Overzicht
- Als een radio twee luidsprekers heeft, hoe aansluiten?
Als het gaat om één enkele luidspreker maakt het geen enkel
verschil op welke wijze de verbindingsdraden worden aangesloten. Als er van meerdere
luidsprekers sprake is, wel. Je moet er dan voor zorgen dat bij een
zelfde signaal alle luidsprekers een zelfde kant op bewegen. Als dit niet het
geval is kunnen de luidsprekers elkaar opheffen. Als luidspreker 1 bijvoorbeeld
naar buiten beweegt en luidspreker 2 naar binnen heffen ze elkaar als het
ware op. Uiteraard houd je wel geluid over maar het is minder luid en vooral de
bassen kunnen wegvallen. Bij een enkele luidspreker maakt het dus ook niet uit,
er gaat niets kapot en klinkt net zo goed.
Edwin
Outermans
- Ik ben een stereo versterker aan het testen en de
impedanties van de uitgangstrafo zijn 5, 8 en 15 Ohm. Ik heb enkel boxen van
4 Ohm . Kan ik hier op korte termijn schade aanbrengen aan de versterker?
Aansluiten in de 5 Ohm stand kan geen kwaad. Een luidspreker heeft toch een
ietwat wisselende impedantie. Rond de resonantiefrequentie kan de impedantie van
een luidspreker wel oplopen tot 25 Ohm.
Thijs Bouma, Martin Deubel
-
Ik heb een R&R uit de jaren '30 gekocht, echter
zonder luidspreker. Ik heb echter twee autenthieke R&R luidsprekers
liggen. Er komen drie draden uit het chassis, ( zwart , blauw en rood
merkteken in bruine draad meegevlochten). De zwarte draad is verbonden aan
een pin van de lamp 2A5. De blauwe en de rode hangen elk aan de positief van
de twee elco's van 8 microfarad. Ik heb ook de spanningen eens gemeten,
tussen de zwarte en de blauwe zit er 52VDC, tussen de blauwe en de rode zit
er 82VDC en tussen de zwarte en de rode zit er 0VDC . Op welke manier kan ik
deze draden op een luidspreker met vier aansluitingen aansluiten?
Het ziet er allemaal een beetje raar uit, maar het was in de jaren dertig een
heel gebruikelijke manier om een elektrodynamische luidspreker aan te sluiten.
Zo'n luidspreker heeft twee spoelen en dus vier draden. De spreekspoel is als de
spoel van een moderne luidspreker, deze is laagohmig. Meet met je ohmmeter of er
twee van de draden zijn waar een lage weerstand tussen zit, bv 2 of 10 Ohm, dat
is dan de spreekspoel. De andere spoel in de luidspreker is de
bekrachtigingsspoel, daar wordt een gelijkstroom door gejaagd zodat hij gaat
werken gelijk de normale magneet in een moderne luidspreker. Die heeft een veel
hogere weerstand, b.v. 500 of 1.200 Ohm dus zoek met je ohmmeter naar twee
draden met een relatief hoge weerstand ertussen.
Elektrisch gezien is de aansluiting heel simpel: de spreekspoel gaat aan de
secundaire van de uitgangstrafo en de bekrachtigingsspoel wordt als smoorspoel
geschakeld. Die zit dan tussen de twee pluspolen van de twee secties van de
afvlakcondensator. Je zou deze luidspreker dus heel begrijpelijk kunnen
aansluiten met vier draden naar het chassis.
Je geeft aan dat er drie draden uit het chassis komen. Tja... ooit heeft
iemand bedacht dat je die elektrodynamische luidspreker
met slechts drie draden aan het chassis kunt verbinden als je de uitgangstrafo
op de LS monteert. Dit komt omdat de primaire ervan een aansluiting deelt met de
smoorspoel. Ga maar na, de primaire van de uitgangstrafo is verbonden met (a) de
anode van de eindbuis en (b) de eerste afvlakelco. De smoorspoel is verbonden
met dezelfde (b) eerste afvlak en (c) tweede afvlak.
De draden die je ziet gaan dus naar de anode (zwart) en de twee elco-secties.
De spanningen die gemeten worden klinken vreemd. Dat komt waarschijnlijk
omdat de elco's tijdens de metingen aan het op- of ontladen waren. Van de twee
elco-secties wordt er eentje direct gevoed vanuit de gelijkrichter; ik denk dat
dat de rode is. De tweede elco zit dan aan je blauwe draad, en de zwarte draad
naar de 2A5 is de anode van de eindlamp. Je moet er een uitgangstrafo bij hebben
en uitzoeken welke twee draden de spreekspoel en welke de bekrachtiger zijn. Dan
sluit je je bekrachtiger aan tussen rood en blauw, de primaire van je
uitgangstrafo tussen rood en zwart (want de anodespanning van de eindbuis wordt
van de eerste elco afgenomen), en de spreekspoel op de secundaire van de trafo.
Of de luidspreker nog goed is kun je ook nagaan. Je moet tussen twee draden
een lage weerstand meten en tussen de twee andere
een wat hogere. Als dat klopt zijn de spoelen niet onderbroken. Of hij werkt kun
je natuurlijk horen na het aansluiten.
Gerard Tel
Het soepele draadje zit aan de spreekspoel. De soldeerlas zit vaak onder een
dotje kit. Door dat voorzichtig weg te krabben kun je op zeker moment het
massieve spoeldraadje zien. Krab voorzichtig de isolatie weg en je kun meten of
het spoeltje nog heel is. Dan is het wel te repareren. Het blijft een beetje
chirurgenwerk.
Henk Roovers
Dat draadje is weer verbonden met een spoeltje op de conus. Als het vlak met de
conus is afgebroken is het einde verhaal. Is het doormidden gebroken zou je het
nog kunnen proberen te solderen.
Jim Backer
- Hoe kan ik het beste het conus van een
luidspreker schoon kan maken (ik draaide de grill voor de jukebox weg en ik
kwam een dikke stof laag tegen die niet gemakkelijk los wil laten).
Voorzichtig afstoffen met een zachte kwast. Nooit een stofzuiger gebruiken, dat
gaat gegarandeerd fout.
John Hupse
- Philips AD3800AM speakers. Beiden zou ik graag op de conusrand
iets verstevigen.
Ik heb het wel met behangersplaksel gedaan of met een lijmpen van de Hema.
Dat werkt prima. Een dun laagje aanbrengen is voldoende. Wel goed laten drogen.
Bosma
Wellicht is boekbinderslijm ook bruikbaar. Mijn vader heeft wel eens een
luidsprekerrand met Bisonkit verstevigd en dat werkte prima. Maar
boekbinderslijm zou ook wel eens kunnen werken. Het blijft flexibel en is
transparant, kleurloos. Mors je wat, dan kun je dat met een doekje en wat water
weghalen (zolang het nog niet is uitgehard).
Ik heb boekbinderslijm tot nog toe alleen toegepast op oude boeken. De truc is
dat het flexibel moet blijven anders kun je niet meer zo makkelijk in het boek
bladeren. Dat werkt prima.
Piet Blaas
Heel simpel: neem de gewone Bisonkit. Smeer de rand in en laat het 24 uur
drogen. Ik heb dit al vele malen toegepast ook met de schuimranden die vaak als
je ernaar kijkt uit elkaar vallen. Bij voorkeur de Bisonkit verdunnen met
Bisonkitverdunner.
