / onderdelen / componenten |
Overzicht
|
Bij de betere ijzerzaken heb je kant en klare afstandsbussen. De vraag is natuurlijk of zij wel de juiste lengte hebben. Recht zagen kan soms een probleem zijn. Daarvoor klem ik die pijp in een zaagmal. Zijn niet echt duur. En dan wat afveilen. Wanneer je een massief ijzeren staaf hebt, moet je een gaatje door het midden boren. Dat gaat prima als je de boor vast in de bankschroef zet, en busje in de boormachinekop.
Praxis heeft metalen gordijnroe van 13mm buiten diameter. Binnen is het ongeveer 10,5 mm. Het afzagen in een verstekbak gaat redelijk goed.
Otto Tuil, Anton Tan, Peter Lameijn
(foto: Hans van Kampen)
Dit is een z.g. "dikke film" schakeling. Het gaat om een keramisch printplaatje waar niet alleen opgedampte weerstanden en condensatoren op zitten, maar eventueel ook nog andere onderdelen zoals miniatuur transistors en zelfs bandfilters op kunnen zijn aangebracht. Deze laatste onderdelen zijn meestal zichtbaar in de vorm van een bobbeltje. Als ie geheel vlak is dan beperkt het zich tot weerstanden en eventueel condensatoren. Die worden opgedampt, en zijn dus uiterst dun.
Het geheel wordt wel door een stevige isolatielaag beschermd, maar kan vrij gemakkelijk breken. Er is niet gemakkelijk aan te komen. Het ding lijkt mij te groot om alleen een paar weerstandjes te bevatten. Op z'n minst zitten er weerstanden plus condensatoren in.
Deze techniek is bedacht halverwege de jaren '50. Het bovenstaande toestel, met het gebroken exemplaar, is uit 1956. Vooral de Japanners hebben hier veel in geïnvesteerd. Philips zag voor consumenten toepassingen meer in hard-kartonnen miniatuur printplaten. Het wordt nog steeds toegepast, ook in combinatie met IC's etc. Het meest in professionele apparatuur en in de auto industrie.
Een apart verhaal is de toepassing in eindversterker trappen. Dit is ook in Japan ontwikkeld, hierbij wordt de dikke-film schakeling ingegoten in een meestal zwarte omhulling, met aan een kant een extra, van de schakeling geïsoleerde metalen plaat met bevestigingsgaten. Dit is uiteraard bedoeld om een goede koeling mogelijk te maken. Een bekend merk is Sanken. Ze worden daar niet meer nieuw. Het is een typisch jaren 70-80 product en is verdrongen door de monolithische versterkers in TO-3 behuizing.
John Hupse
Het zijn de R's en C's tussen de stippellijn
op de tekening hiernaast.
Het onderdeel is eventueel na te maken met miniatuur onderdeeltjes en
een stukje geperforeerde printplaat. Wat je ook zou kunnen doen is om een klein printplaatje te maken met de aangegeven schakeling er op. Vervolgens een rode coating er overeen, en de schakeling is niet van origineel te onderscheiden. Zeker als je de componenten op de SMD mannier (de componenten zelf uiteraard niet SMD vanwege de spanning) op de achterkant van het printje zet, zodat je in het zicht tegen een mooi rood vlak aankijkt. John Hupse, Otto Tuil
|
(scan: John Hupse) |
Ferriet is een keramisch materiaal met elektromagnetische eigenschappen. Het is m.a.w. een kunstmatig product dat in een oven wordt gebakken. Het wordt in de elektronica ingezet omwille van zijn magnetische eigenschappen. Meer uitleg op http://www.fair-rite.com/FaqFer.htm (zie ook de history-koppeling).
Beert
Vrij dikke aluminium (zelfklevende) folie kun je bij de installateur op rollen
van diverse breedtes kopen. Als je stroken over elkaar heen plakt blijft het
geheel "stroom" geleidend. De plaklaag is dus niet isolerend. Het is
dus "mooi strak" te krijgen in het toestel. Dit in
vergelijking tot b.v. huishoudfolie. Echt zeer goed afschermende eigenschappen
heeft huishoudfolie volgens de deskundigen trouwens niet. De drukkersfolie vind ik persoonlijk
weer "teveel een ijzerplaat" in je radio.
