Nederlands Forum over Oude Radio´s
Onafhankelijk medium voor liefhebbers en verzamelaars van oude radio´s en gerelateerde zaken


 

 

Voedingstransformatoren


Overzicht


Als je weet welke aansluiting is van de gloeidraad, de 6,3 Volt, sluit dan met een andere trafo waar ook 6,3 Volt uitkomt aan op jouw trafo en meet de spanningen op alle ander punten van je onbekende trafo.

Jan

Probeer zo systematisch te werken als je kunt. Meet eerst met een universeelmeter de spoel(en) en teken dit uit. De weerstand van de spoelen zegt vaak al iets over de spanning die de wikkeling kan leveren. Sluit de transformator in serie met een gloeilamp aan op het net. Gloeilamp ongeveer 60 tot 100 Watt, trafo secundair niet aansluiten. Gaat de lamp aan (of zwak branden) dan heb je niet de 220 of 240 Volt wikkeling, blijft de lamp uit dan kun je probleemloos de trafo op het lichtnet aansluiten. Meet voor de zekerheid wel even de andere spanningen (primair moet je 110, 125, 145, 200, 220 en 245 Volt meten, of enkele waardes hier in de buurt, dit hangt van het aantal wikkelingen af)

Leo Snoeren


Een P141NN zal hoogstwaarschijnlijk in dezelfde orde liggen als een P141N (een eerdere versie). Die laatste trafo kan leveren 2 x 280V bij 100mA, 2 x 3,15 V bij 4,5 A en 4 (of 5) Volt bij 2 A.

Ron Kremer


Dit wijst er zeker op, dat een of meerdere secundaire wikkelingen van die trafo kortgesloten zijn. Dit kan zowel een wikkeling zelf zijn die in kortsluiting gegaan is of een externe oorzaak, zoals defecte afvlakelco's. Meet de hoog- en laagspanningen eens:

Patrick Meersman

Als ik een "onbekende" radio heb, gebruik ik altijd eerst de "lamp limiter", ofwel een gloeilamp van 40 a 100 Watt in serie met de radio. Zo komen kortsluitingen, lekke elco's, een lekke koppelcondensatoren e.d. aan het licht zonder dat je verdere schade aan de radio veroorzaakt. Tevens is dit een mogelijkheid om na het uitnemen van de meeste buizen de elco weer automatisch te formeren.

Kees van Dijke

Het basisprincipe van "de truc met de lamp" is dat er bij de lichtnet aansluiting van de radio een gloeilamp in serie  geplaatst wordt. Ik heb dit (voor ik een variac had) gedaan door een opbouw wandcontactdoos met schakelaar zo te verbinden dat ik met de schakelaar de aansluiting direct op de contacten kon zetten, of via de lamp kon schakelen. Daarvoor had ik een fitting gemonteerd op hetzelfde houten plaatje als de contactdoos.

Het inkomende netsnoer ging dus aan één zijde direct naar het stopcontact, de andere zijde via de schakelaar. De lamp sloot ik aan over deze schakelaar. Schakelaar open: stroom via lamp; schakelaar gesloten; directe verbinding met net.

De lamp die je moet gebruiken hangt van het nominale gebruik van het toestel af, voor een radio zit je meestal goed met een lamp van 40-60 Watt. Als het goed is gaat de lamp eerst even fel branden, daarna minder fel tot zeer flauw, en gaat de radio zachtjes spelen. Als er een sluiting is gaat de lamp fel branden.

Wouter Nieuwlaat

Als alle stromen en spanningen correct zijn, mag een transformator gerust warm worden. Standaard geldt dat de temperatuur van een trafo maximaal 55º Celsius boven de kamer temperatuur mag worden. 

T.C.

Wellicht is het volgende het proberen waard: onderbreek tijdelijk de verbindingen van de trafo naar de gelijkrichter. Als het nu wel goed gaat (buizen gloeien e.d.), ligt het ofwel aan de gelijkrichter, dan wel aan de afvlakcondensator (deze zijn soms doorgeslagen/kortgesloten). Het toestel heeft waarschijnlijk een seleengelijkrichter. Mocht de afvlakcondensator "kort" zijn, dan heeft die ook flink op z'n donder gehad. Wellicht kun je die dan sowieso beter vervangen.

En ga eens op zoek naar een variac. Daarmee kun je de netspanning variabel maken, zodat je met veel minder risico voor je radio kunt testen of hij werkt. Mocht je er zo gauw geen kunnen vinden, geen nood. Je kunt de risico's voor de radio ook enigszins beperken door een gloeilamp in een ader van de netleiding op te nemen. Zie hierboven. 

Wouter Nieuwlaat


Op de site van Maurice Hamm staat een overzicht van voedingstransformatoren voor service doeleinden. Het betreft een document uit oktober 1948.

Maurice Hamm

In de Philips Service Map van 1951 is een overzicht opgenomen van voedingstransformatoren. Dat overzicht is hier als pdf-file te dowloaden.