Je loopt anders het risico dat de laag te dik wordt opgebracht, waardoor je dus teveel
demping krijgt. Door gebruik te maken van verdunde kit en deze snel met een kwastje op
te brengen krijg je een goed resultaat. Eerst 24 uur laten drogen, de
luidspreker doormeten. Eventueel herhalen als meer demping nodig is.
Hans Rosenberg, John Hupse
Je kunt ook
Vinylflex gebruiken. Het is o.a. te koop bij de Lautsprechershop.
Je smeert het in dunne laagjes op de conus tot het beoogde resultaat is bereikt.
Als het om versteviging van de conusrand gaat moet je er rekening mee houden dat
je uitkomt op ongeveer 110% van de resonantiefrequentie. De rand heel dun
insmeren, 24 uur laten drogen en dan de resonantie meten. Deze moet 100 Hz
worden, als ie nog te laag is de behandeling herhalen tot het 100 Hz is. Na het
"inspelen" wordt het spul wat soepeler en zakt de resonantie tot
ongeveer 90 Hz. Je kan dit proces eventueel versnellen door de speaker een
etmaal (rustig) op 50 Hz te laten spelen. Een potje normale Bisonkit werkt ook
goed, dit moet je wel eerst verdunnen met Bison verdunner. Producten op basis
van latex (natuurrubber) worden ook wel aanbevolen, maar een synthetisch rubber
houdt het veel langer vol. Het probleem met een versleten conusrand is dat de
luidspreker te weinig wordt gedempt en de vervorming nogal toeneemt. Na de
behandeling is de speaker weer als nieuw. Als je een willekeurige hoeveelheid Vinylflex
op de rand smeert zit je al gauw te hoog, dat is natuurlijk ook niet optimaal.
De resonantie meet je met een toongenerator plus multimeter. Sluit de
luidspreker op de generator aan, en meet de stroom met de multimeter. Regel de
frequentie, als de stroom minimaal wordt dan resoneert de conus. Philips geeft
90 Hz op voor deze luidspreker. Gebruik een losse eindversterker als de
generator te weinig vermogen levert.
Wouter Nieuwlaat, John Hupse
Wat minder goed, maar ook bruikbaar, is een heel dun laagje siliconenkit aanbrengen.
Klanktechnisch valt nooit helemaal te voorspellen hoe dit uitpakt, maar als de
situatie niet al te kritisch is, is dat een mogelijkheid.
Henk van den Broek
Ik heb ooit ook zoiets geprobeerd. Ik heb toen houtlijm gebruikt (papieren rand). Verder nog de volgende
adviezen. Mijn dome van een Fane speaker (12") zat niet niet goed gelijmd
en daar was een deukje in gekomen. Elke keer dat de speaker naar voor bewoog (en
er dus drukverlaging achter de dome ontstaat) deukte de dome een beetje in. En
dat hoor je als je goed luistert. Mijn uiteindelijke oplossing was: polyester.
Glasmatje geknipt en er over heen geplakt. Na uitharden is het glimmende matje
zwart geverfd. Je ziet het amper en het ding draait alweer jaren mee.
Of wat dacht je van een dikke vette scheur in de conus? Vermoedelijk ten
gevolgde van een schroevendraaier die er doorheen gestoken is. Een paar laagjes steriel gaas
(uit de EHBO-tas) en Bison
houtlijm. Een nachtje laten drogen en zwart verven. Of desnoods zwart maken met een
zwarte merkstift.
Marco Loos
- Ik ben nu een aantal malen in jaren vijftig radio's van die elektrostatische
hoge tonen luidsprekers tegengekomen waarvan de meeste defect blijken te zijn.
Ik weet niet precies waarom, wel dat er in sommigen heel dun kunststofschuim zit
dat verteerd is. Heeft iemand hier ervaring mee en eventueel reparatietips?
Bij mijn radio's waren de elektrostaten meestal defect doordat er een
oxidelaagje op het membraan was ontstaan waardoor geen contact meer gemaakt
wordt. Uit elkaar halen van de elektrostaat. Vervolgens de plaatsen waar contact met
buitenwereld of andere onderdelen gemaakt wordt oxidevrij maken met bijvoorbeeld
een beetje contactspray op een wattenstaafje of heel fijn polijstwol.
Marco
Dit probleem heb ik onlangs opgelost door dit schuim te vervangen door een
laagje vilt er in te leggen en het is weer 100% in orde.
Stef
- Korting Novum 810W: Aan de zijkanten zitten twee platte
schijven, ongeveer 5cm x 5cm. Ik vermoed dat dit een soort tweeters zijn.
Klopt dit, en zo ja wat zijn dat voor luidsprekers?
Ja, dit zijn tweeters van het elektrostatische type. Aangesloten over de
primaire van de uitgangstrafo via een RC netwerk. Weergave vanaf ongeveer 7 KHz.
Meestal alleen ingeschakeld bij UKW/FM. Helaas zijn ze vrijwel altijd kapot. Dus
een originele vervanger zit er niet in.
Ze komen ook voor in b.v. de Erres KY596. Het zijn een paar vellen folie met
daarop een geleidende laag gedampt. Die laag is door oxidatie verdwenen, dus
geen mogelijkheid meer voor herstel.
Dat materiaal is waarschijnlijk mylar. Dat wordt ook in dure high-end
luidsprekers gebruikt. Ik geloof dat het ook nog in opgedampte versie
verkrijgbaar is. Verder hebben deze luidsprekers als nadeel dat het vilt
vergaat. Maar daar is wel aan te komen. Er zijn veel mensen die elektrostatische
luidsprekers zelf bouwen en die dus het mylar ook nodig hebben. Wellicht hebben
de bedrijven die dat materiaal leveren ook meer informatie over de opgedampte
versie. Het is ook mogelijk de tweeters door nieuwe te vervangen. In een
winkel waar men luidsprekers verkoopt (de luidsprekers zelf, niet de complete
boxen) heeft men vast en zeker elektrostatische tweeters te koop want deze
worden in hedendaagse boxen (luidsprekerkasten) nog steeds toegepast.
Thijs Bouma, Otto Tuil. Marco
Loos, Roland, Patrick Meersman
Wat gemetalliseerd mylar betreft nog het volgende: dit wordt wel in etalages
en dergelijke gebruikt. Als je het nodig hebt, zou je dus in een winkel voor
etalagebenodigdheden kunnen kijken. Voor moderne elektrostatische luidsprekers
wordt doorgaans slecht geleidend membraan gebruikt, aangezien dat een lagere
vervorming oplevert. Zelfbouwers brengen doorgaans zelf een slecht geleidend
laagje aan op gewoon isolerend mylar. Het best verkrijgbare materiaal voor het
laagje is zeer sterk verdunde behangerslijm. Zo'n slecht geleidend membraan is
echter alleen bruikbaar bij een symmetrische elektrostaat waarbij het signaal
tussen twee statoren wordt gezet en daartussenin een membraan zit dat op een
constante spanning gehouden wordt. Er zijn ook zelfbouwers die nylon
opgelost in levensgevaarlijke oplosmiddelen gebruiken.