Ben Dijkman
Ik heb dat materiaal zowel voor antenne- als voor afschermdoeleinden gebruikt zien worden. De keren dat ik het moest vervangen heb ik gewoon huishoudfolie en verdunde Bisonkit gebruikt. Je moet uiteraard voorzichtig werken en dan nog krijg je het niet echt mooi vlak maar zolang het binnen in de kast zit vind ik dat geen probleem.
Petrus Bitbyter
Het gezochte materiaal is "stanniol". Dat is echter niet makkelijk meer te koop; offsetplaat wordt als vervanger aanbevolen. Stanniol is nog wel leverbaar, echter de kostprijs is vrij hoog. Experimenteer dus gewoon met andere materialen, zo belangrijk is dit nu ook weer niet. De meeste drukkerijen hebben z.g. foliepapier in diverse kleuren op voorraad. Dit papier voldoet uitstekend als "grond c.q. aarde" -materiaal. Er bestaan zelfs diverse diktes. Dus even op zoek naar een drukkerij bij je in de buurt of een papierwarenhandel.
Gidi Verheijen, Claud
Diverse radio's in mijn bezit hebben beschadigde of ontbrekende afscherming van het serviceluik enz. Dit bestaat uit een wat dikker aluminiumfolie. Keukenfolie al eens geprobeerd, ook dubbel maar geen goed resultaat. Mijn kleinzoon van 5 maanden kwam met een oplossing. De babyvoeding zit verpakt in een stevige aluminium zak die opengeknipt en gereinigd een mooi vel afscherming oplevert.
Frans Hamer.
Eerste vraag is, waar voor wil je gebruiken. Indien je het wil gebruiken om elektronica onderdelen in te gieten, is het minder geschikt. Je hebt snel hardende giethars. Deze hardt in 30 minuten. Er komt wel veel warmte bij vrij, afhankelijk van de hoeveelheid hars. De temperatuur loopt soms op tot over de 90 graden. Deze is dus niet geschikt voor elektronica. Langzaam hardende giethars hardt in 12 tot 24 uur en wordt minder warm. Dit ligt meestal aan het type katalysator. Het "solid" type verdraagt hoge mechanische spanningen. Voor elektronica bestaan zachte types hars. Kijk eens bij Siba of 3M. Mijn ervaring is dat harsen over algemeen op bakeliet goed hechten. Een goed adres om alle soorten harsen te verkrijgen in Nederland is Permaco B.V Diedenweg 94, 6717KV Ede.
D.Bergsma
Ik heb ze zelf gemaakt. Bij de modelbouw-onderdelenhandel Quartel (enorm
grote zaak) verkopen ze messing pijp in diktes van 3 en 4 mm. De wand is
0,5 mm dik, dat is iets te dik, en voor mijn doel (buisvoeten) had ik
eigenlijk 3,5 mm nodig. Maar je moet wat. Ik zaagde stukjes van 9 mm. Die in een gat in een stalen plaatje van 7 mm. Dat plaatje op een andere stalen plaat (in mijn geval het "aambeeld" van de bankschroef). Dan eerst met een Amroh klinkgereedschapje (tophoek 90 graden) dan met een centerpons (tophoek 120gr oid) een "trompetje" het eind tot een trompetje gestuikt. Dan met een afgezaagde spijker van 6 mm dik (een zesduimer) het trompetje plat geslagen. Dan heb je een messing holniet van 3 mm doorsnee en 7 mm lengte en kop van 6 mm. Door de buisvoet en het chassis gestoken, de platte kant ondersteunen met een afgezaagde spijker in de bankschroef (betreffend chassis was niet leeg). En dan de procedure nog eens. Zie hiernaast het resultaat.
|
(foto: Onno M.) Een instructie over het bevestigen van holnietjes kun je vinden op deze site: http://www.piensatelier.nl/ |
Hoewel steeds meer vervangen door plastic, lijkt mij een metalen ballpointstift
voor dit doel ook bruikbaar.
Probeer het verder eens bij een schoenmaker/reparateur. In de leerindustrie worden
deze dingen veelvuldig gebruikt. Het is natuurlijk financieel aantrekkelijker om
de holnietjes bij een groothandel te kopen, voor een doos met 1.000 stuks ben je
dan rond de € 15 kwijt.
