Nederlands Forum over Oude Radio´s
Onafhankelijk medium voor liefhebbers en verzamelaars van oude radio´s en gerelateerde zaken


 

 

Luidsprekers


Overzicht

 

 


Als het gaat om één enkele luidspreker maakt het geen enkel verschil op welke wijze de verbindingsdraden worden aangesloten. Als er van meerdere luidsprekers sprake is, wel. Je moet er dan voor zorgen dat bij een zelfde signaal alle luidsprekers een zelfde kant op bewegen. Als dit niet het geval is kunnen de luidsprekers elkaar opheffen. Als luidspreker 1 bijvoorbeeld naar buiten beweegt en luidspreker 2 naar binnen heffen ze elkaar als het ware op. Uiteraard houd je wel geluid over maar het is minder luid en vooral de bassen kunnen wegvallen. Bij een enkele luidspreker maakt het dus ook niet uit, er gaat niets kapot en klinkt net zo goed.

Edwin Outermans

Aansluiten in de 5 Ohm stand kan geen kwaad. Een luidspreker heeft toch een ietwat wisselende impedantie. Rond de resonantiefrequentie kan de impedantie van een luidspreker wel oplopen tot 25 Ohm.

Thijs Bouma, Martin Deubel

Het ziet er allemaal een beetje raar uit, maar het was in de jaren dertig een heel gebruikelijke manier om een elektrodynamische luidspreker aan te sluiten. Zo'n luidspreker heeft twee spoelen en dus vier draden. De spreekspoel is als de spoel van een moderne luidspreker, deze is laagohmig. Meet met je ohmmeter of er twee van de draden zijn waar een lage weerstand tussen zit, bv 2 of 10 Ohm, dat is dan de spreekspoel. De andere spoel in de luidspreker is de bekrachtigingsspoel, daar wordt een gelijkstroom door gejaagd zodat hij gaat werken gelijk de normale magneet in een moderne luidspreker. Die heeft een veel hogere weerstand, b.v. 500 of 1.200 Ohm dus zoek met je ohmmeter naar twee draden met een relatief hoge weerstand ertussen.

Elektrisch gezien is de aansluiting heel simpel: de spreekspoel gaat aan de secundaire van de uitgangstrafo en de bekrachtigingsspoel wordt als smoorspoel geschakeld. Die zit dan tussen de twee pluspolen van de twee secties van de afvlakcondensator. Je zou deze luidspreker dus heel begrijpelijk kunnen aansluiten met vier draden naar het chassis.

Je geeft aan dat er drie draden uit het chassis komen. Tja... ooit heeft iemand bedacht dat je die elektrodynamische luidspreker
met slechts drie draden aan het chassis kunt verbinden als je de uitgangstrafo op de LS monteert. Dit komt omdat de primaire ervan een aansluiting deelt met de smoorspoel. Ga maar na, de primaire van de uitgangstrafo is verbonden met (a) de anode van de eindbuis en (b) de eerste afvlakelco. De smoorspoel is verbonden met dezelfde (b) eerste afvlak en (c) tweede afvlak.

De draden die je ziet gaan dus naar de anode (zwart) en de twee elco-secties. De spanningen die gemeten worden klinken vreemd. Dat  komt waarschijnlijk omdat de elco's tijdens de metingen aan het op- of ontladen waren. Van de twee elco-secties wordt er eentje direct gevoed vanuit de gelijkrichter; ik denk dat dat de rode is. De tweede elco zit dan aan je blauwe draad, en de zwarte draad naar de 2A5 is de anode van de eindlamp. Je moet er een uitgangstrafo bij hebben en uitzoeken welke twee draden de spreekspoel en welke de bekrachtiger zijn. Dan sluit je je bekrachtiger aan tussen rood en blauw, de primaire van je uitgangstrafo tussen rood en zwart (want de anodespanning van de eindbuis wordt van de eerste elco afgenomen), en de spreekspoel op de secundaire van de trafo.

Of de luidspreker nog goed is kun je ook nagaan. Je moet tussen twee draden een lage weerstand meten en tussen de twee andere
een wat hogere. Als dat klopt zijn de spoelen niet onderbroken. Of hij werkt kun je natuurlijk horen na het aansluiten.

Gerard Tel


Het soepele draadje zit aan de spreekspoel. De soldeerlas zit vaak onder een dotje kit. Door dat voorzichtig weg te krabben kun je op zeker moment het massieve spoeldraadje zien. Krab voorzichtig de isolatie weg en je kun meten of het spoeltje nog heel is. Dan is het wel te repareren. Het blijft een beetje chirurgenwerk.

Henk Roovers

Dat draadje is weer verbonden met een spoeltje op de conus. Als het vlak met de conus is afgebroken is het einde verhaal. Is het doormidden gebroken zou je het nog kunnen proberen te solderen.

Jim Backer


Voorzichtig afstoffen met een zachte kwast. Nooit een stofzuiger gebruiken, dat gaat gegarandeerd fout.

John Hupse


Ik heb het wel met behangersplaksel gedaan of met een lijmpen van de Hema.  Dat werkt prima. Een dun laagje aanbrengen is voldoende. Wel goed laten drogen.

Bosma

Wellicht is boekbinderslijm ook bruikbaar. Mijn vader heeft wel eens een luidsprekerrand met Bisonkit verstevigd en dat werkte prima. Maar boekbinderslijm zou ook wel eens kunnen werken. Het blijft flexibel en is transparant, kleurloos. Mors je wat, dan kun je dat met een doekje en wat water weghalen (zolang het nog niet is uitgehard). Ik heb boekbinderslijm tot nog toe alleen toegepast op oude boeken. De truc is dat het flexibel moet blijven anders kun je niet meer zo makkelijk in het boek bladeren. Dat werkt prima.

Piet Blaas

Heel simpel: neem de gewone Bisonkit. Smeer de rand in en laat het 24 uur drogen. Ik heb dit al vele malen toegepast ook met de schuimranden die vaak als je ernaar kijkt uit elkaar vallen. Bij voorkeur de Bisonkit verdunnen met Bisonkitverdunner. Je loopt anders het risico dat de laag te dik wordt opgebracht, waardoor je dus teveel demping krijgt. Door gebruik te maken van verdunde kit en deze snel met een kwastje op te brengen krijg je een goed resultaat. Eerst 24 uur laten drogen, de luidspreker doormeten. Eventueel herhalen als meer demping nodig is.

