De kunst om het zich genoegelijk te maken


TELERADIO
door C. LANS

(Met prentjes van de schrijver)

Wat is het nut van 'n luie stoel, als je elk ogenblik naar je radiotoestel moet rennen? Gij allen, die na 'n dag van hard werken op gemak zijt gesteld, verdiept U in deze midzomeravond idee en weest voortaan heerlijk lui.... in die dán weer rente opbrengende luie stoel van U!

"MAAR", verzuchtte mijn gastheer (bezitter van een gloednieuwe muziektempel) "wat hèb ik aan m'n radio als ik er een fiets bij nodig heb om het ding te bedienen!" Hetgeen niet zo ongerijmd was, want hij had ons kaartspel al acht maal onderbroken om naar de radio te tuffen: Dan harder, dan zachter, dan weer begon een kletsprogramma. Ander station: Even muziek, dan weer geklets. Tenslotte zette hij het toestel dan ook maar af. Boven onze hoofden neuriede een oude lichtlamp - de kaarten ritselden in doodse stilte. Onze volgende kaartavond stond de muziektempel zwijgend in de hoek en 'n Emersonnetje op tafel. Weliswaar zonder voldoende antenne, maar waarom fitten?
En het ding spéélde. "Ik neem het overal mee," zei mijn gastheer trots en zette het met 'n zwierige zwaai bijna op de schoorsteenmantel. Bijna... want hij stapte erbij op het snoer. Het laatste geluid van het Emersonnetje was een doffe klap en 'n zacht gerinkel. We kaartten weer in stilte; m'n gastheer verloor drie robbers.
Wel? Als U geen Emersonnetje bij 't gros in voorraad hebt, noch een fiets om een bodedienst naar uw toestel te onderhouden en toch onder het eten of kaarten 'n muziekje wilt hebben, waar ook van daan en in welk vertrek, wel, dan is hier de oplossing.

Fig.1   DE KERN VAN HET TELERADIO-SYSTEEM
Automatiek!
Ik neem aan, dat u uitsluitend luistert naar 6 à 9 MG stations (hoor ik soms iemand "nee" zeggen?) en we gaan dus uit van een goedkope super met alleen MG bereik. Hierin wordt de afstemcondensator vervangen (schaal en aandrijving gaan natuurlijk ook de laan uit!) door een stapschakelaar (met minimum 9 rijen contacten in vier groepen) en een relais zie fig. 1, waarop tevens is aangegeven hoe de vaste afstemmingen worden aangebracht. Vier armen bewegen zich (bij een druk op een knop) door relaiswerking van de ene rij punaise-contacten naar de volgende. Tussen drie contactpunten van de vier zijn vaste condensators opgehangen Het aantal rijen contacten is van belang voor het aantal zenders, dat men wenst te ontvangen.
Ook u hebt denkelijk wel genoeg aan: Hilversum I en II, Londen Nat. en Reg., Brussel I en II, Parijs, Frankf. en Hamburg. Dit stel zenders komt (lange roosterverbindingen ten spijt) denderend door. De afstemwaarden zullen afhan gen van het soort stapschakelaar dat u gebruikt. De eigencapaciteit van het door mij gebruikte type was zodanig, dat ik niet "lager" kon komen dan Turijn/Hannover: de capaciteitswaarden voor de aangegeven stations beliepen (respectievelijk) ongeveer: 50-220-80-350-15-l00-230-l0-80 pF. Op de primaire van elke afstemming moet over de aangegeven waarde nog een "trimmer-tonnetje" parallel. De secundaire waarden (die niet erg critisch zijn), worden door een vaste trimmer (over de spoel bv.) gelijkelijk "opgevijzeld"; instelling daarvan geschiedt op het station met kortste golflengte (Frankfurt).

Fig.2   Mijn tableautje van 11 x 18 cm met dwergspeaker voor gebruik buiten de huiskamer

AFSTANDSBEDIENING VAN RADIOTOESTELLEN

NIEUW is deze idee niet en evenmin zot, weest dus niet bevreesd deze regelen – ondanks de luchtige illustraties – voor ernst op te nemen. Reeds lang geleden hebben vooruitstrevende geesten getracht een oplossing te vinden voor deze opgave, doch tot voor kort stuitte dit op té grote bezwaren en daarbij was de wenselijkheid van afstandsbediening op geen stukken na zo dringend als tegenwoordig. Wat vriend Lans hier nu als mogelijkheid aan de hand doet is aardig, héél aardig zelfs en daarbij direct navolgbaar, doch in wezen nog maar 'n rudimentaire benadering van een probleem, dat op dit moment vele constructeurs bezighoudt en – naar onze mening – wel niet veel langer een probleem zal blijven.
Voor wie z’n gedachten eens ernstig in de richting van dit onderwerp wil *hier staat in het artikel een zetfout*
L. Ch. G. van den Berg heeft ons toegezegd, uitgaande van speciale studie en uitgewerkte ideeën op dit gebied, binnenkort in RB dit onderwerp eens wat diepgaander te bespreken. RED.