Zeer dun isolerend mylarfolie (4um) valt misschien nog via TransTec
in Rotterdam te bestellen door b.v. aan te geven dat je het stofmembraan van een
QUAD ESL-63 wilt repareren. Je kunt ook kijken of Twinstatic
in Aerdenhout folie kan leveren. Anders moet je op Internet gaan zoeken naar een
van de elektrostatenzelfbouwers die ooit een rol van 500m bij de fabriek hebben
besteld en daarvan nog 498 m op zolder hebben liggen. Overigens heeft de dikte
van het folie een sterke invloed op de hoogweergave. Het is dus het beste om de
oorspronkelijke dikte te gebruiken.
Op de webbladzijde van ESL-club
staat ook nog wat informatie over leveranciers van materialen voor het bouwen of
herstellen van elektrostatische luidsprekers. De nadruk ligt wel op symmetrisch
opgebouwde luidsprekers met twee statoren en een hoogohmig membraan.
Marcel van de Gevel
- Telefunken Largo 1253: deze radio heeft 2
kleine luidsprekertjes aan de zijkant voor de hoge tonen. Nou werkt er
eentje niet. Ik heb voorzover me dat lukt de aansluitingen van beide
luidsprekertjes doorgemeten, maar daar lijkt niks mee aan de hand te
zijn.
In Telefunken zit meestal één woofer en aan de zijkanten twee
hoogspanningstweeters. Deze tweeters zijn meestal stuk. Wat je nog kunt proberen
is de tweeter voorzichtig uit elkaar te halen en dan de folie die onder het
gaasje zit om te draaien. In veel gevallen doet de tweeter het dan weer. Wel
eerst even de draad van het gaasje los solderen.
Jan Veenstra
- Grundig 2260: daarin zitten elektrostatische tweeters,
daar lijken
ze tenminste op, maar deze geven geen kik. Heeft iemand een idee wat er mis mee
kan zijn?
De electrostaat tweeters van Duitse radio's is een bekend probleem. Een veel
voorkomende oorzaak is stof, vuil en oxide tussen de membramen. Demonteren,
schoonmaken en weer in elkaar zetten helpt vaak uitstekend.
Wouter Nieuwlaat
De aansturing van deze speakers gaat over een netwerkje van spoeltjes en
condensatortjes. Bij de uitgangstrafo zit een netwerk van condensatoren en op
het klankbord van de speakers zit een strip met spoeltjes. Misschien is er iets
mis met dit netwerk van condensatoren en spoelen. Even doormeten dus.
Rob van der Es
Door Hugo Sneyers is een artikel
ingescand over (elektro-)statische luidsprekers. Dat is hier
te downloaden.
- Grundig 5066. Deze o.m. bezit 4 speakers
waaronder (langs de grote basspeaker) een platte,vierkante, bruinkleurig
elektrostatisch speakertje. Deze doet het niet. Welnu, nu weet ik niet of
het speakertje stuk is of dat een weerstand of condensator defect is. De 47k
waarmee de speaker in serie staat is in ieder geval goed. Wanneer ik de
radio aanzet en langzaam warm wordt, dan zijn er enkele tikken te horen in
deze speaker. Daarna, na 10 sec., zijn de tikken verdwenen. De radio speelt
dan wel verder héél goed. Omdat het hier om speciale speakertjes gaat die
een hoge voorspanning(voor membraam) nodig hebben, zie ik niet zo gauw
zitten om er een (moderne) vervanger in te zetten. Hoe repareer je zoiets?
Deze electrostaten doen het bijna nooit. Maar ze zijn te repareren. Hier de
uitleg. De electrostaten moet je voorzichtig openbreken. D.w.z. de gesmolten
punten. Dan de geperforeerde metalen plaat voorzichtig wegnemen. Alles moet
voorzichtig wand de folie is zeer teer. Haal de folie voorzichtig los los van de
geperforeerde plaat.
en draai deze 180 graden. Dus niet op de kop! Zodat het metalen stripje wat er
in zit weer een goed stukje folie raakt. Dan weer in elkaar zetten. En negen van
de tien keer doet hij het dan weer.
Ben
van der Kolk
Als eerste zou ik sowieso alle condensatoren in deze radio vernieuwen door
dezelfde moderne ERO exemplaren. De elektrostatische luidspreker kan een lek
vertonen of een gaatje in de isolatie van de folie zitten waardoor deze langzaam
ontlaadt. Dit is te merken als de spanning over de luidspreker erg laag wordt.
Elektrostatische luidsprekers heb ik wel eens vervangen door een Philips dome
tweeter van 8 Ohm met een condensator van 3,3 µF in serie. Dit geheel heb ik
uiteraard op de secundaire wikkeling van de uitgangstrafo aangesloten.
Kees van Dijke
- Vijftiger jaren kast voorzien van radio en pick-up.
Het merk van de kast is Tonfunk Violetta 635 met daar een Philips
pick-up ingebouwd. Het geluid is mono. Ik dacht de speakers te laten
repareren, maar nu blijken de het elektrostaten te zijn. Hoe
aansluiten?
De elektrostaatjes worden over de primaire van
de uitgangstrafo gezet (even opzoeken in het schema van een radio met
elektrostaten). De grote speaker moet breedbandig zijn. een goede
vervanger is vaak duur. Kijk daarom of je tweedehands een passende
breedband speaker kan vinden.
Laurens
Hierbij nog wat aanvulling uit mijn eigen ervaring. Enige tijd geleden
kwam ik voor het eerst van die platte elektrostatische speakertjes tegen
in een Blaupunkt Sultan (zie foto hiernaast).
Aan de hand van de artikelen in "Tips & Trucs" is het mij
gelukt ze te herstellen. De folie met opgedampt metaal was flink
gecorrodeerd, waardoor de resterende geleidende laag geen contact meer
maakte. Door de folie 180 graden te draaien en een blanco randje af te
knippen maakte de folie daarna weer contact met het frame. De schuimrubber
isolatielaag tussen de folie en de geperforeerde staalplaat aan de
buitenkant was geheel verteerd en verhard. Die heb ik - bij gebrek aan een
beter materiaal - vervangen door een dunne laag watten. Daarna werkten de
speakertjes weer. Waarschijnlijk niet zoals in de oorspronkelijke
nieuwstaat, maar er kwam tenminste weer geluid uit. |
(foto: Ed van der Weele) |
|
Op het schema is te zien hoe de drie speakers in de Blaupunkt Sultan
zijn aangesloten.
LA701 is de breedband front luidspreker die is aangesloten op de
luidsprekertransformator en LA702 en LA703 zijn de elektrostatische
hogetonenspeakers.
Die twee laatste zijn via de smoorspoeltjes D706 t/m D709 aangesloten
tussen het chassis en (via een paar condensatoren en een weerstand) de
anode van de eindbuis.
Ed van der Weele |
(scan: Ed van der Weele)
Van de loshangende speakerdraden die nog vast
gesoldeerd zaten gaat er inderdaad een paar naar een trafo van tonfunk en een
paar zit aangesloten op een Tungsram EL84. Kan ik nu een gewone hedendaagse
breedband luidspreker van zelfde Ri aansluiten op deze EL84?