Hans Rosenberg, John Hupse

Je kunt ook Vinylflex gebruiken. Het is o.a. te koop bij de Lautsprechershop. Je smeert het in dunne laagjes op de conus tot het beoogde resultaat is bereikt. Als het om versteviging van de conusrand gaat moet je er rekening mee houden dat je uitkomt op ongeveer 110% van de resonantiefrequentie. De rand heel dun insmeren, 24 uur laten drogen en dan de resonantie meten. Deze moet 100 Hz worden, als ie nog te laag is de behandeling herhalen tot het 100 Hz is. Na het "inspelen" wordt het spul wat soepeler en zakt de resonantie tot ongeveer 90 Hz. Je kan dit proces eventueel versnellen door de speaker een etmaal (rustig) op 50 Hz te laten spelen. Een potje normale Bisonkit werkt ook goed, dit moet je wel eerst verdunnen met Bison verdunner. Producten op basis van latex (natuurrubber) worden ook wel aanbevolen, maar een synthetisch rubber houdt het veel langer vol. Het probleem met een versleten conusrand is dat de luidspreker te weinig wordt gedempt en de vervorming nogal toeneemt. Na de behandeling is de speaker weer als nieuw. Als je een willekeurige hoeveelheid Vinylflex op de rand smeert zit je al gauw te hoog, dat is natuurlijk ook niet optimaal.

De resonantie meet je met een toongenerator plus multimeter. Sluit de luidspreker op de generator aan, en meet de stroom met de multimeter. Regel de frequentie, als de stroom minimaal wordt dan resoneert de conus. Philips geeft 90 Hz op voor deze luidspreker. Gebruik een losse eindversterker als de generator te weinig vermogen levert.

Wouter Nieuwlaat, John Hupse

Wat minder goed, maar ook bruikbaar, is een heel dun laagje siliconenkit aanbrengen. Klanktechnisch valt nooit helemaal te voorspellen hoe dit uitpakt, maar als de situatie niet al te kritisch is, is dat een mogelijkheid.

Henk van den Broek

Ik heb ooit ook zoiets geprobeerd. Ik heb toen houtlijm gebruikt (papieren rand).  Verder nog de volgende adviezen. Mijn dome van een Fane speaker (12") zat niet niet goed gelijmd en daar was een deukje in gekomen. Elke keer dat de speaker naar voor bewoog (en er dus drukverlaging achter de dome ontstaat) deukte de dome een beetje in. En dat hoor je als je goed luistert. Mijn uiteindelijke oplossing was: polyester. Glasmatje geknipt en er over heen geplakt. Na uitharden is het glimmende matje zwart geverfd. Je ziet het amper en het ding draait alweer jaren mee.

Of wat dacht je van een dikke vette scheur in de conus? Vermoedelijk ten gevolgde van een schroevendraaier die er doorheen gestoken is. Een paar laagjes steriel gaas (uit de EHBO-tas) en Bison houtlijm. Een nachtje laten drogen en zwart verven. Of desnoods zwart maken met een zwarte merkstift. 

Marco Loos


Bij mijn radio's waren de elektrostaten meestal defect doordat er een oxidelaagje op het membraan was ontstaan waardoor geen contact meer gemaakt wordt. Uit elkaar halen van de elektrostaat.  Vervolgens de plaatsen waar contact met buitenwereld of andere onderdelen gemaakt wordt oxidevrij maken met bijvoorbeeld een beetje contactspray op een wattenstaafje of heel fijn polijstwol.

Marco

Dit probleem heb ik onlangs opgelost door dit schuim te vervangen door een laagje vilt er in te leggen en het is weer 100% in orde.

Stef

Ja, dit zijn tweeters van het elektrostatische type. Aangesloten over de primaire van de uitgangstrafo via een RC netwerk. Weergave vanaf ongeveer 7 KHz. Meestal alleen ingeschakeld bij UKW/FM. Helaas zijn ze vrijwel altijd kapot. Dus een originele vervanger zit er niet in.

Ze komen ook voor in b.v. de Erres KY596. Het zijn een paar vellen folie met daarop een geleidende laag gedampt. Die laag is door oxidatie verdwenen, dus geen mogelijkheid meer voor herstel.

Dat materiaal is waarschijnlijk mylar. Dat wordt ook in dure high-end luidsprekers gebruikt. Ik geloof dat het ook nog in opgedampte versie verkrijgbaar is. Verder hebben deze luidsprekers als nadeel dat het vilt vergaat. Maar daar is wel aan te komen. Er zijn veel mensen die elektrostatische luidsprekers zelf bouwen en die dus het mylar ook nodig hebben. Wellicht hebben de bedrijven die dat materiaal leveren ook meer informatie over de opgedampte versie. Het is ook mogelijk de tweeters door nieuwe te vervangen. In een winkel waar men luidsprekers verkoopt (de luidsprekers zelf, niet de complete boxen) heeft men vast en zeker elektrostatische tweeters te koop want deze worden in hedendaagse boxen (luidsprekerkasten) nog steeds toegepast.

Thijs Bouma, Otto Tuil. Marco Loos, Roland, Patrick Meersman

Wat gemetalliseerd mylar betreft nog het volgende: dit wordt wel in etalages en dergelijke gebruikt. Als je het nodig hebt, zou je dus in een winkel voor etalagebenodigdheden kunnen kijken. Voor moderne elektrostatische luidsprekers wordt doorgaans slecht geleidend membraan gebruikt, aangezien dat een lagere vervorming oplevert. Zelfbouwers brengen doorgaans zelf een slecht geleidend laagje aan op gewoon isolerend mylar. Het best verkrijgbare materiaal voor het laagje is zeer sterk verdunde behangerslijm. Zo'n slecht geleidend membraan is echter alleen bruikbaar bij een symmetrische elektrostaat waarbij het signaal tussen twee statoren wordt gezet en daartussenin een membraan zit dat op een constante spanning gehouden wordt. Er zijn ook zelfbouwers die nylon opgelost in levensgevaarlijke oplosmiddelen gebruiken.