Leo Soeren, Henk Roovers
Voor het restaureren van de Philips Klipper
radio L5X62AB had ik voor het herstellen van de batterij (drukknop)
contacten een aantal aluminium holnietjes nodig van 2,8 mm rond en 3,5 mm
lang.
Na lang zoeken heb ik hiervoor de volgende oplossing gevonden. Ik maak gebruik van pop-nagels. Deze zijn er in verschillende maten, in het voorbeeld was de maat 3 mm rond. Dus eerst de ijzeren pen in de boormachine en het aluminium met een vijl op de juiste maat. Daarna de nagel van het ijzer afgeschoven en op de juiste lengte gemaakt. Loek Riemens
|
(foto: Loek Riemens) |
Ik plak normaalweg een typeplaatje met wat contactlijm en lijm dan ook nog 'halve' holnietjes (uitgeboord van een schrootchassis) in de lege gaten, zo dat ze cosmetisch het zaak in orde maken.
Pieter de Kock
Zijn adereindhulzen wellicht een alternatief voor holnietjes? Adereindhulzen worden toegepast om het uitrafelen van de koperaders van snoer te voorkomen zodat de klemverbinding in een kroonsteentje o.i.d. beter contact maakt. Ze zijn er voor 0.75, 1, 1.5 en 2.5 mm2 draad.
Ed van der Weele
Popnagels met gewenste diameter kopen, kop met deel bus in bankschroef, doorzagen op gewenste lengte en pin eruit tikken met een stomp spijkertje. Je houdt dan a.h.w. een holnietje over al is de eindschacht recht. Buiten materiaal is wel meestal van aluminium, dus scheurt eerder.
Huub S.
Je zou het eens moeten proberen bij de fourniturenhandel voor schoenmakersbenodigdheden, daar hebben ze heel veel van dat spul, maar ook is een optie de gespecialiseerde ijzerwarenwinkel te proberen.
Herman Bossche
Onderdelen die ik uit een toestel haal bij een reparatie stop ik meestal in een zakje en doe dit in het toestel.
Wouter Nieuwlaat
Verzamelen en dingen weggooien gaat niet zo goed samen. Buisvoetjes kunnen altijd van pas komen. En afstemogen en ook sommige andere buizen kunnen nog wel geregenereerd worden. Dat is het proberen waard, immers: de buis is toch al stuk, dus er valt niets te verliezen.
Piet Blaas
Ik gooi bijna niets weg. De condensatoren zitten in een kokertje uit de tijd dat ik de radio's reviseer en ik voorzie ze van een nieuwe inhoud. De oude gooi ik dan wel weg. Pannenlappen die onder de 50% zijn de regenereer ik en ik heb menig buisje terug gebracht naar 100% emissie. Nu moet ik ook zeggen dat het niet bij alle werkt, maar ik kan menige buis weer gebruiken. Vooral de E442, E452 en de E462 van Philips lenen zich hier goed voor. Helaas, bij de eindpitten, de B443 en de C443 gaat het niet. Maar dan neem ik de voet en plaats er met een paar weerstandjes een DL93 in. Met een verloopvoet. Weggooien doe ik bijna nooit, want meestal heb je het na twee weken ineens weer nodig om er in combinatie weer wat anders van te maken.
Philip van Apeldoorn
Wat echt niet meer te gebruiken is weggooien. Matige ogen kun je soms regenereren. Bij kapotte buizen zou ik eerst de voetjes er af slopen en dan weggooien; die voetjes komen altijd wel van pas.
Achim
Wat de ogen betreft: die bewaar ik ook inderdaad. Al zijn ze zwak. Verder
bewaar ik defecte buizen meestal ook.
Ik heb b.v. een defecte AZ1 staan die een gaasrooster heeft. Prachtig!
Ook een EM84, VT4C, Ebl1, QQE0312 (die is gelukkig nog goed) heb ik op die manier in het zicht staan. Mooi om naar te kijken vind ik! Een E446 o.i.d. zou ik b.v. nooit weg gooien!! Ik blijf het een prachtige buis vinden om naar te kijken. Heb ik haar dubbel (defect), zelfs dan zou ik er denk ik nog moeite mee om ze weg te gooien.
