Nederlands Forum over Oude Radio´s
Onafhankelijk medium voor liefhebbers en verzamelaars van oude radio´s en gerelateerde zaken


 

 

 

Buizen / Defecten

 


De rode (vaak ook goud- of zilverkleurige) verf is een soort geleidende metaalemulsie. Niet tegen inkijk, maar bedoeld als afscherming. In de sokkel vind je dan ook een draadje om de verf op de ballon gewonden, dat weer naar een aparte pen op de buisvoet gaat, of dat met de kathode is verbonden. Als het draadje gebroken is, zal de buis wel werken. De afscherming houdt statische velden buiten (of binnen) de buis. Omdat buizen meestal vertoeven in hoogohmige circuits zijn sommige gedeeltes gevoelig voor brom, capacitieve koppeling, etc. Ook kan ongewenste koppeling optreden met andere circuits, waardoor de zaak kan gaan oscilleren. In Amerikaanse toestellen werd een dergelijk probleem soms opgelost door de buis te omhullen met een metalen kokertje. 

Zit de voet los, dan maakt de afschermlaag ook geen contact meer. Dit contact kan gerepareerd worden. Zet eerst de voet vast (zie verderop onder "losraken glasballon"). Haal het aansluitdraadje voorzichtig naar boven en leg het naast de buis, richting top, zorg dat het draadje mooi schoon is. Neem nu een blank geschuurde koperdraad van ongeveer 0,3 mm dik. Leg deze nieuwe draad langs de voornoemde aansluitdraad en wikkel vervolgens ca 10 slagen om de buis, te beginnen bij de voet. Er komen dus twee uitlopers onder de wikkellaag. Draai tot slot de twee uiteinden samen met het derde uiteinde in elkaar en soldeer ze vast. Op deze mannier is de afschermlaag weer op een goede manier aangesloten (er van uitgaande dat de lamp niet los op de sokkel zit). 

Frits van Mourik, Henk Roovers

Een andere manier om de verbinding met de afschermlaag te herstellen is door eerst de buis weer vast te zetten op de huls en dan met geleidende zilverlijm (automaterialenhandel) een verbinding te maken tussen de afschermlaag en de draad rond de huls. Let er hierbij op dat de bovenste gekleurde verflaag niet geleidt, en eerst plaatselijk met aceton moet worden verwijderd. Onder de gekleurde laag zit de eigenlijke geleidende laag, deze is meestal koperkleurig. Na droging van de zilverlijm de verbinding even controleren met een ohmmeter. De gerepareerde plek kan daarna weer worden bijgekleurd met rode respectievelijk goudkleurige verf. De reparatie kan vrijwel onzichtbaar worden uitgevoerd.

John Hupse

Bij Conrad kun je Graphit Spray kopen. Dit brengt een geleidende laag aan, zodat je daaroverheen gewoon de goede kleur kunt zetten, en de buis goed afgeschermd is.

Wouter Nieuwlaat


Bij één van de buizen schijnt een blauw licht, knipperend, bovenin de buis. Het zijn geen vonken of zo, maar gewoon een blauw schijnsel, dat in grootte varieert op de maat van de muziek. 

Als vuistregel kun je het volgende aanhouden:

  1. als je lichtblauw licht ziet binnen de anode van de buis dan duidt dat op de aanwezigheid van relatief veel gasresten (zuurstof). M.a.w. je hebt dan te maken met een niet optimaal vacuüm in de buis;
  2. als je een donkerblauwe gloed direct op de binnenkant van de glaswand ziet dan wordt dat veroorzaakt door langs de anode geschoten elektronen. De blauwe gloed ontstaat door het bombarderen van het glas (eigenlijk het lood daarin) met elektronen en kan verder geen kwaad.