Zeer dun isolerend mylarfolie (4um) valt misschien nog via TransTec in Rotterdam te bestellen door b.v. aan te geven dat je het stofmembraan van een QUAD ESL-63 wilt repareren. Je kunt ook kijken of Twinstatic in Aerdenhout folie kan leveren. Anders moet je op Internet gaan zoeken naar een van de elektrostatenzelfbouwers die ooit een rol van 500m bij de fabriek hebben besteld en daarvan nog 498 m op zolder hebben liggen. Overigens heeft de dikte van het folie een sterke invloed op de hoogweergave. Het is dus het beste om de oorspronkelijke dikte te gebruiken.

Op de webbladzijde van ESL-club staat ook nog wat informatie over leveranciers van materialen voor het bouwen of herstellen van elektrostatische luidsprekers. De nadruk ligt wel op symmetrisch opgebouwde luidsprekers met twee statoren en een hoogohmig membraan.

Marcel van de Gevel

In Telefunken zit meestal één woofer en aan de zijkanten twee hoogspanningstweeters. Deze tweeters zijn meestal stuk. Wat je nog kunt proberen is de tweeter voorzichtig uit elkaar te halen en dan de folie die onder het gaasje zit om te draaien. In veel gevallen doet de tweeter het dan weer. Wel eerst even de draad van het gaasje los solderen.

Jan Veenstra

De electrostaat tweeters van Duitse radio's is een bekend probleem. Een veel voorkomende oorzaak is stof, vuil en oxide tussen de membramen. Demonteren, schoonmaken en weer in elkaar zetten helpt vaak uitstekend.

Wouter Nieuwlaat

De aansturing van deze speakers gaat over een netwerkje van spoeltjes en condensatortjes. Bij de uitgangstrafo zit een netwerk van condensatoren en op het klankbord van de speakers zit een strip met spoeltjes. Misschien is er iets mis met dit netwerk van condensatoren en spoelen. Even doormeten dus.

Rob van der Es

Door Hugo Sneyers is een artikel ingescand over (elektro-)statische luidsprekers. Dat is hier te downloaden.

Deze electrostaten doen het bijna nooit. Maar ze zijn te repareren. Hier de uitleg. De electrostaten moet je voorzichtig openbreken. D.w.z. de gesmolten punten. Dan de geperforeerde metalen plaat voorzichtig wegnemen. Alles moet voorzichtig wand de folie is zeer teer. Haal de folie voorzichtig los los van de geperforeerde plaat.
en draai deze 180 graden. Dus niet op de kop! Zodat het metalen stripje wat er in zit weer een goed stukje folie raakt. Dan weer in elkaar zetten. En negen van de tien keer doet hij het dan weer.

Ben van der Kolk

Als eerste zou ik sowieso alle condensatoren in deze radio vernieuwen door dezelfde moderne ERO exemplaren. De elektrostatische luidspreker kan een lek vertonen of een gaatje in de isolatie van de folie zitten waardoor deze langzaam ontlaadt. Dit is te merken als de spanning over de luidspreker erg laag wordt. Elektrostatische luidsprekers heb ik wel eens vervangen door een Philips dome tweeter van 8 Ohm met een condensator van 3,3 µF in serie. Dit geheel heb ik uiteraard op de secundaire wikkeling van de uitgangstrafo aangesloten.

Kees van Dijke

De elektrostaatjes worden over de primaire van de uitgangstrafo gezet (even opzoeken in het schema van een radio met elektrostaten). De grote speaker moet breedbandig zijn. een goede vervanger is vaak duur. Kijk daarom of je tweedehands een passende breedband speaker kan vinden.

Laurens

 

Hierbij nog wat aanvulling uit mijn eigen ervaring. Enige tijd geleden kwam ik voor het eerst van die platte elektrostatische speakertjes tegen in een Blaupunkt Sultan (zie foto hiernaast).
Aan de hand van de artikelen in "Tips & Trucs" is het mij gelukt ze te herstellen. De folie met opgedampt metaal was flink gecorrodeerd, waardoor de resterende geleidende laag geen contact meer maakte. Door de folie 180 graden te draaien en een blanco randje af te knippen maakte de folie daarna weer contact met het frame. De schuimrubber isolatielaag tussen de folie en de geperforeerde staalplaat aan de buitenkant was geheel verteerd en verhard. Die heb ik - bij gebrek aan een beter materiaal - vervangen door een dunne laag watten. Daarna werkten de speakertjes weer. Waarschijnlijk niet zoals in de oorspronkelijke nieuwstaat, maar er kwam tenminste weer geluid uit.

(foto: Ed van der Weele)

 

 

Op het schema is te zien hoe de drie speakers in de Blaupunkt Sultan zijn aangesloten.


LA701 is de breedband front luidspreker die is aangesloten op de luidsprekertransformator en LA702 en LA703 zijn de elektrostatische hogetonenspeakers.


Die twee laatste zijn via de smoorspoeltjes D706 t/m D709 aangesloten tussen het chassis en (via een paar condensatoren en een weerstand) de anode van de eindbuis.

Ed van der Weele

(scan: Ed van der Weele)

Van de loshangende speakerdraden die nog vast gesoldeerd zaten gaat er inderdaad een paar naar een trafo van tonfunk en een paar zit aangesloten op een Tungsram EL84. Kan ik nu een gewone hedendaagse breedband luidspreker van zelfde Ri aansluiten op deze EL84?

Het paar dat direct op de EL84 zit, is van de elektrostaten. Die zijn meestal stuk, maar zijn te repareren (zie elders in Tips & Trucs). Het paar dat naar de trafo gaat (die trafo is als het goed is weer aangesloten op de EL84) is van de grote luidspreker. Aan de trafo kun je prima een nieuwe luidspreker hangen. Een breedbandige speaker is echter nodig, anders krijg je een gat tussen het gebied dat de elektrostaatjes weergeven, en het gebied dat de grote luidspreker weergeeft. Het is het echt waard om de elektrostaten weer te herstellen (als ze stuk zijn) want de klank ervan is zeer goed.