Over de schakelaar
De stapschakelaar (met relais) is de (gevoelige!) zenuw van ons systeem. De constructie is lang niet makkelijk: Te voren moeten we de contact-punten met dik bladzilver beleggen, galvanische verzilvering slijt na enige tijd door en we zijn dus genoopt onze eigen zilversmid te worden. We kunnen de contactpunten beleggen met 'n uitge-slagen zilveren kwartje (we kùnnen zeg ik, want de wet verbiedt zulks), voorts de grijpers een klauwtje van zilver geven, de glijders die over de punaisecontacten bewegen van schoenen voorzien (wat gebogen, zodat de glijder nergens haakt) en tenslotte de contact-punaises omkleden. Als U een ponsje hebt, wat net rond de punaise sluit, is dat ideaal. De uitgeslagen "zilverconfetti" krijgt dan dezelfde bolling als de punaise.
Voorzichtig solderen, anders vallen aan de andere kant uw afstemcondensatoren er af. Dit verzilveren is absoluut nodig – in elke kring zijn 4 contactpunten en de minste aanslag of roest op de koperen contacten zou de stations onherroepelijk verstemmen.
Het relais
Theoretici zullen gruwen van de roosterbindingen, laat ze! Anderen zullen het nodig vinden deze relaisschakelaar verend op te stellen. U kunt het doen als u wilt, maar ik beperkte mij simpel tot het verwijderen van het "stootblok" uit de "loop" van het relais, zodat de weekijzeren cylinder na een plof tot stilstand komt door de vering van het schakelgestel waaraan–ie hangt. Het geval speelt zo al vele maanden zonder dat ook maar iets los geraakt is. De relaisspoel tenslotte wikkelde ik over voor 125 V ('s-Hage!). Het voordeel daarvan is, dat straks in de afstandbediening verbindingsdraden worden uitgespaard door uniforme spanning. (Indien de netspanning 220 V bedraagt, moet de spoel natuurlijk voor deze spanning geschikt zijn).
 
Indicatie
Zoals uit de tekening 1 blijkt, had ik een stapschakelaar met vier groepen, hiervan gebruikte ik er 1, 2 en 3 voor de afstemming. Het vierde contact sluit de stroom voor een indicatielampie achter de betreffende stationsaanduiding op de frontplaat. Deze is beplakt met een kaartje van West-Europa, waarop de stations zijn uitgeprikt tot een gaatje, waarachter we een schaallampje laten branden. Hilversum I en II onderscheiden we door kleurverschillen, dus bv. Hilversum I wit, Hilversum II rood. Het effect is aldus: "Ergens" in uw kamer (of huis) drukt u op een knop, het relais sluit en de schakelaar in het toestel doet een "stap", uit de luidspreker komt het volgende station dan kant en klaar te voorschijn en op de kaart floept het stationslichtje aan. De "reisroute" door Europa is eenvoudig: rònd de luidspreker! (zie fig. 4). Als de schakelaar bij het negende station (dus Hamburg) rondgestapt is, komt op tien van zelf weer het eerste station (Hilversum I) te voorschijn.

Fig.4   GEOGRAFISCHE STATIONSVERLICHTING
— 'n sprookjesachtig schouwspel —
Distributie met 9 lijnen
Dit was de hoofdschotel, thans de nagerechten. We hebben dus aan een dunne kabel een tableau of wel bedieningspaneeltje en hierop weer een drukbouton. Ofschoon winkelprijs slechts ƒ 0.95 is, maakte ik deze zelf (zie figuur 1) zonder moeite en kosten. Door de 7–aderige plastische kabel halen we ook de rest van de bediening naar ons tableautje toe:
1. Volumeregelaar:
Luidsprekertransformator verhuist van speaker naar chassis, de luidspreker-aansluiting aldaar gaat dan over op secundair. (Van belang bij vergissingen, die anders uw eindbuis het leven zouden kosten). Parallel op de secundaire komt een gloei- stroomweerstand, die desge- wenst de speaker minder of meer kortsluit. De gloeistroomweerstand komt op ons tableautje en dient als volume regelaar.
2. Extra speaker:
In de kamer-zelf overbodig, buiten de kamer (keuken, zolder, eetkamer, tuin, enz.) onmisbaar. Ik gebruikte een speaker zo klein als een bonbonnière. "De volumeregelaar" leverde mij de parallelaansluiting. Eenvoudig hè?
3. Toonregelaar:
Ook deze ontbreekt niet aan ons paneeltje. Twee draden gaan van een regelweerstand in ons tableau (0.5 MΩ) naar de primaire van de eindtrafo in het toestel. In deze keten is een seriecondensator van 20 à 50.000 pF geschakeld; dus hoge en lage tonen naar verkiezing!