De blauwe gloed in buizen is niet altijd een slecht teken. Er zijn verschillende oorzaken:

  1. fluorescentie, je ziet dit aan de binnenzijde van het glas, deze gloed is vaak violet, dit verschijnsel is onschuldig en heeft niets te maken met gasresten;
  2. kwikdamp, dit is normaal bij kwikdampgelijkrichters, hieraan kan je zien dat de buis werkt;
  3. gas, dit zie je vooral in het midden van de buis tussen de elektrodes, de gloed is lichtblauw, bij vacuümbuizen betekent dit dat er gasresten in de buis zitten, bij sommige soorten buizen zoals thyratrons en regulatorbuizen is dit normaal;
  4. neerslag op de binnenkant van de anode, dit zie je redelijk vaak bij eindbuizen, in dit geval is een zeer dun laagje kathodemateriaal op de anode terechtgekomen, wat een onschuldige blauwe gloed veroorzaakt;
  5. verontreinigingen in het gebruikte materiaal (b.v. Svetlana eindbuizen bevatten kleine hoeveelheden kobalt, zelfs op de mica spacers), hierdoor ontstaat een onschuldige blauwe gloed, sommige high-end liefhebbers zien dit als een aantrekkelijk visueel pluspunt.

Ron Kremer John Hupse

Het is niks om je ongerust over te maken, dit komt gewoon omdat het glas gebombardeerd wordt met elektronen waardoor er fluorescentie optreedt (blauw/violet gloed, zoals bij een TL lamp). Sommige buizen hebben dat maar de werking van de buis wordt er niet door verstoord. Ik heb hier een 42 buis liggen (eind pentode) die hier en daar ook lichtjes violet gloeit in het donker. Bij daglicht valt het gewoon niet op omdat er binnenin het glas zo'n metaallaagje zit waardoor je de binnenkant van de buis niet kan zien.

Een engelstalige uitleg (Explanation 2) is te vinden op de site van Dennis Grimwood. 

Patrick Meersman

(foto's Thijs Knaap)

Toen ik vandaag het ding wat langer liet branden ging het mis. De buis begon te brommen en het blauwe schijnsel verspreidde zich door de hele lamp. Uitgangsvoltage van de voeding ging naar nul en de lamp werd warm. Mijn diagnose zou zijn: lucht in de buis. Klopt dat?

Het kan natuurlijk ook een doorgeslagen elco zijn, dat vindt die buis ook helemaal niet leuk! Het is wel zo verstandig om dit eerst eens na te gaan meten voordat je er een nieuwe buis insteekt. De 1883 heeft een gloeispanning van 5V op 1.6 A Anode spanning is 400V op 110 mA. De AZ1 heeft een gloeispanning van 4V op 1.1 A Anode spanning is 300V op 100 mA. Je kunt ook een AZ31 gebruiken,

Henk Kramer, Pieter de Korte

Klopt, de lamp is niet meer luchtledig. Het is een 5 volts gelijkrichter. Je kunt een AZ1 gebruiken, maar deze is 4 volt. De AZ1 vindt je bij bosjes, dus niet erg als je er een sloopt.

Maarten Gudde

Het verschijnsel van blauw licht in de buis wordt ook wel stoot-ionisatie genoemd. Wil je er meer over weten dan in Google intypen "Geissler buis" of "Crookes buis".

Ton de Korte

Zie o.a. hier http://members.aol.com/larrysb/blue_glow.html en hier http://www.webace.com.au/~electron/tubes/blueglo.htm .

Matthias Meijer


Als een eindbuis rood wordt, betekent dit vaak dat het schermrooster als anode fungeert. Er is dus op een of andere manier geen aansluiting met de anode. Meet maar eens op de anode aansluiting van de eindlamp, ik denk dat je spanning meet.

Maarten Gudde

Het lijkt een klassiek geval van een defecte uitgangstrafo. De EL41 krijgt het benauwd omdat de anode geen voeding meer krijgt. Het schermrooster heeft nu het hoogste potentiaal, en gaat als anode dienen. Dat vindt het buisje helemaal niet leuk! Het schermrooster mag normaal gesproken nauwelijks stroom trekken en staat in geen verhouding tot de anodestroom. Vandaar dat hij een beetje rood wordt. Meten is weten, gissen is missen. Het is al zovaak gezegd.

Nico den Haak

Heb je de spanningen en de stromen van de EL41 al gemeten? Bij de anode (2), schermrooster (5) en kathode (7) staan ze in het schema aangegeven. Die spanningen en stromen mogen best zo'n 10% afwijken. Op het stuurrooster (6) staat 0 Volt als het goed is. Staat op punt 6 een positieve spanning ten opzichte van het chassis, dan is de koppelcondensator van 10 nF aan punt 9 van de EABC lek. Kijk wel uit bij het werken aan dit toestel, want als ik het goed zie aan het deel van het schema wordt het toestel rechtstreeks uit het net gevoed. Alleen de gloeidraden worden via een transformator van spanning voorzien.