Het paar dat direct op de EL84 zit, is van de elektrostaten. Die zijn meestal
stuk, maar zijn te repareren (zie elders in Tips & Trucs). Het paar dat naar
de trafo gaat (die trafo is als het goed is weer aangesloten op de EL84) is van
de grote luidspreker. Aan de trafo kun je prima een nieuwe luidspreker hangen. Een
breedbandige speaker is echter nodig, anders krijg je een gat tussen het gebied
dat de elektrostaatjes weergeven, en het gebied dat de grote luidspreker
weergeeft. Het is het echt waard om de elektrostaten weer te herstellen (als ze
stuk zijn) want de klank ervan is zeer goed.
Laurens
-
Philips autoradio model 382 van 1969. Het
betreft een mono radio zonder FM. De auto is voorbereid voor het plaatsen
van een luidspreker voor, in het dashboard en achter in de hoedenplank. Twee
passende luidsprekers van 8 Ohm heb ik inmiddels geplaatst (serie
geschakeld). Alles functioneert. Het luidsprekerfrontje heeft een
voorziening voor het plaatsen van een regelaar om het volume tussen voor en
achter te regelen. Deze regelaar (fader) heb ik niet. Kan ik voor dit doel
een gewone potmeter gebruiken?
Hiervoor is een gewone potmeter niet te gebruiken, het moet een zogeheten
draadgewonden potmeter zijn gezien het vermogen dat erin verstookt wordt. Verder
moet het een nogal laagohmig type zijn om een goed regelbereik te verkrijgen.
Een 10 Ohm type lijkt me aardig bruikbaar. Met een enkele potmeter kun je tussen
de twee speakers regelen, maar één van de twee zal nooit helemaal stil zijn in
de uiterste standen. Met een dubbele ("stereo") potmeter is dit wèl
te verwezenlijken. Het nadeel van deze twee methodes is dat je in de middenstand
van de potmeter altijd flink wat verlies hebt, je zult minder vermogen uit je
radio kunnen halen. Een echte, voor dit doel ontworpen potmeter heeft dit nadeel
niet, in de middenstand hangen beide luidsprekers rechtstreeks aan de uitgang
van je radio. Net al bij een goed balansregelaar werken deze fader slechts
verzwakkend over de helft van het regelbereik, en dan voor elke potmeter op de
as precies de tegenovergestelde helft. Bij auto toebehoren zaken zijn speciale
potmeters hiervoor te krijgen.
Henk van den Broek, Dolf W.
Ik meen me te herinneren dat ik vroeger ook zo een ding in mijn auto had
met één enkele mono potmeter en dat werkte als volgt
(zie tekening).
Hugo Sneyers
|
(tekening: Hugo
Sneyers)
|
Reanimeren
-
Magneten van een koptelefoon weer kunt
magnetiseren.
Bij een magnetische koptelefoon met trilplaat dient de permanente magneet in
dit geval om ernstige geluidsvervorming te voorkomen. Stel dat een elektrische
stroom met een frequentie van 1000 Hz wordt toegevoerd aan de elektromagneet.
Deze trilling doet de trilplaat aantrekken, elke keer dat de stroom een maximum
bereikt. Dus 2000 maal per seconde. De frequentie wordt hier dus verdubbeld. Om
dit effect te vermijden bestaat de kern van de elektromagneet uit een zwakke
permanente magneet. Dit permanente magnetisme zorgt er voor dat de juiste
frequentie wordt weergegeven, dus in dit voorbeeld 1000 Hz.
Conclusie: wanneer het permanente magnetisme is verdwenen ontstaat een
ernstige geluidsvervorming in een dergelijke koptelefoon.
De sterkte van een dergelijke magneet is niet erg groot, en hoeft dat ook niet
te zijn. Er zijn twee manieren om het magnetisme te versterken.
- Bepaal de noord- en zuidpool van het kapsel met een kompas, plaats een
merkteken, b.v. bij de noordpool. Doe hetzelfde met een sterke (keramische)
magneet die op de poolschoenen past (b.v. twee platte magneetjes op elkaar
gezet). Zorg ervoor dat de N pool van het kapsel op de Z pool van de sterke
magneet ligt, en omgekeerd. Beweeg nu de sterke magneet een aantal malen
heen en weer over de poolschoenen, b.v. twintig maal. Het magnetisme van het
kapsel is nu versterkt.
- Maak een spoel (circa 20 windingen) waar het kapsel in past, gebruik dik
koperdraad en sluit de spoel maar eventjes aan op een accu (alleen
aantikken, pas op voor te hoge stroomsterktes, deze veroorzaken lelijke
brandwonden). Meet met een kompas de richting van het magnetisch veld.
Plaats een merkteken, b.v. bij de N pool. Zet ook een merkteken bij de
poolschoenen. Plaats het kapsel in de spoel, N pool tegenover Z pool en
omgekeerd. Tik de accu een keer of 5 aan, het kapsel is nu gemagnetiseerd.
Methode 2 leidt in het algemeen tot betere resultaten vergeleken met methode
1. Methode 2 kan gevaarlijk zijn wanneer je met een te zware accu werkt, b.v.
met een autoaccu. Er loopt dan een te grote stroom, waardoor de koperdraad gaat
smelten en je zelf ernstig gewond kunt raken. Gebruik dus een kleine accu, b.v.
eentje uit een oude alarmkast.
John Hupse
Zie ook http://www.fontys.nl/elektro/medewerkers/tcramer/aandrijf/diktaat/EAPH7.pdf
en
http://www.goudsmit-magnetics.nl/index.php?id=17&L=1
Om te beginnen heb je magneetstaal nodig. Vroeger gebruikte men voor
magneetstaal een mengsel van aluminium, ijzer en nikkel. Tegenwoordig gebruikt
men: Vicalloy: (Fe 38 %, V 10 %, Co 52 %). Dit is een mengsel van ijzer,
vanadium en kobalt.
Eenmaal magnetisch gemaakt blijven deze materialen ook magnetisch. De vraag
is natuurlijk hoe je deze materialen magnetisch maakt. Bij natuurkunde heb je
geleerd dat dat alle ijzer moleculen dezelfde richting moeten hebben, om een
magnetische werking te krijgen. Door een stuk ijzer tegen een bestaande magneet
te houden treedt dit effect al op. Het is echter nogal zwak. Door het stuk ijzer
in een sterk magnetisch veld (gelijkstroomspoel) te plaatsen wordt de werking al
een stuk beter. Helaas hebben (ijzer-)moleculen bij kamertemperatuur niet zoveel
zin om te gaan bewegen. Je zult ze eerst moeten gaan verhitten om ze wat
beweeglijker te maken. In de vloeibare fase gaat dit het meest effectief. Dus om
een goede permanente magneet te maken, moet je in deze fase het ijzermengsel in
een sterk magnetisch veld plaatsen en dan af laten koelen.
De aldus gemaakte magneet heeft een veldsterkte (uitgedrukt in Tesla's) die
nog altijd vele malen kleiner is dan een kunstmatig opgewekte magneet m.b.v. een
gelijkstroomspoel om een stuk ijzer.
Met een permanente mangneet kun je dus wel een paar fietslampjes van energie
voorzien, maar wil je wat meer vermogen opwekken, dan zit je toch al gauw vast
aan een kunstmatig opgewekt magnetisch veld.
Maurice Hamm
Impedantie
Type hoornluidsprekers die gebruikt werden bij batterijontvangers uit de
jaren '20, hebben bijna altijd een impedantie van 2000 Ohm.