Auke Kieffer
Neem een schoteltje met ammoniak, plaats het te verleuren koperonderdeeltje in de buurt en dek het geheel af met een doos of zo. En ziedaar na 15-30 minuten wachten heeft men het gewenste resultaat. Maar, als je het te lang laat liggen wordt het zwart. Echter, geen nood, het is maar een heel klein laagje. Dat poets je er zo weer af.
Maarten Gudde
Nadeel van bovenomschreven methode is dat het resultaat vaak niet al te best is (kans op lelijke vlekken is erg groot) en dat overige delen zoals hout en ander metaal er niet goed tegen kunnen. Een goede oplossing hiervoor is een product van de firma "Liberon", het heet "bronzen medaille" en het is o.a. verkrijgbaar bij Hobby Klok in Heemstede. Het middel bevat een zuur en nog wat chemische rommel die het metaal in zeer korte tijd (plusminus twee minuten) een schitterend bruin patina geven. blanke lak erover en klaar.
Wouter Nieuwlaat
(foto: Ramon Pool)
Vroeger werd koper wel "gebruineerd" of "gebrand", waardoor het een aanblik krijgt als op bovenstaande foto is te zien. Voorzichtig met poetsen, want als je het metaal gaat poetsen met koperpoets dan zou je zomaar eens een koperkleurige voorkant kunnen krijgen...
Het luidsprekerrooster, behoort echter van z.g.n. "gebruineerd messing" te zijn. De oppervlakte heeft een behandeling ondergaan, waardoor het uiterlijk anders is dan het oorspronkelijke messing. In veel gevallen is dit door de tand des tijds geoxideerd, waardoor men het is gaan poetsen. Vandaar de koperkleur bij sommige exemplaren. Luidsprekers met het originele gebruineerde rooster zijn ook meer waard.
Dus nooit die mooie bruine coating wegpoetsen, maar voorzichtig mee omgaan.
Er is in het verleden al zo veel verpoetst waardoor de originaliteit verloren is
gegaan. Denk ook maar eens aan stationsnamenschalen. Op de volgende sites is
e.e.a. te vinden over het bruineringsproces http://internet.bodycote.org/de/media/files/bruenieren-nl.pdf
(pdf-file).
Bruineren van messing werd vroeger veel gedaan. Denk eens aan metalen beelden.
Je ziet het ook wel bij de oude(hang) peterolielampen. (De sierhouder voor het
keramische peterolie reservoir.) Er zit dan ook een soort lak laagje overheen.
Stel dat je het zou willen poetsen moet je eerst door dat laagje heen poetsen.
Ze noemen het ook wel branden, want het is namelijk ook mogelijk om met
roomboter en een gasbrander het patina erop te "branden". De boter
vergaat door de hitte, en vormt zuren. Die zuren doen het oxideerwerk. Zo
branden is veel moeilijker dan met een chemisch product. Vlekkerig resultaat is
vaak het gevolg.
Er zijn natuurlijk diverse methodes om te "bruneren". Onderstaand een beschrijving in het Engels:
A beautiful rich deep brown can be achieved on copper by using first the liver (correct name: Potassium Polysulphide) which is available from most chemical suppliers. It comes in the form of solid dry stones which are easily dissolved in water. One small stone, about the size of your smallest fingernail will be enough to mix a solution of 600 ml. Put this in a spray bottle and apply to the copper while consistently heating with a gas torch. Then gently rub down the surface with a wet scourer(schuursponsje) until you have an even light brown colour. Then reheat the surface, this time applying a weak ferric nitrate, this will richen, redden and darken the brown that you achieved with the liver, when you are happy with the colour, coat the surface with either a wax (floor wax is sufficient) or clearcoat.
Hier wordt dus duidelijk gebrand.
Ramon Pool, Ben Dijkman, Kees Koren, Wil Pfeifer, Wouter Nieuwlaat, Hans Opdencamp
(afb,: Erik van Kollenburg)
Dat onderdeel van het luidsprekersysteem is gemaakt van "zamac"; een
zink/aluminiumlegering, waarvan bekend is, dat het vergaat. Dit zou kunnen
gebeuren, omdat het zink zich waarschijnlijk opoffert t.o.v. aluminium. Om de
luidspreker toch te kunnen blijven gebruiken zul je zo snel mogelijk een mal
moet (laten) maken van wat je nu nog hebt en daarna met een harde kunststof of
metaal
een afgietsel maken. Die kun je dan weer op maat maken zodat de luidspreker het
weer doet.