Ed van der Weele

Meestal zit dit probleem in de voedings-(beker) elco's. Controleer deze op sluiting of weerstandlek. Als er een weerstandlek in zit wordt de voedingselco ook warm. Het probleem zat inderdaad in de voedingselco. Nadat deze en de eindbuis vervangen was speelde de radio weer.

Michiel van der Smeede, E. van Beek

Ik heb enkele weken geleden hetzelfde meegemaakt, maar de oorzaak was hier niet een lekke koppelcondensator maar een slechte EL84. 

Je kunt de koppelcondensator ook heel simpel controleren. Als je de EL84 even uit de lampvoet trekt en het toestel dan aanschakelt en de spanning gaat meten tussen massa en pen 2 (stuurrooster) van de EL84 (wel wachten tot de gelijkrichter opgewarmd is natuurlijk). De spanning moet hier uiteraard 0 Volt zijn. Controleer ook even de roosterlekweerstand. Het probleem hier heeft er mee te maken dat het stuurrooster een beetje als kathode gaat werken (bevuild). Als de spanningskiezer op 220 V staat gaat het stuurrooster nog heter worden waardoor de lamp meer roosterstroom gaat trekken. Op 245 V wordt de buis minder heet en treedt dit effect minder op. Maar de oplossing is toch: een nieuwe EL84 erin. Meet de roosterspanning maar eens als je toestel een half uurtje aanstaat met de spanningskiezer op 245 V, je zult dan ook een beetje positieve spanning gaan meten.

Hugo Sneyers

Hetzelfde probleem heb ik ook met de Plano's. Maar wat ook vaak voorkomt is dat één EL84 een beetje versleten is. Omdat Philips door zijn zuinigheid maar één kathodeweerstand en dito elco gebruikte, splits ik dit zaakje op. Het geval wil, dat als één buis een beetje dicht gaat zitten, de andere buis volledig in geleiding gaat door het toepassen van een te lage kathodeweerstand op dat moment.

Wat de positieve roosterspanning op de buizen betreft, met name de ECL86 en EL41 hebben daar ook last van. Als eerste breng ik de gloeispanning op de juiste waarde door een serieweerstand in de netleiding op te nemen, maar soms ook door de spaninngkeuze op 245 Volt te zetten. Tevens verhoog ik de kathodeweerstand met een trap zodat de eindbuis wat minder stroom opneemt. Dit gaat ten koste van de ideale instelling, maar het vermogensverlies (soms vermogenswinst) is nauwelijks hoorbaar, maar wel meetbaar.

Bij oude radio's zijn meestal koppelcondensatoren de oorzaak. Maar bij de jaren '60 radio's ook vaak de buizen zelf, en niet de koppel condensatoren.

Kees van Dijke

Als de spanning op het rooster oploopt heb je vrijwel zeker last van defecte koppel condensatoren. Deze kun je met een multimeterje wel leuk doormeten, maar dan zul je niet zien of ze lek zijn of niet. De meter test namelijk met een lagere spanning dan waarop de condensator normaal gebruikt wordt.

Enige echt goede methode is om te meten met een z.g. 'megger' die meet hem met een hoge spanning. Maar het beste is eigenlijk; zonder omhalen vervangen. Het heeft je nu een of twee buizen gekost, voor hetzelfde geld had je de eindtrafo opgeblazen.

Wouter Nieuwlaat


Het beste is om de buisvoet te vervangen. Ze zijn nieuw nog ruim te verkrijgen. Meestal zitten ze aan het chassis vastgeponst of gerevetteerd. Deze bevestiging kun je het beste uitboren met een boortje van ongeveer dezelfde diameter als het gat in het chassis. Dit zal iets kleiner zijn dan de buitendiameter van de prop die er in zit. Opnieuw bevestigen kun je het eenvoudigst doen met popnagels, daar heb je echter wel een speciale tang voor nodig.