Laurens


Hiervoor is een gewone potmeter niet te gebruiken, het moet een zogeheten draadgewonden potmeter zijn gezien het vermogen dat erin verstookt wordt. Verder moet het een nogal laagohmig type zijn om een goed regelbereik te verkrijgen. Een 10 Ohm type lijkt me aardig bruikbaar. Met een enkele potmeter kun je tussen de twee speakers regelen, maar één van de twee zal nooit helemaal stil zijn in de uiterste standen. Met een dubbele ("stereo") potmeter is dit wèl te verwezenlijken. Het nadeel van deze twee methodes is dat je in de middenstand van de potmeter altijd flink wat verlies hebt, je zult minder vermogen uit je radio kunnen halen. Een echte, voor dit doel ontworpen potmeter heeft dit nadeel niet, in de middenstand hangen beide luidsprekers rechtstreeks aan de uitgang van je radio. Net al bij een goed balansregelaar werken deze fader slechts verzwakkend over de helft van het regelbereik, en dan voor elke potmeter op de as precies de tegenovergestelde helft. Bij auto toebehoren zaken zijn speciale potmeters hiervoor te krijgen.

Henk van den Broek, Dolf W.

Ik meen me te herinneren dat ik vroeger ook zo een ding in mijn auto had met één enkele mono potmeter en dat werkte als volgt 

(zie tekening).

Hugo Sneyers

 

(tekening: Hugo Sneyers)

 


Reanimeren

Bij een magnetische koptelefoon met trilplaat dient de permanente magneet in dit geval om ernstige geluidsvervorming te voorkomen. Stel dat een elektrische stroom met een frequentie van 1000 Hz wordt toegevoerd aan de elektromagneet. Deze trilling doet de trilplaat aantrekken, elke keer dat de stroom een maximum bereikt. Dus 2000 maal per seconde. De frequentie wordt hier dus verdubbeld. Om dit effect te vermijden bestaat de kern van de elektromagneet uit een zwakke permanente magneet. Dit permanente magnetisme zorgt er voor dat de juiste frequentie wordt weergegeven, dus in dit voorbeeld 1000 Hz.

Conclusie: wanneer het permanente magnetisme is verdwenen ontstaat een ernstige geluidsvervorming in een dergelijke koptelefoon.

De sterkte van een dergelijke magneet is niet erg groot, en hoeft dat ook niet te zijn. Er zijn twee manieren om het magnetisme te versterken.

  1. Bepaal de noord- en zuidpool van het kapsel met een kompas, plaats een merkteken, b.v. bij de noordpool. Doe hetzelfde met een sterke (keramische) magneet die op de poolschoenen past (b.v. twee platte magneetjes op elkaar gezet). Zorg ervoor dat de N pool van het kapsel op de Z pool van de sterke magneet ligt, en omgekeerd. Beweeg nu de sterke magneet een aantal malen heen en weer over de poolschoenen, b.v. twintig maal. Het magnetisme van het kapsel is nu versterkt.
  2. Maak een spoel (circa 20 windingen) waar het kapsel in past, gebruik dik koperdraad en sluit de spoel maar eventjes aan op een accu (alleen aantikken, pas op voor te hoge stroomsterktes, deze veroorzaken lelijke brandwonden). Meet met een kompas de richting van het magnetisch veld. Plaats een merkteken, b.v. bij de N pool. Zet ook een merkteken bij de poolschoenen. Plaats het kapsel in de spoel, N pool tegenover Z pool en omgekeerd. Tik de accu een keer of 5 aan, het kapsel is nu gemagnetiseerd.

Methode 2 leidt in het algemeen tot betere resultaten vergeleken met methode 1. Methode 2 kan gevaarlijk zijn wanneer je met een te zware accu werkt, b.v. met een autoaccu. Er loopt dan een te grote stroom, waardoor de koperdraad gaat smelten en je zelf ernstig gewond kunt raken. Gebruik dus een kleine accu, b.v. eentje uit een oude alarmkast.

John Hupse

Zie ook  http://www.fontys.nl/elektro/medewerkers/tcramer/aandrijf/diktaat/EAPH7.pdf en 
http://www.goudsmit-magnetics.nl/index.php?id=17&L=1

Om te beginnen heb je magneetstaal nodig. Vroeger gebruikte men voor magneetstaal een mengsel van aluminium, ijzer en nikkel. Tegenwoordig gebruikt men: Vicalloy: (Fe 38 %, V 10 %, Co 52 %). Dit is een mengsel van ijzer, vanadium en kobalt. 

Eenmaal magnetisch gemaakt blijven deze materialen ook magnetisch. De vraag is natuurlijk hoe je deze materialen magnetisch maakt. Bij natuurkunde heb je geleerd dat dat alle ijzer moleculen dezelfde richting moeten hebben, om een magnetische werking te krijgen. Door een stuk ijzer tegen een bestaande magneet te houden treedt dit effect al op. Het is echter nogal zwak. Door het stuk ijzer in een sterk magnetisch veld (gelijkstroomspoel) te plaatsen wordt de werking al een stuk beter. Helaas hebben (ijzer-)moleculen bij kamertemperatuur niet zoveel zin om te gaan bewegen. Je zult ze eerst moeten gaan verhitten om ze wat beweeglijker te maken. In de vloeibare fase gaat dit het meest effectief. Dus om een goede permanente magneet te maken, moet je in deze fase het ijzermengsel in een sterk magnetisch veld plaatsen en dan af laten koelen.

De aldus gemaakte magneet heeft een veldsterkte (uitgedrukt in Tesla's) die nog altijd vele malen kleiner is dan een kunstmatig opgewekte magneet m.b.v. een gelijkstroomspoel om een stuk ijzer.

Met een permanente mangneet kun je dus wel een paar fietslampjes van energie voorzien, maar wil je wat meer vermogen opwekken, dan zit je toch al gauw vast aan een kunstmatig opgewekt magnetisch veld.

Maurice Hamm


Impedantie

Type hoornluidsprekers die gebruikt werden bij batterijontvangers uit de jaren '20, hebben bijna altijd een impedantie van 2000 Ohm.

Liesette

Informatie

Op internet is informatie over hoornluidsprekers te vinden op de sites Sparkmuseum en Horn Speaker.

In boekvorm is er de "Radio Horn Speaker Encyclopedia" van Floyd A. Paul. Mogelijk nog verkrijgbaar bij v.d. Moosdijk te Someren.

Ron Kremer, Herm Willems


Het verschil is eenvoudig vast te stellen: de diameter van een 2003 is 40 cm terwijl de 2007 45 cm meet. Overigens lijkt de 2007 weer erg op de 2006. De 2007 heeft een drie-aderige aansluiting terwijl de 2006 een twee-aderige aansluiting heeft. In het RHT 79 (Radio Historisch Tijdschrift van november 1996) staat een uitgebreid overzicht van luidsprekertypen, dit overzicht kan helpen bij identificatie.