Liesette
Informatie
Op internet is informatie over hoornluidsprekers te vinden op de sites Sparkmuseum
en Horn Speaker.
In boekvorm is er de "Radio Horn Speaker Encyclopedia" van Floyd A.
Paul. Mogelijk nog verkrijgbaar bij v.d. Moosdijk te Someren.
Ron Kremer, Herm Willems
Het verschil is eenvoudig vast te stellen:
de diameter van een 2003 is 40 cm terwijl de 2007 45 cm meet.
Overigens lijkt de 2007 weer erg op de 2006. De 2007 heeft een drie-aderige
aansluiting terwijl de 2006 een twee-aderige aansluiting heeft. In het RHT 79 (Radio
Historisch Tijdschrift van november 1996) staat een uitgebreid overzicht van luidsprekertypen, dit
overzicht kan helpen bij identificatie.
Arjan
Muil
-
Wie kan mij meer informatie geven over de
luidspreker op de foto. Je ziet redelijk veel pannenkoeken e.d. maar
dit bijna nooit.
Deze speaker komt uit de jaren 1934/35. Eenzelfde type is vroeger ook
uitgebracht als distributie-luidspreker van de PTT; daarop staat er met
grote letters op : PTT. Verder is het embleem van Philips bij die
luidspreker gewoon in het bakeliet gedrukt. De Philips luidspreker heeft
het typenummer 4515.
|
(foto: Frans Eilers) |
Het model past goed bij de Philips toestellen uit dat jaar met dezelfde
vormgeving zoals 520, 521, 522, 638, 640, 736 en 738 A en U modellen. Van de
"pannenkoek" types (1926-1932) zijn er erg veel gemaakt, vooral omdat
de meeste toestellen in die tijd geen ingebouwde luidspreker hadden. De latere
toestellen hadden dat meestal wel en losse luidsprekers kwamen in 1934 dus veel
minder voor.
Peter Leusman, John Hupse, Pieter de Vries
Bij een luidspreker zonder bekende impedantie is deze eenvoudig te meten met een
toongenerator op 1000 Hz, een wisselspanningsmeter en een variabele weerstand.
Als de spanning over de luidspreker gelijk is aan die over de weerstand, is de
luidsprekerimpedantie gelijk aan de weerstand. Met een ohmmeter de weerstand
meten en je weet de impedantie.
Ed van der Weele
|
|
-
Philips AG9016 versterker, 2x2 watt: op de achterzijde van de versterker wordt een
luidsprekerimpedantie aangegeven van 5 Ohm. Kan ik zowel speakers van 4 ohm als
van 8 ohm aansluiten ?
8 ohm is geen enkel probleem. Het is een buizenversterkertje, dus mág je wel
een lagere impedantie aansluiten. 4 Ohm is niet echt een probleem, maar dat zou ik
niet doen. Bij een transistor versterker kan het twijfelachtig zijn. Als je er op vol vermogen mee gaat draaien.
Dit vanwege de warmteontwikkeling. Overigens wordt
bij een buizenradio waarop een extra luidspreker wordt aangesloten, ook plotseling de
impedantie gehalveerd, terwijl het vermogen tot hooguit 1,5x toeneemt. Het wordt
echt oppassen als je een halve impedantie op een versterker aansluit.
Sjaak van Schaik , Kees
van Dijke
- Waarom worden in sommige oude radiotoestellen de luidsprekers
"ingepakt" in een witte "vod"?
Volgens G. Slot ("Van Microfoon tot Oor", Philips Technische
Bibliotheek 1955-1960) is deze linnen hoes bedoeld om de resonantiepiek van de
luidspreker te onderdrukken. De hoes dient strak gespannen te staan, anders
werkt het niet.
Op bladzijde. 157 van dit boek staat een grafiekje waaruit blijkt dat de hoes voor een
21 cm luidspreker een verbetering van 6 dB oplevert bij gebruik van de speaker
in een open kast. Resultaat: minder "boemerig" geluid.
Een alternatief voor de hoes is het aanbrengen van een luchtkussen in de
luidspreker zelf, zoals bij de Philips 9710 is gedaan. Dit levert een
verbetering op van ongeveer 10 dB.
John Hupse
Oude luidsprekers zijn meestal voorzien van een open centrering, meestal een
diagram van pertinax dat door twee of drie boutjes de spreekspoel op zijn plaats
houdt. Ook is de opening bij de conus niet voorzien van stofdop. Vuil en vooral
ijzervijlsel kunnen gemakkelijk in de magneet spleet komen. Later gebruikt met
hard linnen centreringen die gelijktijdig de toegang tot de magneet geheel
afsluiten en ook de conus is van een stofdop voorzien. In het eerste geval wordt
dan ook veelal de luidspreker voorzien van een afsluitend doek om de
magneetspleet te vrijwaren voor ongewenst vuil.
Herman Herzien
Bij de luidspreker van de Philips 898A zaten er zelfs twee stoffen hoezen om
de luidspreker. Aangezien dit toestel was uitgerust met een 18 watts
eindpenthode en ruim bemeten uitgangstrafo was dit waarschijnlijk gedaan om de
wat forse conusuitslagen te beteugelen bij de basweergave.
Thijs Bouma
Een website waarop een aantal Philips luidsprekers met hoefijzermagneet
worden beschreven is: "VK2DYM'S
Military Radio and Radar Information SiteE".
Ed van der Weele
- Waar is de instelknop voor die achter op een luidspreker met
hoefijzermagneet zit?
Die instelknop is bedoeld voor het centreren van de speaker conus. Hij regelt
de breedte van de luchtspleet en moet gewoon ingesteld worden op
"gehoor"; dus op de beste weergave.
Hugo Sneyers, Pieter de Korte
|
(foto: Hugo
Sneyers)
|
In een foldertje Hobbyscoop uit 1969 wordt een codering gepresenteerd.
Hierbij de tekst:
Codering Philips luidsprekers vanaf 1969
Het typenummer vertelt u iets van de luidspreker. Het typenummer van een
Philips luidspreker bestaat niet zomaar uit een aantal willekeurige letters en
cijfers. U kunt aan dit nummer al veel zien omtrent afmetingen,
frequentiekarakteristiek, impedantie enz.
Meestal begint het typenummer met de letters AD. In dat geval heeft de
luidspreker afmetingen volgens internationaal gestandaardiseerde normen. De
eerste twee cijfers na de letters AD geven een indicatie van de
afmetingen in inches. Zo is bijvoorbeeld de AD 5060... een luidspreker met een
ronde conusvorm en een rond frame met een diameter van circa 5 inches (circa
12.5 cm).
Wanneer het tweede cijfer gelijk is aan het eerste betreft het een ronde
conus in een vierkant frame, terwijl een cijfercombinatie zoals 35 duidt op een
luidspreker met een ovale conus van 3" x 5". Het derde en het vierde
cijfer geven het toegepaste magneetsysteem aan. De letter na de schuine streep
geeft bijzonderheden over de frequentiekarakteristiek. Zo bestaan er
aanduidingen Y (verhoogde gevoeligheid in het gebied van 2 tot 6 kHz). X (idem
met breder frequentiegebied). Z (verhoogde gevoeligheid in een gebied met 3 kHz
als middelpunt, M (geschikt voor weergave van een zeer groot frequentiegebied
door toepassing van dubbele conus). T (uitsluitend voor hogetonen-weergave) en W
uitsluitend voor weergave van lage tonen). Tenslotte volgt hierna een getal dat
de
impedantie van de luidspreker (in ohm) weergeeft.