Wouter Nieuwlaat

Soldeerbusjes (holnietjes van 3 mm zijn nog wel verkrijgbaar) kunnen ook worden gebruikt. Een boutje m3 misstaat ook niet. De huidige popnagel moest in die tijd nog ontwikkeld worden en past dus eigenlijk niet bij de leeftijd van de radio. Een mogelijkheid is ook: van boven uit boren. De helften van de originele busjes vallen er dan onder uit. Daarna  een nieuwe voet in lijmen (epoxy) en de halve busjesoverblijfsels weer van boven terugplaatsen voor een cosmetisch correct eindresultaat.

Pieter de Kock

Neem een stenen (keramische) buisvoet, dan heb je dat probleem nooit meer. Ik zou dit zelf wel doen. Want als deze buis zo heet word kan er echt niks meer gebeuren. Ook al is het kool nu een beetje weg er zit zeker nog weerstand in de voet. Kool geleidt immers. Die pertinax voeten onder de versterker buizen zijn vaak slecht en ook geen goede optie. Vervang deze door een stenen, dan heb je nooit meer deze problemen.

Pieter de Korte, Maurice

Buiten het toepassen van een keramische buisvoet is een ECL86 sowieso al een probleemkindje. Vaak is het stuurrooster vervuild met kathodemateriaal, zodat er secundaire emissie op gaat treden en positieve roosterstroom gaat lopen. Uiteindelijk wordt de anode roodgloeiend en vervormt het geluid en raakt ook vaak de uitgangstrafo en voeding defect. Oplossingen die ik gebruik is het verhogen van de kathodeweerstand en eventueel in serie met de netleiding een weerstand van 33 a 47 Ohm 5 Watt i.v.m. 230 Volt netspanning en het eventueel ontbreken van een 245 Volt mogelijkheid van de spanningskeuze instelling. Veiligheid en kwaliteit laat ik de laatste tijd boven originaliteit prevaleren.

Kees van Dijke

Ik zou de buisvoet ook vervangen. Ik zou echter voor een pertinax type kiezen, vanwege de originaliteit. Bij mij spelen de radio's niet heel lang. Dus ach..die buisvoet zal mij overleven.

Auke Kieffer

Met het oog op het bewaren van de originaliteit is daar wat voor te zeggen, maar ook Philips zag in dat dit vaak fout ging. Bij diverse modellen met pertinax printen en voeten zie je dat bij zwaar belaste buizen vaak een stenen voet wordt gebruikt.

Maurice Hamm

Ik zou t zo doen. Sluit de gloeidraden aan op 6 V. Neem een simpele multimeter in de "weerstand meten" stand, b.v. 10kOhm. De zwarte draad is +, de rode -. Zet de rode draad op een draad van de buis. Ga nu met de zwarte alle andere na en kijk of er uitslag van de meter is. Als er niets gebeurt, de rode aansluiting op de volgende en weer rond met de andere. Op een gegeven moment zie je dat er stroom loopt. Laat de rode aansluiting van de multimeter op zijn plaats, dit is de gezamenlijke kathode, de zwarte + aansluiting maakt nu contact met een van de anodes van de twee diodes óf met het stuurrooster van de pentode. Ga nu met de + de andere anodes c.q. het stuurrooster opzoeken. Geven twee aansluitingen dezelfde uitslag dan zijn dit waarschijnlijk de anodes van de diodes, en de derde de g1 vd pentode. (Je kunt natuurlijk ook eerst even de "weerstanden" meten van een EBL1 waarvan je de aansluitingen wel weet, deze weerstanden zijn wel afhankelijk v.d. conditie v.d. buis). Het zal duidelijk zijn dat het kleine stroompje van de multimeter geen enkele schade kan veroorzaken.

Sluit nu alle drie de aansluitingen van de buis die geleiding geven kort met de kathode. Nu heb je een iets hogere spanning nodig b.v. 100 V, liefst met een grote serie weertand van minstens 100 kOhm. Je hebt nu nog twee onbekende aansluitingen van de buis over. Een is de anode, de andere het schermrooster. Sluit hier voorzichtig de + hoogspanning op aan. De min gaat uiteraard naar de kathode. Gaat er een stroom lopen dan is dit het schermrooster dat even als anode fungeert. Wil je zeker weten dat de andere de anode is, sluit dan op het schermrooster ca. 100 V aan en ook 100 V op de vermoedelijke anode. Nu moet er anode stroom lopen. Immers de buis staat door de oV van het stuurrooster niet afgeknepen. Als je een voor een de sluitingen van de twee anodes diodes/stuurrooster weghaalt en de anode stroom verandert, dan was dát dus het stuurrooster, en zijn de andere de diodes. Tussen diode 1 en 2 zit geen verschil.