Arjan Muil

 
  • Wie kan mij meer informatie geven over de luidspreker op de foto. Je ziet redelijk veel pannenkoeken e.d. maar dit bijna nooit.

 

Deze speaker komt uit de jaren 1934/35. Eenzelfde type is vroeger ook uitgebracht als distributie-luidspreker van de PTT; daarop staat er met grote letters op : PTT. Verder is het embleem van Philips bij die luidspreker gewoon in het bakeliet gedrukt. De Philips luidspreker heeft het typenummer 4515.

 

(foto: Frans Eilers)

Het model past goed bij de Philips toestellen uit dat jaar met dezelfde vormgeving zoals 520, 521, 522, 638, 640, 736 en 738 A en U modellen. Van de "pannenkoek" types (1926-1932) zijn er erg veel gemaakt, vooral omdat de meeste toestellen in die tijd geen ingebouwde luidspreker hadden. De latere toestellen hadden dat meestal wel en losse luidsprekers kwamen in 1934 dus veel minder voor.

Peter Leusman, John Hupse, Pieter de Vries


Bij een luidspreker zonder bekende impedantie is deze eenvoudig te meten met een toongenerator op 1000 Hz, een wisselspanningsmeter en een variabele weerstand. Als de spanning over de luidspreker gelijk is aan die over de weerstand, is de luidsprekerimpedantie gelijk aan de weerstand. Met een ohmmeter de weerstand meten en je weet de impedantie.

Ed van der Weele

 

8 ohm is geen enkel probleem. Het is een buizenversterkertje, dus mág je wel een lagere impedantie aansluiten. 4 Ohm is niet echt een probleem, maar dat zou ik niet doen. Bij een transistor versterker kan het twijfelachtig zijn. Als je er op vol vermogen mee gaat draaien. Dit vanwege de warmteontwikkeling. Overigens wordt bij een buizenradio waarop een extra luidspreker wordt aangesloten, ook plotseling de impedantie gehalveerd, terwijl het vermogen tot hooguit 1,5x toeneemt. Het wordt echt oppassen als je een halve impedantie op een versterker aansluit. 

Sjaak van Schaik , Kees van Dijke


Volgens G. Slot ("Van Microfoon tot Oor", Philips Technische Bibliotheek 1955-1960) is deze linnen hoes bedoeld om de resonantiepiek van de luidspreker te onderdrukken. De hoes dient strak gespannen te staan, anders werkt het niet. Op bladzijde. 157 van dit boek staat een grafiekje waaruit blijkt dat de hoes voor een 21 cm luidspreker een verbetering van 6 dB oplevert bij gebruik van de speaker in een open kast. Resultaat: minder "boemerig" geluid. Een alternatief voor de hoes is het aanbrengen van een luchtkussen in de luidspreker zelf, zoals bij de Philips 9710 is gedaan. Dit levert een verbetering op van ongeveer 10 dB.

John Hupse

Oude luidsprekers zijn meestal voorzien van een open centrering, meestal een diagram van pertinax dat door twee of drie boutjes de spreekspoel op zijn plaats houdt. Ook is de opening bij de conus niet voorzien van stofdop. Vuil en vooral ijzervijlsel kunnen gemakkelijk in de magneet spleet komen. Later gebruikt met hard linnen centreringen die gelijktijdig de toegang tot de magneet geheel afsluiten en ook de conus is van een stofdop voorzien. In het eerste geval wordt dan ook veelal de luidspreker voorzien van een afsluitend doek om de magneetspleet te vrijwaren voor ongewenst vuil. 

Herman Herzien

Bij de luidspreker van de Philips 898A zaten er zelfs twee stoffen hoezen om de luidspreker. Aangezien dit toestel was uitgerust met een 18 watts eindpenthode en ruim bemeten uitgangstrafo was dit waarschijnlijk gedaan om de wat forse conusuitslagen te beteugelen bij de basweergave.

Thijs Bouma


Een website waarop een aantal Philips luidsprekers met hoefijzermagneet worden beschreven is: "VK2DYM'S Military Radio and Radar Information SiteE".

Ed van der Weele

Die instelknop is bedoeld voor het centreren van de speaker conus. Hij regelt de breedte van de luchtspleet en moet gewoon ingesteld worden op "gehoor"; dus op de beste weergave.

 

Hugo Sneyers, Pieter de Korte

 

Luidspreker met hoefijzermagneet.

(foto: Hugo Sneyers)


In een foldertje Hobbyscoop uit 1969 wordt een codering gepresenteerd. Hierbij de tekst:

Codering Philips luidsprekers vanaf 1969

Het typenummer vertelt u iets van de luidspreker. Het typenummer van een Philips luidspreker bestaat niet zomaar uit een aantal willekeurige letters en cijfers. U kunt aan dit nummer al veel zien omtrent afmetingen, frequentiekarakteristiek, impedantie enz.

Meestal begint het typenummer met de letters AD. In dat geval heeft de luidspreker afmetingen volgens internationaal gestandaardiseerde normen. De eerste twee cijfers na de letters AD geven een indicatie van de
afmetingen in inches. Zo is bijvoorbeeld de AD 5060... een luidspreker met een ronde conusvorm en een rond frame met een diameter van circa 5 inches (circa 12.5 cm).

Wanneer het tweede cijfer gelijk is aan het eerste betreft het een ronde conus in een vierkant frame, terwijl een cijfercombinatie zoals 35 duidt op een luidspreker met een ovale conus van 3" x 5". Het derde en het vierde cijfer geven het toegepaste magneetsysteem aan. De letter na de schuine streep geeft bijzonderheden over de frequentiekarakteristiek. Zo bestaan er aanduidingen Y (verhoogde gevoeligheid in het gebied van 2 tot 6 kHz). X (idem met breder frequentiegebied). Z (verhoogde gevoeligheid in een gebied met 3 kHz als middelpunt, M (geschikt voor weergave van een zeer groot frequentiegebied door toepassing van dubbele conus). T (uitsluitend voor hogetonen-weergave) en W uitsluitend voor weergave van lage tonen). Tenslotte volgt hierna een getal dat de impedantie van de luidspreker (in ohm) weergeeft.