Enkele voorbeelden: de AD 4070/Y4 is dus een luidspreker met een ronde
conusvorm, diameter circa 4 inch, een verhoogde gevoeligheid in het gebied van 2
tot 6 kHz. De impedantie van deze luidspreker is 4 ohm. De luidspreker
AD 4680/M4 is een ovale luidspreker met afmetingen 4" x 6". uitgerust
met een dubbele conus en met een impedantie van 4 ohm.
Zoals bij veel systemen bevat ook dit systeem enkele uitzonderingen. Als na
de letters AD de cijfergroep begint met het cijfer 1, dan betreft het altijd een
ronde luidspreker waarvan de diameter door de eerste twee cijfers wordt
aangegeven. Voorbeeld: de AD 1255 . . . is een ronde luidspreker met een
diameter van 12". Een andere
uitzondering is de luidspreker 9710 M. Deze luidspreker is echter zo beroemd dat
men door het typenummer-systeem niet in de war zal worden gebracht."
bron: Philips Hobbyscoop 1969.
Piet Blaas
Op de site van John
Hupse staat een uitgebreid overzicht van Philips luidsprekers met typeaanduiding
en specificaties.
Jan Verdijk
- Tijdens de reparatie van mijn schaalluidspreker type 2007 is gebleken dat
de spoel onherstelbaar defect is (waarschijnlijk ooit op 220V aangesloten). De
spoel is van het type met 2 wikkelingen (400 en 1.300 Ohm) en drie aansluitingen.
Ik heb inmiddels een poging gedaan de spoel opnieuw te wikkelen met 0,15 koperlak
wikkeldraad, maar bij een volle spoel bedraagt de totale Ohmse weerstand slechts
zo'n 60 Ohm. Volgens de "Display" catalogus is de dunst verkrijgbare wikkeldraad
0,1 mm. Ik heb echter het idee dat indien ik die gebruik de gewenste 1.700 Ohm
ook niet haalbaar is. Heeft iemand enig idee welke wikkeldraad te gebruiken om wél
tot de gewenste weerstand te komen.
Over het algemeen wordt voor een luidsprekerspoel de impedantie (Z)
bij 1.000 Hz aangegeven en niet de ohmse weerstand. Alleen in sommige Philips
documentatie wordt voor spoelen, zowel HF, MF als luidspreker ook de ohmse
weerstand vermeld. Alleen als je zeker bent dat die 1.700 Ohm de zuivere Ohmse
weerstand van de spoel is klopt je redenering. Om de impedantie te bepalen zul
je de speaker in gemonteerde toestand moeten aansluiten op een toongenerator met
1.000 Hz in serie met een Ohmse weerstand. Door de weerstand aan te passen maak
je de spanning over de weerstand gelijk aan de spanning over de spreekspoel. Als
beide spanningen gelijk zijn is de impedantie van de spreekspoel gelijk aan de
waarde van de weerstand. De impedantie is afhankelijk van de draaddiameter, het
aantal windingen, de spoeldoorsnede en de spoelkern. Het wordt nog
een hele operatie om hieruit te komen.
Ed van der Weele
Het verwijderen van het Bombardon chassis uit een van
mijn Philips AD5055 boxen (die vrijwel gelijk zijn aan de boxen in
Philips F9X38A) bleek eenvoudiger dan gedacht. Eerst heb ik het
handmatig geprobeerd, dat lukt inderdaad niet. Vervolgens een stukje
gereedschap ingezet:
Dit is een bandenlichter van het merk Simson, je vindt
zoiets in de bekende fietsbanden plaksetjes. Hiermee was het chassis
moeiteloos te verwijderen.
De "lijm" die Philips heeft gebruikt blijkt de bekende
zwarte pek te zijn:
Het verwarmen van het buitenste gedeelte van het
luidsprekerchassis zou kunnen helpen, maar hiermee verwoest je wel de
voorste plastic centreerring. Deze ring is vastgeklemd tussen het
luidsprekerchassis en de metalen voorflens. Wanneer je probeert de
voorflens te verhitten gaan de centreerring (en hoogstwaarschijnlijk de
piepschuim conus) verloren.
(afbeeldingen: John Hupse)
Voor de duidelijkheid hier nog even een foto van de
voorflens, deze dient om een luchtkussen te verkrijgen waardoor de
conusrand van de Bombardon (die niet direct aan het luidsprekerframe is
bevestigd zoals bij andere Philips luidsprekers) wordt gedwongen zich
rechtlijnig te bewegen.
Op de foto hierboven zie je de flensrand met
teerresten, en zie je ook hoe het mogelijk is dat er een ruimte zit
tussen de chassisrand en het spaanplaat van de kast. Binnen deze ruimte
kan je manipuleren met het Simson gereedschap.
John Hupse
Op de site van "Audiolab"
is informatie te vinden over het herstellen van o.a. membraam.
Gert van Wee
- Verschillen tussen ronde en ovale luidsprekers.
Het gebruik heeft veelal te maken met de beschikbare ruimte - b.v. bij een tv
waar je moet gaan kiezen tussen een aantal heel kleine ronde luidspreker of een
ovale. Een ovale heeft goede hf-straling door de stevige kleine conus (in een
richting gezien) maar toch goede bas dank zij de schappelijke oppervlakmaat.
Maar er treedt toch zeker interessante vervorming van dat kegel op en misschien
dat je ze daarom praktisch nooit ziet in een HiFi-toerusting.
Pieter
de Kock
De 800 Ohm luidsprekers die in Philips radio's (o.a. Plano's) werden gebruikt
zijn (vrijwel) niet meer te krijgen. Als vervanging kun je een 8 Ohm luidspreker
gebruiken. Neem dan een voedingstrafo *) met een spanningsverhouding van 10 op 1.
Dat geeft een 8 Ohm uitgangsimpedantie. Het is niet zo goed als een echte
uitgangstrafo maar werkt wel. Waarschijnlijk zal een ringkern trafo van 240V in
en 24 V uit het best goed doen. Wel zorgen dat de trafo ruim het vermogen
aankan. De beste oplossing is
om een oude Philips Plano radio met stereo versterker (1962-1964) op de kop te
tikken. Deze hebben ingebouwde 800 Ohm luidsprekers. Je moet er dan zelf een boxje van bouwen. Wel een echte sloopradio nemen, want een goed uitziende radio
slopen is heiligschennis op dit forum.
Frank Philipse, Otto Tuil
*) De term "voedingstrafo" is
wellicht wat verwarrend, maar men heeft het hier over een type transformator. De
aanpassingstrafo dus tussen de uitgang van de radio en de nieuwe 8 Ohm
luidspreker zetten. De als voedingstrafo gekochte trafo wordt nu dus als
aanpastrafo ingezet. 800 Ohm -> trafo -> 8 Ohm. Niets in de radio wijzigen
dus.
Maurice Hamm
Er is ook een originele aanpassingstrafo van Philips, het type nummer is A9
999 18. Ook AMROH heeft in het verleden een dergelijke trafo op de markt
gebracht. Zie bij uitgangstransformatoren.