Ruud

Ik zou de buis niet weggooien. Een idee is om de diodewerking van de buis na te gaan. Er zitten sowieso twee detectie diodes in en zijn met een beetje geluk nog door te meten met een oude analoge multimeter. Je houdt dan twee anodes en een kathode over. Het stuurrooster zit aan de top en hiermee kun je de twee overige elektrodes sturen. Wanneer je op het schermrooster en anode twee stroommeters ertussen zet, ca. 100-250 Volt voeden en je zet op het stuurrooster een negatieve roosterspanning van -6 Volt, dan zie je wat de anode en schermrooster is.

Doe dit uiteraard voorzicht en gebruik stopweerstanden evenals weerstanden om de stroom te beperken.

Kees van Dijke

Een nadere uitleg kun je ook nog vinden op de site van Wouter Nieuwlaat.

Wouter Nieuwlaat, John Hupse


Een eindbuis kan zeker knappen op het moment dat b.v. een koppel condensator defect is. De anode van de buis loopt dan roodgloeiend aan. Gevolg: glas knapt van de hitte. Check dus je eindtrafo van dat kanaal of deze nog heel is gebleven en controleer / vervang in elk geval de koppelcondensatoren.

Roland Huisman

Blijkbaar zijn juist deze rare 'volgepropte' buizen vatbaarder voor fysiek defect. Ik heb het eens gehad met een ELL80, deze was ook gescheurd (onderaan). Het totale vermogen dat in het glazen buisje gedissipeerd wordt is waarschijnlijk aan de hoge kant. Bovendien wordt het niet mooi gelijkmatig verdeeld zoals bij een enkele EL buis. Vooral dat laatste lijkt mij een belangrijke oorzaak voor extra spanningen in het glas.

Wouter Nieuwlaat


De mooie glimmende laag aan de binnenkant van het glas bij sommige buizen is geen kwik, maar getter *). Dit spul dient er voor om eventuele restjes lucht die nog in de buis zitten onschadelijk te maken. Als de buis lek is, dan wordt de getterlaag wit. Gelijkrichtbuizen met een kwikdampvulling zoals bijvoorbeeld de 83 zien er soms een beetje vies uit (troep op het glas; zie foto). Ook kun je soms kleine bolletjes kwik los in de buis zien liggen. De 5Y3 is niet gevuld met kwikdamp, maar sommige soorten 5Y3 hebben wel een fraai glimmend getter. 

*) In "moderne" buizen is het meestal barium. Magnesium is het enige getter materiaal dat bestand is tegen kwikdamp, dus wordt dat gebruikt in kwikdampgelijkrichters. In buizen zonder een glimmende of donkere laag op het glas wordt er toch een getter toegepast, dit zit dan op een apart getter plaatje of op de electrodes zelf en bestaat b.v. uit zirconium of titanium. Een uitgebreid overzicht staat op de site "The Valvepage". 

John Hupse, Otto Tuil

 

 

Gelijkrichtbuis 83

(foto: Jonathan Hooft)

 


Als er lucht in de buis zit zal hij inderdaad niet zichtbaar gloeien. De warmte van de draad wordt immers afgevoerd door de lucht. De buis zelf wordt juist wel veel heter dan één met vacuüm, omdat de hete lucht de warmte weer afstaat aan het glas. Wordt het glas niet heet, dan is er nog iets anders aan de hand.

Omdat de gloeidraad niet de normale temperatuur kan bereiken, is de stroom (door de lagere weerstand) dan ook hoger. Met de meter is dat te constateren. Dus het in warmte omgezet elektrisch vermogen is eveneens hoger. Verders is de warmteoverdracht naar de glazen ballon door het ontbreken van het vacuüm verbeterd.

Otto Tuil,  Wolfgang Holtmann



(foto: Arie Schets)

Als die gloeidraden ook zo ongelijk branden wanneer je de hoogspanning er af haalt, dan zou ik die buis maar vervangen of tenminste een reserve exemplaar bij de hand houden. Als het probleem zonder HS is verdwenen, dan is er iets anders aan de hand.