Alco Bouwense, Hans van der Marel
In de Engelstalige Wikipedia staat hierover het volgende:
Zinc pest:
Zinc pest, (from German Zinkpest), is a destructive, intercrystalline corrosion process of zinc alloys of poor purity.
Zinc pest affects primarily die-cast zinc articles that were manufactured during the 1930s, 1940s, and early 1950s. In Germany, articles made from ZAMAK, a zinc alloy that also contains aluminum, magnesium, and copper, may be affected when produced during WWII and several years thereafter [1] Purer alloys were not available to the manufacturers as they were used for the war effort, or were just not on the market after the war. While impurities of the alloy seem to be the cause of the problem, environmental conditions such as warm humidity (greater than 65 %) may accelerate the process. Also, significant temperature changes can be damaging.
Affected objects may show surface irregularities such as blisters or pitting. They expand, buckle, tear, and in the end, crumble. The irreversible process will eventually destroy the object. Due to the expansion process, attached normal material may be damaged secondarily. Zinc pest is different from a superficial white oxidation process (“Weissrost”) that may affect some zinc articles.
Zinc pest is dreaded by collectors of old model trains, toys, or radios where the zinc die-cast process was used. Valuable items are rendered worthless but for their residual parts. Also part of engines of older vehicles or airplanes and military medals may be affected. Fortunately many articles of the time period at risk show no signs of zinc pest and seem to be stable.
Articles made after 1960 are generally considered free of the risk of zinc pest. Use of purer materials and more controlled manufacturing conditions make it unlikely that modern zinc articles will encounter degradation by zinc pest.
Zinc pest is not related to tin pest.
Otto Tuil
Om het verhaal maar meteen aan te vullen, ook Zamac onderdelen
gemaakt in de jaren '20 vallen soms spontaan uit elkaar. Zowel die van
Amerikaanse als Europese makelij.
Het beschermen van het materiaal met een
verflaag o.i.d. heeft geen zin omdat dit probleem van binnen uit ontstaat. Het
is al aangetoond dat verontreinigd materiaal (b.v. te veel lood) het probleem
veroorzaakt, in combinatie met een (te) snel uitgevoerd gietproces.
De hier gebruikte term "intercrystalline
corrosion" ziet er indrukwekkend uit, maar is wat misleidend. Vooral omdat
de details van het desintegratie proces van Zamac nog steeds niet goed worden
begrepen.
Wanneer het Zamac oppervlakkige putjes vertoont
(pitting) of blaasjes (blisters) is er sprake van een heel ander probleem
(oppervlaktecorrosie). Je ziet eigenlijk haast nooit putjes of blaasjes op Zamac
dat uit elkaar valt, zie b.v. ook de foto van Eric. Het "zinkpest"
probleem begint altijd met kleine maar diepe scheurtjes in het materiaal.
De juiste remedie is meestal om het
onderdeel of onderdelen opnieuw te gieten. In de modelbouw wordt dit wel gedaan
hoewel het door de kleine oplagen een vrij kostbare zaak is.
John Hupse
Hard geworden
Het zijn specifieke rubberblokken met vier pinnetjes om het blok in het chassis te monteren en een grote aangegoten rubber tule waar de schaal in geklemd wordt en waar vervolgens de assen van de knoppen doorgaan. Daar is dus niet zomaar even een vervangende tule voor te vinden (behalve dan in een sloper).
Jan Beuwer
Ik zou de rubbers stevig insmeren met zuurvrije vaselinevet en proberen iets
achter de rand van de rubber te smeren dan glijdt
de schaal er makkelijker over heen.
Willem Nijboer
(foto: Gidi Verheijen) |
Deze messing schroeftonnetjes werden o.a. gebruikt in de Philips Pionier bouwdozen, .maar ook wel in zelfbouw ontvangertjes met buizen. Rob Hooft
|
(05-04-2010 )