Frans Bleijenbergh
Deze "Rola" (Australische) luidspreker
was door de muizen aangevreten. Aangezien hij nog goed werkte, heb ik de conus
gerepareerd met behulp van koffie filterzakjes. Een stukje filterzakje in de
vorm geknipt, met witte houtlijm ingesmeerd. Het stukje zakje wordt dan zacht
en dan kun je het heel voorzichtig "vormen" als het ware. Het droogt
daarna goed en de lijm wordt doorzichtig. Als het droog is met "water
based blackboard" verf geverfd. Je ziet het bijna niet en werkt prima.
(foto's: John de Haas)
John de Haas
En wat kleiner scheurtje is makkelijk te dichten. Druk de gescheurde delen
weer tegen elkaar en leg er een "lijntje" acryllaatkit, of andere
redelijk hard wordende lijm overheen. Desnoods ook nog even aan de achterkant.
Als de conus niet scherp gescheurd is dan is het verstandig om alvorens de delen
aan elkaar de drukken, deze even in te smeren met lijm voor een goede hechting (seconden
lijm bijvoorbeeld). Wel altijd een lijntje over de scheur leggen voor extra
sterkte: het is immers een minder sterke plek geworden.
Ben Dijkman
Je kunt ook nog een sigarettenvloeitje over de scheur plakken.
Rob Kroon
Een andere oplossing is om boekbinderslijm te gebruiken. Deze is o.a.
verkrijgbaar bij de vakhandel voor creatieve materialen. Je kunt de lijm nog
zwart inkleuren. Met penseeltje zachtjes over de scheur aanbrengen Dit droogt
snel op, aan beide kanten doen. Eventueel de behandeling herhalen. Het werkt
perfect! Het spul blijft elastisch en is bedoeld voor op papier materiaal zoals
een speaker conus.
Tom H.
Ook EHBO-gaas werkt prima. Op een papier-achtige conus althans. Wel
hydrofiel gebruiken, geen hydrolast. En dan met kwastje insmeren/deppen met
(eventueel ietwat verdunde) houtlijm. Werkt prima en is ook min of meer
elastisch.
Marco
Loos
- De schaalluidspreker zou volgens mijn informatie op twee manieren
aangesloten kunnen worden: lage impedantie (750 Ohm) en hoge impedantie (1.500 Ohm). Echter bij mij
werkt alleen de 750 Ohm aansluiting. Bij nadere
inspectie blijkt de derde aansluitdraad (voor 1.500 Ohm waarschijnlijk) in de
luidspreker niet aangesloten te zijn. Ook zie ik geen enkele plaats waar deze
ooit aangesloten zou moeten zijn.
Er zijn verschillende typen schaalluidsprekers. De "duurdere"
hadden een spreekpoeltje met verschillende (3) aansluitingen. Door middel van
een stekker met draai(schakel) mogelijkheid, kon je de klankkleur veranderen.
Je moet je daar niet veel van voorstellen. Er waren dus ook 2-draads
schaalluidsprekers.
Maarten Gudde
- Philips 2007 (pannenkoek):
Deze is gelakt of gespoten. Is dit origineel of is dit later gedaan.
Alle schaalluidsprekers van Philips zijn in onbespoten vorm op de markt
gebracht. Dus als daar een laag overheen gedaan is moet dit naderhand gebeurd
zijn. Nu hoeft het ook niet altijd lak te zijn wat aangebracht is, het kan ook
politoer zijn dat diep in het bakeliet is gedrongen. Laten we er vanuit gaan dat
het lak is. Dan kun je op een ander stuk bakeliet eerst eens uitproberen of
afbijt nadelig op bakeliet werkt. Ook heb ik wel eens een oude radiokast die
geverfd was schoon gekregen door hem onder te dompellen in heet water met sterke
soda-oplossing en deze 24 uur laten weken, waarna ik de verf er zo van af kon
halen. Je zult hem dan wel eerst moeten demonteren.
Philip van Apeldoorn
- Ik ben op zoek naar een origineel aansluitsnoer voor Philips luidspreker
2007 (de pannenkoek). Dit zou een snoer moeten zijn met een driestanden
schakelaar.
De driestanden schakelaar en de aansluitstekker vormen een geheel, zie de foto.
Het snoer is drie-aderig en omsponnen met zwart glansgaren. Snoer is nog wel te
koop op beurzen (neem de dunne soort). De stekker met ingebouwde schakelaar is
wat lastiger.
John Hupse
|
(foto: John
Hupse)
|
- Ik heb een werkende Philips 758U, maar daarvan loopt de spreekspoel
aan. Dus ik wil een andere luidspreker op de luidspreker uitgang zetten. Wat
moet hiervan de impedantie zijn? En hoe moet ik dan de interne luispreker
uitschakelen?
Interne luidsprekers blijven altijd spelen. Je zult dus een schakelaar
ertussen moeten zetten. Houd er wel rekening mee dat een buizenradio/versterker
altijd belast moet zijn met een luidspreker en laat hem nooit spelen zonder
luidspreker. Dit kan de uitgangstrafo en/of eindbuis kosten (inductief gedrag,
LC keten, opslingering etc.).
Kees van Dijke
Volgens de service documentatie is de impedantie 5 Ohm. Wellicht kun je
(tijdelijk) een wat modernere luidspreker monteren. Alle speakers tussen 4 en 8
ohm zullen prima werken. Zo kritisch is dat niet. De U achter het typenummer van
de radio, doet mij denken aan een niet netgescheiden apparaat. Het naar buiten
brengen van bedrading levert dan makkelijk een veiligheidsprobleem op. Overigens is het wel te doen om luidsprekers weer te centeren, maar
waarschijnlijk zit er roest in de luchtspleet. Als je geluk hebt, heeft de
speaker centrering met een schroefje in het midden. Zolang de speaker het nog
doet, is de spreekspoel waarschijnlijk niet verloren. Je moet in elk geval nooit
het magneetsysteem uit elkaar halen (soms waren die met schroeven samengesteld)
dat is funest voor de veldsterkte in de luchtspleet.
Stef van Aalst, Henk Roovers
In een Erres KY537 van mij zit ook een krakende luidspreker, tenminste
als je het toestel op achtergrond volume zet. Zet je het toestel hard en dan ook
nog op ID-NT, dan hoor je er niks meer van. Aangezien deze radio uit een
timmerfabriek komt en vol met zaagsel zat kan het zijn dat er ook houtstof
tussen de conus en de magneet zit
Ik zal eens met 12 bar het proberen weg te blazen. Normaal gebruik ik bij
radio's ontstoffen 3 bar en
een tandenborstel om het goed schoon te krijgen.
Jan Veenstra
Een tip: ga niet met vol vermogen op die speaker staan blazen (compressor of
dergelijke) want dan is de kans groot dat je de speaker onbedoeld beschadigt.
Als er iets tussen conus en magneet zou zitten dan zou dit toch ook hoorbaar
zijn op vol vermogen. Je kunt proberen de speaker aan de voorkant heel
voorzichtig naar binnen te duwen en kijken of je iets van schuren of kraken
hoort. Dan moet je zeker even met een hoge luchtdruk gaan blazen maar 12
bar lijkt toch een beetje te veel.
Pieter de Korte
-
Gisteravond heb ik per ongeluk een luidspreker
opgeblazen (rondzingen). Het is een AD 7080. Hoe kan ik de spreekspoel
demonteren en eventueel repareren?