John Hupse


Wanneer een ballon loszit, kun je deze in veel gevallen weer eenvoudig vastzetten. En wel als volgt: smeer met een penseeltje wat brandspiritus tussen de buisvoet en de ballon. De kit die er origineel tussenzit lost hierdoor opnieuw op. Als je een beetje mazzel hebt, zit de ballon daarna weer redelijk vast. Wel verdient het aanbeveling de buis op een warme plaats te leggen, en met b.v. een post-elastiek op te "spannen". Strak de ballon op de buisvoet klemmen dus. Of de operatie slaagt, hangt erg af van de hoeveelheid kit die nog in de buisvoet zit. Wanneer de ballon erg los heeft gezeten, vallen er stukjes kit uit. Dan is er natuurlijk minder materiaal aanwezig voor een nieuwe hechting. 

Een meer rigoureuze oplossing gaat als volgt. Leg de buis op z'n kant. Laat tussen ballon en buisvoet rondom flink wat superlijm (cyaanacrylaat) lopen. Druk de boel op z'n plaats, terwijl je de buis zo snel mogelijk op z'n kop draait. De lijm is dun/vloeibaar en verspreidt zich nu tussen ballon en de rand van de voet. Op z'n kop laten drogen, eventueel met de elastiekmethode. Na 'n uurtje geen beweging meer in te krijgen.

Nico den Haak, Frits van Mourik

  • Enig idee hoe deze EL41 te lijmen (zie foto)?

Je zou een heel klein beetje polyurethaanlijm in de rand kunnen doen. De lijm zet uit en alles zit (na een dag) weer klem. Wel eerst het glas goed ontvetten.

Ben Dijkman

Of gebruik twee-componentenlijm. Op de website van b.v. Bison is daarover meer informatie te vinden. 

Ed van der Weele, Gerrit en Rob Noordink

 

EL41

(foto: Frank Philipse)

Liever geen Bison Kit of Tix. Dit is een contact lijm, blijft wel soepel, maar is ook nog op thinner of aceton basis (slecht voor je gezondheid en stinkt). Een betere keus is de Bison twee componenten op expoy basis (stinkt een stuk minder, maar is ook niet helemaal goed voor je gezondheid). Deze lijm heeft ook nog een hoog vullend vermogen en blijft een beetje taai. Als je het wel hard wilt maken moet er een vulmiddel bij, bijvoorbeeld een klein beetje glasvezel (kleine stukjes). Ik heb pas een voet van een 227 nieuwe pinnen gegeven en de heleboel daarna met de twee componenten lijm vastgezet. Nachtje laten uitharden: prima. Let wel op met solderen, kort opwarmen, anders gaat het weer los. Het zijn de rode tubes van Bison. En voor alles geldt: een proefje maken is altijd verstandig.

Dirk Jan Noordermeer

Regelmatig komt het voor dat vooral bij grote lampen/buizen de sokkel los raakt van de glazen ballon.
Met succes voer ik de volgende procedure uit:

- Probeer de ruimte tussen sokkel en buis zo goed mogelijk schoon te maken.

- Bevochtig deze ruimte licht met water.
- Vul deze ruimte met vuurvaste afdichtingskit van het merk GRIFFON (verkrijgbaar bij een brandstoffenhandel).
- Mocht de kit te dik zijn om in te voeren is deze met water te verdunnen.
- Laat de buis 24 uur op een warme plaats drogen en de ballon is weer rotsvast verbonden met zijn sokkel.

NB
Pas met deze kit op voor je ogen.

Frans Hamer


De ECL86 is in de praktijk vaak minder bedrijfszeker dan bijvoorbeeld een EL84. Ook de mechanische constructie is wat kwetsbaarder, doordat er ook een triode in dezelfde behuizing zit. De EL86 wordt heel erg warm, waardoor ze als deze in een pertinax voet geplaatst is na verloop van tijd de voet laat verkolen, waardoor er allerlei parasitaire stroompjes ontstaan. Buizen van het zelfde type verschillen onderling wat en daardoor kan het zijn dat een andere ECL86 in je radio net niet oscilleert. Controleer goed of de buisvoet nog in orde is. Eventueel vervangen door één van hittebestendig materiaal. Is de buisvoet op een printplaat gemonteerd, controleer die print dan ook goed op sporen van verbranden of verkolen. Meet na vervanging van de buis of het G1 rooster negatief is t.o.v. de kathode, meet dit nog eens na als het toestel een tijdje opgewarmd is. Wordt die spanning positief, dan is je nieuwe buis geen lang leven beschoren.