Tevens is hierbij ondergebracht:
4. Netschakelaar:
één pool hebben we al (van het sterkstroomrelais via bouton) zodat we nog maar één draad behoeven.
5. Eindelijk een listigheidje:
Een 12 Volts lampje (0.5 A) als resp. zekering en verlichtingslampje, want we moeten toch ook buiten de kamer op ons tableau kunnen zien of het apparaat is ingeschakeld! (Ik had een MK 4546 met U-buizen, 125 V netspanning, Voor een ander type toestel met ander stroomverbruik en netspanning zal men dit even moeten uitproberen). Hoe één en ander geschakeld wordt, vindt men in fig. 3 en 2. Tot zover wat het toestel en tableau betreft.

Wat gebeurt er inmiddels met de knoppen aan uw toestel? Antwoord: N i e t s, we laten zitten wat zit. Netschakelaar en volumeregeling zover mogelijk open draaien, golflengteschakelaar blijft op middengolf ingesteld (afstemming is verdwenen), toonregelaar op "hoog". U kunt het geheel achter een afgesloten frontplaat zetten, zoals fig. 4 laat zien. Zoals begrijpelijk (zie fig. 5) is deze afstandsbediening niet aan enge grenzen verbonden. Wie dus een extra tableau maakt kan met een eindkabel overal in huis z’n stations kiezen (zie fig. 6), waarin de voordelen en aspecten nader worden toegelicht. Zo kunnen we in elke kamer een radio-stopcontact maken (bv. van een octalvoet). Al deze kabels kunnen uitmonden op één steker (octalhuls), die op zijn beurt weer in het moedercontact op het toestel wordt gestoken.

Weg met het toestel!
Voor fijnslijpers is er dan nog een snufje, waarbij men met een 9–aderige kabel overal in huis stationsaanwijzingen verkrijgt. Het Europa-kaartje vervalt nu en het hele toestel kan "weg". In de huiskamer blijft dus een vaste speaker (grote) en een verplaatsbaar tableau voor bediening èn stationsindicatie. Dit gaat aldus: alle contacten van de vierde groep moet men doorverbinden met weerstandsdraad (fig. 5, logarithmisch!). In de 6 Volts-stroomketen treedt dus van stap tot stap een hogere weerstand op, m.a.w. een Voltmeter van max. 6 Volt, die dus op Hilversum I (de weerstand = 0) geheel uitslaat, zal voor elk volgend station een verschillende doch constant verminderde aanwijzing geven: Hamburg, het laatste station, heeft dan 'n weerstand oneindig (uitslag = 0). De cijferschaal van de Voltmeter vervangt men nu door een stationsnamenschaal: deze indicator kan binnenshuis op elk tableautje worden gemonteerd. Slaat men deze weg in, dan tevoren er rekening mee houden, dat geen kabel met 7, maar één met 9 draden nodig is.

Fig.5   "VOLTMETER-INDICATIE" — toestel kan naar zolder verdwijnen, het tableau zorgt voor alles.
Summa summarum: Talloze knappe koppen peinzen zich dag aan dag suf op verbeteringen, snufjes, wat niet al. Maar deze perfectioneringen zijn allemaal weinig effectief als de luisteraar — alsof de tijd van de koptelefoon nog voortduurde — aan zijn toestel gekluisterd blijft. Hier werd een bijdrage gegeven tot verbreking van deze ketenen. Knutselaars, borduurt eens voort op dit stramien.

Fig.6   HET HUIS "WAARIN HET GOED IS TE LEVEN", óók voor 'n radioliefhebber!
(of hoe je het je met twee tableautjes en 'n eind kabel heel wat gemakkelijker kunt maken)

RADIO Bulletin No.12 – 1949