Dit type luidspreker is nog zeer courant. Rommelmarkten, rommelwinkels, e.d.
staan bol van plastic Philips luidsprekerkastjes en veel van deze kastjes zijn
voorzien van een 17cm speaker. Dit is vaak een AD7080 of afgeleid type. Zijn
voor een habbekrats te krijgen. Vervangen gaat beslist beter dan repareren.
Jan Bus
Niettemin is het met wat geduld wel te doen. Als tenminste de spoelkoker niet
verbrand is. Verwijder de oude wikkeling en tel het aantal windingen (het is
niet te hopen dat het een 800 ohm speaker is). Neem een doorn, dat is een ronde
koker die een fractie kleiner is dan het inwendige van het kokertje. De
bedoeling is dan, dat om die doorn een laagje koperdraad wordt gewikkeld.
Precies aansluitend. Het geheel moet dan precies in het kokertje passen. Je kunt
nu beginnen met het herwikkelen van de winding. Als die klaar is, fixeer hem dan
met een dunlaagje lijm (b.v. Velpon). Trek nu het koperdraadlaagje van de doorn
af en haal de doorn uit het kokertje. Centreer de luidspreker, door het kapje in
het centrum van de conus te verwijderen en steek een aantal dunne kartonnen
strookjes (briefkaartkarton) tussen de spreekspoel en de middenkern van de
magneet . Lijm vervolgens de centreerring en de rand van de conus vast.
Verwijder na het drogen de kartonnen strookjes.
Henk Roovers
Vroeger werden de spoelen "geflitst". Dan werd er kortstondig een
hoge stroom door de spoel gestuurd zodat de lak wat smolt en de wikkelingen vast
zaten op de koker. Velen zullen dit misschien niet meer weten.
François Messagie
De magneet van een luidspreker is niet zo maar te demonteren. Als je de
spreekspoel wilt demonteren kan dat alleen maar door deze uit de conus te
snijden. Maak eerst de aansluitdraden aan de voorkant van de conus plaatselijk
blank en meet de weerstand tussen beide draden. Als de spreekspoel inderdaad
onderbroken is, dan kan je hem er uitsnijden, net buiten de omtrek van de spoel.
Verwijder eerst het stofdopje (en eventueel de hulpconus). Zorg er voor dat de
spreekspoel ook los komt van de binnenste centreerring. Neem de aansluitdraadjes
die op de conus zijn achtergebleven voor de helft los, en maak ze blank.
Klem de nieuwe of gerepareerde spreekspoel op de juiste plek tijdelijk vast
op de magneet met behulp van een paar strookjes filmmateriaal. Lijm de
spreekspoel vervolgens vast aan de conus en aan de binnenste centreerring. Er
mogen geen gaten vallen tussen de onderdelen. Laat de lijm drogen. Soldeer de
aansluitdraadjes vast aan de oude stompjes. Lijm deze weer vast aan de conus.
Gebruik een goede witte houtlijm, geen rubber kit of zoiets. Als de lijm droog
is trek je de strookjes film er uit en lijm je het stofdopje weer op z'n plek.
Dat is alles (!).
John Hupse
- Philips Bombardon (8-Ohmig type): ligt
gedeeltelijk in sluiting. Hoe te herstellen?
Je moet de luidsprekerconus naar voren toe drukken (en houden), daarmee
verplaatst de spoel zich uit de luchtspleet en kun je de magneet er af halen
zonder de spreekspoel te beschadigen. Merktekens aanbrengen hoe de magneet heeft
gezeten en monteren in omgekeerde volgorde waarbij de conus wederom naar voren
verplaatst moet worden en dan voorzichtig de conus op gevoel terug laten komen
zonder schurende geluiden, waarbij de magneet (nog niet vastgezet) misschien nog
wat verschoven dient te worden.
De magneet zelf hoeft niet uit elkaar genomen te worden, maar wordt in zijn
geheel van het chassis afgehaald. meestal zit er een papieren ring tussen het
magneetpakket en het chassis. De magneet hoeft alleen maar uit elkaar als de
luchtspleet geoxideerd is. Om in eerste instantie te kunnen zien hoe de spoel
eruit ziet is dit de beste (makkelijkste) manier. Mocht de spoel toch los moeten
om te repareren bestaat altijd nog de mogelijkheid de koker halverwege door te
snijden en na reparatie d.m.v. een inwendige koker weer aan elkaar te lijmen.,Je
blijft dan met het gelijmde (dikkere) gedeelte buiten de luchtspleet.
Moet de spoel opnieuw gewikkeld worden zou je dat zelf kunnen, mits je heel
handig bent. Laten wikkelen is uiteraard ook mogelijk,je kunt daarvoor op een
x-aantal adressen terecht. Zie bij Google onder "reparatie luidspreker".
Ze kunnen je dan vragen om een zelfgemaakt kokertje te leveren(of misschien het
afgesneden origineel) waar de spoel op gewikkeld dient te worden. Ook kunnen ze
je vragen hoeveel wikkelingen er op moeten, dan zul je van je oude spoel het
aantal moeten tellen. Vergeet ook niet een stukje draad mee te nemen voor de
dikte. Mocht je twijfelen aan de dikte dan neem je het aantal wikkelingen x 11
cm. (omtrek spoel), dit is de totale lengte van de spoeldraad. Dan deel je 8 Ohm
door die lengte en krijg je het aantal Ohms per meter, in de kopertabellen vind
je dan de bijbehorende dikte. Dit helpt allemaal mee om de kosten te drukken.
Huub Crommert
Het uiteennemen van de magneet, leidt tot een aanzienlijke daling van de
veldsterkte. De sluit plaat moet je dus nimmer verwijderen! Hoewel gevaarlijk,
is het beter om de conus centrering en conusrand los te weken met een
oplosmiddel. Als de spoel hersteld moet worden, zal de conus er toch uitmoeten.
Centrering tijdens de (her-)montage wordt gedaan met een centreerring, voordat
de conusophanging gedroogd is. Bij gebrek hieraan, kun je de conus uitstekend
centreren met dunne (briefkaart) kartonnen strookjes van ca 1 cm. Deze steek je
dan tussen de magneet middenkern en de spreekspoel. Als de lijm droog is, haal
je ze eruit en wordt vervolgens al dan niet een stofkapje geplaatst. Voor het
oplosmiddel zou je normaal aceton gebruiken, maar dat lijkt me in een
polystyreen omgeving niet de juiste keuze.
Henk Roovers
Hier de tekst uit een Philips boekje
"Luidsprekerbehuizingen voor zelfbouw". Het spreekt óók van een
systeem dat "tot voor kort" gold en geeft aan wat de typeaanduiding
onder dàt systeem betekende. Het boekje dateert uit 1971. Het nieuwe
systeem zal dus waarschijnlijk eind 60'er jaren zijn ingevoerd.
(scan:
Gerard Jongbloed)
Onderstaand
de uitleg van het nieuwe systeem van Philips (28 Augustus 2005 - Philips
Loudspeakers (1980)). De hele PDF is te vinden onder http://www.mfbfreaks.nl/html/nieuws/archief.htm.
Hier enkel de tabel:
(scan: Maurice
Hamm)
Gerard Jongbloed, Maurice Hamm
Terug naar de inhoudsopgave