Henk van den Broek

Meet ook eens de kathodespanning met de goede en met de rotte ECL86. ECL86's hebben vaak kathodelek en dat kan soms ook tot genereren leiden. Met kathodelek gaat er meestal meer stroom lopen en wordt de spanning over de kathodeweerstand groter. Soms duurt het enige tijd voordat de stroom gaat oplopen dus blijf even meten.

Henk Kramer

Een sluiting tussen 2 buispennen in de buis kun je vrij gemakkelijk vinden met een Ohm-meter . Meet tussen pen 1 en 2, tussen pen 1 en 3 enz. Dan tussen 2 en 3, 2 en 4 enz. Tot je bij pen 9 bent.

John Hupse

Het heeft verder niet zoveel zin om uit te zoeken waar het probleem in de buis nu eigenlijk zit. Een oude rot in het vak gooit deze ECL86 gewoon weg, nadat gebleken dat vervanging door een nieuw exemplaar de oplossing is. Je kunt er heel moeilijk achter komen wat de fout uiteindelijk is. Ook al heeft de buis in koude toestand geen sluiting, in warme toestand kan dit wel het geval zijn, enz.....

Jan Bus


In oude pennenvoet buizen worden soms voor een aantal aansluitdraden glazen buisjes als isolatie gebruikt. Deze liggen los en veroorzaken dus 'rammeltjes'.

Corné Janssen

De geluiden die je omschrijft komen mij wel bekend voor; ook bij buizen zonder gekitte voet/ glazen isolatiebuisjes (zeg maar gerust "gewone" buizen) kun je dat wel eens hebben. Bij de fabricage zijn niet alle onderdelen even goed gefixeerd; vaak kunnen b.v. bepaalde mica plaatjes iets op en neer bewegen. Vooral bij het warm worden en afkoelen van de buizen hoor je dan tikgeluiden.

Wouter Nieuwlaat

Wanhoop niet, er is niets met die buizen aan de hand. Wat je hoort zijn wat losgeraakte stukjes kit waarmee de ballon op de voet zit gelijmd. Van die kit zijn wat stukjes losgeraakt en rammelen vrolijk los in de voet. Niets dus om je druk over te maken.

Nico den Haak


Op de website van Hans Hilberink (PE1MMK) staan een aantal tips voor de reparatie van buizen. Veel tips (overgenomen uit RHT) staan op de site http://www.antiekeradio.nl/repalampen.html .

Rob Bijman, Freddy Vercruyce


Het stuurrooster mag niet gloeien. Geen enkel rooster trouwens. Het stuurrooster kan gaan gloeien als er -veel- roosterstroom over loopt. Dat kan als het rooster positief is t.o.v. de kathode. De roosterspanning zou een volt of 10 moeten zijn, gelijk aan de kathodespanning van de ECC83. De kathode van de EL84 moet volgens het schema circa 20 Volt zijn. Er zijn dan twee mogelijkheden. De kathodespanning van de ECC83 is te hoog, of de kathodespanning van de EL84 is te laag.
De kathodespanning van de ECC83 zou te hoog kunnen worden als de kathodeweerstand defect is.
In het laatste geval zou de kathode-elco van de EL84 kortsluiting kunnen hebben. Een andere mogelijkheid is dat niet het eerste, maar het tweede rooster staat te gloeien. Bij zo dicht op elkaar gepakte elektroden vaak lastig te onderscheiden. Het schermrooster gaat gloeien op het moment dat de anodespanning weg valt.

Ed van der Weele

Roosters horen inderdaad niet te gloeien, want dan gaan ze gauw kapot. Dit treedt op als het rooster een positieve spanning heeft t.o.v. de kathode met als gevolg dat het rooster stroom gaat trekken. Meet de roosterspanning en kathodespanning eens na. Volgens het schema zou het rooster op ongeveer 10 volt moeten staan en de kathode ergens in de 20 volt. Probeer de meting wel kort te houden want het rooster vindt dit gloeien niet fijn.