Enkele voorbeelden: de AD 4070/Y4 is dus een luidspreker met een ronde conusvorm, diameter circa 4 inch, een verhoogde gevoeligheid in het gebied van 2 tot 6 kHz. De impedantie van deze luidspreker is 4 ohm. De luidspreker
AD 4680/M4 is een ovale luidspreker met afmetingen 4" x 6". uitgerust met een dubbele conus en met een impedantie van 4 ohm.

Zoals bij veel systemen bevat ook dit systeem enkele uitzonderingen. Als na de letters AD de cijfergroep begint met het cijfer 1, dan betreft het altijd een ronde luidspreker waarvan de diameter door de eerste twee cijfers wordt aangegeven. Voorbeeld: de AD 1255 . . . is een ronde luidspreker met een diameter van 12". Een andere uitzondering is de luidspreker 9710 M. Deze luidspreker is echter zo beroemd dat men door het typenummer-systeem niet in de war zal worden gebracht."

bron: Philips Hobbyscoop 1969.

Piet Blaas

Op de site van John Hupse staat een uitgebreid overzicht van Philips luidsprekers met typeaanduiding en specificaties.

Jan Verdijk


Over het algemeen wordt voor een luidsprekerspoel de impedantie (Z) bij 1.000 Hz aangegeven en niet de ohmse weerstand. Alleen in sommige Philips documentatie wordt voor spoelen, zowel HF, MF als luidspreker ook de ohmse weerstand vermeld. Alleen als je zeker bent dat die 1.700 Ohm de zuivere Ohmse weerstand van de spoel is klopt je redenering. Om de impedantie te bepalen zul je de speaker in gemonteerde toestand moeten aansluiten op een toongenerator met 1.000 Hz in serie met een Ohmse weerstand. Door de weerstand aan te passen maak je de spanning over de weerstand gelijk aan de spanning over de spreekspoel. Als beide spanningen gelijk zijn is de impedantie van de spreekspoel gelijk aan de waarde van de weerstand. De impedantie is afhankelijk van de draaddiameter, het aantal windingen, de spoeldoorsnede en de spoelkern. Het wordt nog een hele operatie om hieruit te komen.

Ed van der Weele


Het verwijderen van het Bombardon chassis uit een van mijn Philips AD5055 boxen (die vrijwel gelijk zijn aan de boxen in Philips F9X38A) bleek eenvoudiger dan gedacht. Eerst heb ik het handmatig geprobeerd, dat lukt inderdaad niet. Vervolgens een stukje gereedschap ingezet:

[image]

Dit is een bandenlichter van het merk Simson, je vindt zoiets in de bekende fietsbanden plaksetjes. Hiermee was het chassis moeiteloos te verwijderen.

De "lijm" die Philips heeft gebruikt blijkt de bekende zwarte pek te zijn:

[image]

Het verwarmen van het buitenste gedeelte van het luidsprekerchassis zou kunnen helpen, maar hiermee verwoest je wel de voorste plastic centreerring. Deze ring is vastgeklemd tussen het luidsprekerchassis en de metalen voorflens. Wanneer je probeert de voorflens te verhitten gaan de centreerring (en hoogstwaarschijnlijk de piepschuim conus) verloren.

[image]

(afbeeldingen: John Hupse)

Voor de duidelijkheid hier nog even een foto van de voorflens, deze dient om een luchtkussen te verkrijgen waardoor de conusrand van de Bombardon (die niet direct aan het luidsprekerframe is bevestigd zoals bij andere Philips luidsprekers) wordt gedwongen zich rechtlijnig te bewegen.

Op de foto hierboven zie je de flensrand met teerresten, en zie je ook hoe het mogelijk is dat er een ruimte zit tussen de chassisrand en het spaanplaat van de kast. Binnen deze ruimte kan je manipuleren met het Simson gereedschap.

John Hupse


Op de site van "Audiolab" is informatie te vinden over het herstellen van o.a. membraam.

Gert van Wee


Het gebruik heeft veelal te maken met de beschikbare ruimte - b.v. bij een tv waar je moet gaan kiezen tussen een aantal heel kleine ronde luidspreker of een ovale. Een ovale heeft goede hf-straling door de stevige kleine conus (in een richting gezien) maar toch goede bas dank zij de schappelijke oppervlakmaat. Maar er treedt toch zeker interessante vervorming van dat kegel op en misschien dat je ze daarom praktisch nooit ziet in een HiFi-toerusting.

Pieter de Kock 


De 800 Ohm luidsprekers die in Philips radio's (o.a. Plano's) werden gebruikt zijn (vrijwel) niet meer te krijgen. Als vervanging kun je een 8 Ohm luidspreker gebruiken. Neem dan een voedingstrafo *) met een spanningsverhouding van 10 op 1. Dat geeft een 8 Ohm uitgangsimpedantie. Het is niet zo goed als een echte uitgangstrafo maar werkt wel. Waarschijnlijk zal een ringkern trafo van 240V in en 24 V uit het best goed doen. Wel zorgen dat de trafo ruim het vermogen aankan. De beste oplossing is om een oude Philips Plano radio met stereo versterker (1962-1964) op de kop te tikken. Deze hebben ingebouwde 800 Ohm luidsprekers. Je moet er dan zelf een boxje van bouwen. Wel een echte sloopradio nemen, want een goed uitziende radio slopen is heiligschennis op dit forum.

Frank Philipse, Otto Tuil

*) De term "voedingstrafo" is wellicht wat verwarrend, maar men heeft het hier over een type transformator. De aanpassingstrafo dus tussen de uitgang van de radio en de nieuwe 8 Ohm luidspreker zetten. De als voedingstrafo gekochte trafo wordt nu dus als aanpastrafo ingezet. 800 Ohm -> trafo -> 8 Ohm. Niets in de radio wijzigen dus.

Maurice Hamm

Er is ook een originele aanpassingstrafo van Philips, het type nummer is A9 999 18. Ook AMROH heeft in het verleden een dergelijke trafo op de markt gebracht. Zie bij uitgangstransformatoren.

Frans Bleijenbergh


Deze "Rola" (Australische) luidspreker was door de muizen aangevreten. Aangezien hij nog goed werkte, heb ik de conus gerepareerd met behulp van koffie filterzakjes. Een stukje filterzakje in de vorm geknipt, met witte houtlijm ingesmeerd. Het stukje zakje wordt dan zacht en dan kun je het heel voorzichtig "vormen" als het ware. Het droogt daarna goed en de lijm wordt doorzichtig. Als het droog is met "water based blackboard" verf geverfd. Je ziet het bijna niet en werkt prima.