Een betere methode zou kunnen zijn (om de eindbuizen heel te houden):

  1. Radio uit. Meet de weerstand in de kathode van de EL84 na (moet 1k5 zijn). Indien niet OK aanpassen, anders naar 2.
  2. Eindbuizen eruit.
  3. Leg de anode van de ECC83 met 100k aan de voeding. Kijk of de anodespanning ongeveer 165 (+/- 20 volt of zo) volt is, bij erg veel afwijking weerstand aanpassen.
  4. Dan meten of de roosterspanning van de EL84 klopt.

Jeroen Boschma


Ik heb ooit een topaansluiting terug vast gezet met pasta die men verkoopt om knalpotten te repareren. Het ding zat muurvast daarmee en tegen warmte is het zeker bestand. O.a. met Gun-Gum (uitlaat-reparatiespul, gewoon bij Halfords e.d. te koop). Dit werkt lekker, want met een beetje water wordt het een soort pasta. Maar ik weet (nog) niets over de duurzaamheid op langere termijn. Het lijkt echter na uitharden op de substantie waarmee die dopjes etc origineel vastzitten op het glas van buizen.

Hugo Sneyers, Paul

Ik ga voor de twee-componentenlijm en zeker geen seconden lijm want die gaat krimpen en is dus zo sterk dat het glas van je lamp zelfs kan scheuren of breken.

Bert Oostergetel, Rob Kroon

Mijn methode is als volgt: Er bestaat geleidende lijm van Bison, te gebruiken voor b.v. reparatie van achterruitverwarmingen van auto's. Het is een heel klein en duur flesje maar je kunt er jaren en jaren mee doen. Te verkrijgen bij gespecialiseerde DHZ zaken. De lijm bestaat uit een oplossing van zilverdeeltjes in oplosmiddel. Na verdamping van het oplosmiddel wordt het residu geleidend.
De reparatie zelf gaat als volgt: krab heel voorzichtig wat van het glas rondom de gebroken aansluiting weg, een klein zichtbaar puntje van de topaansluiting is al voldoende. Doe hierop een klein druppeltje lijm en laat dit hard worden (circa een half uur). Neem een dun flexibel draadje en lijm dit met een tweede druppeltje op het eerste vast. Neem een topaansluiting (het metalen dopje) en maak het gaatje aan de bovenzijde ervan vrij. Haal het draadje door het gat zodanig dat de topaansluiting boven op de buis past en soldeer het voorzichtig vast. Lijm de topaansluiting vervolgens vast met secondenlijm. Klaar. (Eventueel voor het vastlijmen eerst controleren of de buis werkt).

Adries van Bronkhorst


Het kan ook zijn dat de buizen zich na verloop van tijd zichzelf een beetje uitgedrukt hebben, want dat zie ik ook bij MF en HF buizen. Wat de warmte betreft: ik zie eerder dat de warmte via de buizenpennen worden afgevoerd omdat metaal beter de warmte geleidt dan glas. Verder zie ik als hoofdoorzaak van verkoolde buisvoeten bij echte Bi-ampli radio's de koppelcondensator die wat lek is. Dit is met name te zien bij de EL84 voet van de basversterker.

Kees van Dijke


Het vuurwerk is afkomstig van kleine stukjes kathodemateriaal die loslaten. Vonkoverslag is natuurlijk ook mogelijk, maar alleen wanneer de buis lek is of er een te hoge anode en/of gloeispanning wordt aangelegd. Kathodemateriaal laat los na overbelasting van de kathode. Bij zeer oude gelijkrichters zie je ook wel eens dat het materiaal spontaan lijkt los te raken, b.v. na vervoer. Het ligt dan los in de ballon. Overbelasting van de kathode treedt op bij een te lage begrenzingsweerstand, een te grote dan wel kortgesloten afvlakcondensator en/of een te hoge anodespanning. De meest voorkomende oorzaak is een te veel stroom trekkende eindbuis (lekke koppel-C).

John Hupse


Andries van Bronkhorst, Henk Roovers, Arie Schets, Ed van der Weele, Piet Blaas, Henk Kramer


Terug naar de inhoudsopgave


(10-11-2012 )