(foto's: John de Haas)

John de Haas

En wat kleiner scheurtje is makkelijk te dichten. Druk de gescheurde delen weer tegen elkaar en leg er een "lijntje" acryllaatkit, of andere redelijk hard wordende lijm overheen. Desnoods ook nog even aan de achterkant. Als de conus niet scherp gescheurd is dan is het verstandig om alvorens de delen aan elkaar de drukken, deze even in te smeren met lijm voor een goede hechting (seconden lijm bijvoorbeeld). Wel altijd een lijntje over de scheur leggen voor extra sterkte: het is immers een minder sterke plek geworden.

Ben Dijkman

Je kunt ook nog een sigarettenvloeitje over de scheur plakken.

Rob Kroon

Een andere oplossing is om boekbinderslijm te gebruiken. Deze is o.a. verkrijgbaar bij de vakhandel voor creatieve materialen. Je kunt de lijm nog zwart inkleuren. Met penseeltje zachtjes over de scheur aanbrengen Dit droogt snel op, aan beide kanten doen. Eventueel de behandeling herhalen. Het werkt perfect! Het spul blijft elastisch en is bedoeld voor op papier materiaal zoals een speaker conus.

Tom H.

Ook  EHBO-gaas werkt prima. Op een papier-achtige conus althans. Wel hydrofiel gebruiken, geen hydrolast. En dan met kwastje insmeren/deppen met (eventueel ietwat verdunde) houtlijm. Werkt prima en is ook min of meer elastisch.

Marco Loos


Er zijn verschillende typen schaalluidsprekers. De "duurdere" hadden een spreekpoeltje met verschillende (3) aansluitingen. Door middel van een stekker met draai(schakel) mogelijkheid, kon je de klankkleur veranderen.
Je moet je daar niet veel van voorstellen. Er waren dus ook 2-draads schaalluidsprekers.

Maarten Gudde


Alle schaalluidsprekers van Philips zijn in onbespoten vorm op de markt gebracht. Dus als daar een laag overheen gedaan is moet dit naderhand gebeurd zijn. Nu hoeft het ook niet altijd lak te zijn wat aangebracht is, het kan ook politoer zijn dat diep in het bakeliet is gedrongen. Laten we er vanuit gaan dat het lak is. Dan kun je op een ander stuk bakeliet eerst eens uitproberen of afbijt nadelig op bakeliet werkt. Ook heb ik wel eens een oude radiokast die geverfd was schoon gekregen door hem onder te dompellen in heet water met sterke soda-oplossing en deze 24 uur laten weken, waarna ik de verf er zo van af kon halen. Je zult hem dan wel eerst moeten demonteren.

Philip van Apeldoorn


De driestanden schakelaar en de aansluitstekker vormen een geheel, zie de foto. Het snoer is drie-aderig en omsponnen met zwart glansgaren. Snoer is nog wel te koop op beurzen (neem de dunne soort). De stekker met ingebouwde schakelaar is wat lastiger.

John Hupse

(foto: John Hupse)


Interne luidsprekers blijven altijd spelen. Je zult dus een schakelaar ertussen moeten zetten. Houd er wel rekening mee dat een buizenradio/versterker altijd belast moet zijn met een luidspreker en laat hem nooit spelen zonder luidspreker. Dit kan de uitgangstrafo en/of eindbuis kosten (inductief gedrag, LC keten, opslingering etc.).

Kees van Dijke

Volgens de service documentatie is de impedantie 5 Ohm. Wellicht kun je (tijdelijk) een wat modernere luidspreker monteren. Alle speakers tussen 4 en 8 ohm zullen prima werken. Zo kritisch is dat niet. De U achter het typenummer van de radio, doet mij denken aan een niet netgescheiden apparaat. Het naar buiten brengen van bedrading levert dan makkelijk een veiligheidsprobleem op. Overigens is het wel te doen om luidsprekers weer te centeren, maar waarschijnlijk zit er roest in de luchtspleet. Als je geluk hebt, heeft de speaker centrering met een schroefje in het midden. Zolang de speaker het nog doet, is de spreekspoel waarschijnlijk niet verloren. Je moet in elk geval nooit het magneetsysteem uit elkaar halen (soms waren die met schroeven samengesteld) dat is funest voor de veldsterkte in de luchtspleet.

Stef van Aalst, Henk Roovers

In een Erres KY537 van mij zit ook een krakende luidspreker, tenminste als je het toestel op achtergrond volume zet. Zet je het toestel hard en dan ook nog op ID-NT, dan hoor je er niks meer van. Aangezien deze radio uit een timmerfabriek komt en vol met zaagsel zat kan het zijn dat er ook houtstof tussen de conus en de magneet zit Ik zal eens met 12 bar het proberen weg te blazen. Normaal gebruik ik bij radio's ontstoffen 3 bar en een tandenborstel om het goed schoon te krijgen.

Jan Veenstra

Een tip: ga niet met vol vermogen op die speaker staan blazen (compressor of dergelijke) want dan is de kans groot dat je de speaker onbedoeld beschadigt. Als er iets tussen conus en magneet zou zitten dan zou dit toch ook hoorbaar zijn op vol vermogen. Je kunt proberen de speaker aan de voorkant heel voorzichtig naar binnen te duwen en kijken of je iets van schuren of kraken hoort. Dan moet je zeker even met een hoge luchtdruk gaan blazen maar  12 bar lijkt toch een beetje te veel.

Pieter de Korte


Dit type luidspreker is nog zeer courant. Rommelmarkten, rommelwinkels, e.d. staan bol van plastic Philips luidsprekerkastjes en veel van deze kastjes zijn voorzien van een 17cm speaker. Dit is vaak een AD7080 of afgeleid type. Zijn voor een habbekrats te krijgen. Vervangen gaat beslist beter dan repareren.

Jan Bus

Niettemin is het met wat geduld wel te doen. Als tenminste de spoelkoker niet verbrand is. Verwijder de oude wikkeling en tel het aantal windingen (het is niet te hopen dat het een 800 ohm speaker is). Neem een doorn, dat is een ronde koker die een fractie kleiner is dan het inwendige van het kokertje. De bedoeling is dan, dat om die doorn een laagje koperdraad wordt gewikkeld. Precies aansluitend. Het geheel moet dan precies in het kokertje passen. Je kunt nu beginnen met het herwikkelen van de winding. Als die klaar is, fixeer hem dan met een dunlaagje lijm (b.v. Velpon). Trek nu het koperdraadlaagje van de doorn af en haal de doorn uit het kokertje. Centreer de luidspreker, door het kapje in het centrum van de conus te verwijderen en steek een aantal dunne kartonnen strookjes (briefkaartkarton) tussen de spreekspoel en de middenkern van de magneet . Lijm vervolgens de centreerring en de rand van de conus vast. Verwijder na het drogen de kartonnen strookjes.

Henk Roovers

Vroeger werden de spoelen "geflitst". Dan werd er kortstondig een hoge stroom door de spoel gestuurd zodat de lak wat smolt en de wikkelingen vast zaten op de koker. Velen zullen dit misschien niet meer weten.

François Messagie

De magneet van een luidspreker is niet zo maar te demonteren. Als je de spreekspoel wilt demonteren kan dat alleen maar door deze uit de conus te snijden. Maak eerst de aansluitdraden aan de voorkant van de conus plaatselijk blank en meet de weerstand tussen beide draden. Als de spreekspoel inderdaad onderbroken is, dan kan je hem er uitsnijden, net buiten de omtrek van de spoel. Verwijder eerst het stofdopje (en eventueel de hulpconus). Zorg er voor dat de spreekspoel ook los komt van de binnenste centreerring. Neem de aansluitdraadjes die op de conus zijn achtergebleven voor de helft los, en maak ze blank.

Klem de nieuwe of gerepareerde spreekspoel op de juiste plek tijdelijk vast op de magneet met behulp van een paar strookjes filmmateriaal. Lijm de spreekspoel vervolgens vast aan de conus en aan de binnenste centreerring. Er mogen geen gaten vallen tussen de onderdelen. Laat de lijm drogen. Soldeer de aansluitdraadjes vast aan de oude stompjes. Lijm deze weer vast aan de conus. Gebruik een goede witte houtlijm, geen rubber kit of zoiets. Als de lijm droog is trek je de strookjes film er uit en lijm je het stofdopje weer op z'n plek. Dat is alles (!).

John Hupse

Je moet de luidsprekerconus naar voren toe drukken (en houden), daarmee verplaatst de spoel zich uit de luchtspleet en kun je de magneet er af halen zonder de spreekspoel te beschadigen. Merktekens aanbrengen hoe de magneet heeft gezeten en monteren in omgekeerde volgorde waarbij de conus wederom naar voren verplaatst moet worden en dan voorzichtig de conus op gevoel terug laten komen zonder schurende geluiden, waarbij de magneet (nog niet vastgezet) misschien nog wat verschoven dient te worden.

De magneet zelf hoeft niet uit elkaar genomen te worden, maar wordt in zijn geheel van het chassis afgehaald. meestal zit er een papieren ring tussen het magneetpakket en het chassis. De magneet hoeft alleen maar uit elkaar als de luchtspleet geoxideerd is. Om in eerste instantie te kunnen zien hoe de spoel eruit ziet is dit de beste (makkelijkste) manier. Mocht de spoel toch los moeten om te repareren bestaat altijd nog de mogelijkheid de koker halverwege door te snijden en na reparatie d.m.v. een inwendige koker weer aan elkaar te lijmen.,Je blijft dan met het gelijmde (dikkere) gedeelte buiten de luchtspleet.

Moet de spoel opnieuw gewikkeld worden zou je dat zelf kunnen, mits je heel handig bent. Laten wikkelen is uiteraard ook mogelijk,je kunt daarvoor op een x-aantal adressen terecht. Zie bij Google onder "reparatie luidspreker". Ze kunnen je dan vragen om een zelfgemaakt kokertje te leveren(of misschien het afgesneden origineel) waar de spoel op gewikkeld dient te worden. Ook kunnen ze je vragen hoeveel wikkelingen er op moeten, dan zul je van je oude spoel het aantal moeten tellen. Vergeet ook niet een stukje draad mee te nemen voor de dikte. Mocht je twijfelen aan de dikte dan neem je het aantal wikkelingen x 11 cm. (omtrek spoel), dit is de totale lengte van de spoeldraad. Dan deel je 8 Ohm door die lengte en krijg je het aantal Ohms per meter, in de kopertabellen vind je dan de bijbehorende dikte. Dit helpt allemaal mee om de kosten te drukken.

Huub Crommert

Het uiteennemen van de magneet, leidt tot een aanzienlijke daling van de veldsterkte. De sluit plaat moet je dus nimmer verwijderen! Hoewel gevaarlijk, is het beter om de conus centrering en conusrand los te weken met een oplosmiddel. Als de spoel hersteld moet worden, zal de conus er toch uitmoeten. Centrering tijdens de (her-)montage wordt gedaan met een centreerring, voordat de conusophanging gedroogd is. Bij gebrek hieraan, kun je de conus uitstekend centreren met dunne (briefkaart) kartonnen strookjes van ca 1 cm. Deze steek je dan tussen de magneet middenkern en de spreekspoel. Als de lijm droog is, haal je ze eruit en wordt vervolgens al dan niet een stofkapje geplaatst. Voor het oplosmiddel zou je normaal aceton gebruiken, maar dat lijkt me in een polystyreen omgeving niet de juiste keuze.

Henk Roovers


Hier de tekst uit een Philips boekje "Luidsprekerbehuizingen voor zelfbouw". Het spreekt óók van een systeem dat "tot voor kort" gold en geeft aan wat de typeaanduiding onder dàt systeem betekende. Het boekje dateert uit 1971. Het nieuwe systeem zal dus waarschijnlijk eind 60'er jaren zijn ingevoerd.

(scan: Gerard Jongbloed)

Onderstaand de uitleg van het nieuwe systeem van Philips (28 Augustus 2005 - Philips Loudspeakers (1980)). De hele PDF is te vinden onder  http://www.mfbfreaks.nl/html/nieuws/archief.htm. Hier enkel de tabel:

(scan: Maurice Hamm)

Gerard Jongbloed, Maurice Hamm


Terug naar de inhoudsopgave


(05-04-2010 )