Theo Okkinga


Ik heb mijn trafo twee maal gelakt. Gewoon met Histor zwart op waterbasis. Dat droogt lekker snel. Ben benieuwd of het goed blijft zitten, ook als de trafo warm wordt. Natuurlijk eerst de roest en lasbobbels er af gevijld en geschuurd. Lasbobbels omdat de buitenste lamellen aan elkaar gelast zitten. 

Marco Loos

Daar kun je gewone lak voor nemen, geen probleem. Wel eerst even met de staalborstel eroverheen om het losse roest weg te halen.

Wouter Nieuwlaat

De trafo met koperborstel zo goed mogelijk ontroesten. Eventueel de bouten losdraaien, het blik wijkt dan iets. Daarna met blanke tectyl inspuiten. Tectyl dringt naar binnen. Daarna bouten weer aandraaien. Tectyl van het blik afdoen eventueel met een niet te nat lapje met wat ontvettingsmiddel. Daarna met Hammerite lak verven. Nu is de trafo zuurstofdicht. Roest heeft geen kans meer. Vele andere methoden zijn op den duur niet blijvend. 

Bert van der Toorn

Volgens mij kun je met schuurpapier de isolatie tussen de lamellen toch niet weg krijgen, die zitten toch op elkaar geperst. En ook al maken ze contact. Het is niet zo erg als ze contact maken. De wervelstromen treden alleen op in het magnetisch pad door de spoel. Bij het schuren zou je hoogstens een pad rondom de trafo kunnen maken, maar niet door de binnenste kern. Dat het geen kwaad kan, zie je er vaak aan, doordat er een "blikje" rondom de (uitgangs-)trafo is gevouwen, waarmee de trafo op het chassis wordt bevestigd.

Hugo Sneyers, Otto Tuil


Teer verwijder je met broeimassa. Dat werd gebruikt bij PTT om de kabels uit broeien van vocht en dergelijke. Als je broeimassa hebt, dan dit verhitten tot 140° C. Object erin en met een kwast er over heen wrijven, dan verdwijnt het teer vanzelf. Laten afkoelen en dan gaat het object vanzelf weer glimmen . Broeimassa is ook in de betere elektra winkels te koop maar je zult wel moeten zoeken. Of iemand opzoeken die bij de voorheen PTT nu KPN werkt. De Technische Unie levert dit spul ook. Even als waarschuwing: als broeimassa boven de 180º C komt kan het spontaan ontbranden. Dus wel de temperatuur in de gaten houden.

Philip van Apeldoorn

Teer kun je het makkelijkst verwijderen met warmte. Dikke klodders of lagen kan je afsnijden/schaven met een heet gestookt afbreek- of Stanleymes. Een ingegoten trafo kan je uitsmelten met een elektrische verfafbrander (föhn), liefst met regelbare temperatuur. Deze soort teer gaat vloeibaar worden tussen de 110° en 115° Celsius. Oplossen kan in wasbenzine o.i.d.. Maar daar komt héél veel poetswerk aan te pas. 

Ed van der Weele, Herman Wolters


Dat stripje is een smeltveiligheid is, die bij overbelasting doorsmelt. Dit kom je zeker tegen in Philips radio's. Het is dus een thermische zekering. Dat lusje is van een metaal met een laag smeltpunt. Als het smelt wordt de primaire stroomkring verbroken. Let op: bij defect niet even solderen maar een nieuwe plaatsen. Tin heeft namelijk een hogere smelttemperatuur dan de originele legering.

Jaap Waldman, Chris Dagelet, Herman Klaassen

(foto: Jan Verdijk)


Het roken en vonken wijst op een plotseling opgetreden kortsluiting: denk bijvoorbeeld aan een doorgeslagen condensator of een bedrading waarvan de isolatie is afgebrokkeld. Kijk eens hoe de zogenaamde ratelcondensator erbij staat: dit is een teerbal die over de secundaire wikkeling van de trafo zit. Vlak bij de gelijkrichter. Een sluiting in de gelijkrichtbuis is ook denkbaar. Begint het roken en vonken meteen of pas als de eindbuis heet is? Als je nog een radio hebt met een AZ41 kun je deze omwisselen om te kijken of dat helpt. Dat de elco plotseling zo sterk is kortgesloten lijkt me niet waarschijnlijk. Je kunt de afgenomen stroom van de voeding gemakkelijk meten zonder te hoeven solderen door het spanningsverschil tussen de twee elco's te meten en te delen door de gelijkstroomweerstand tussen de elco's (ongeveer 1k). De anodestroom van de eindbuis meet je zo niet mee (wordt van eerste elco afgenomen).

De spanningen op de gelijkrichter: op de beide anodes een 300V wisselspanning, op de kathode zo'n 250V gelijkspanning. Over de gloeidraad: 4V wissel (maar wel zo'n 250V positief t.o.v. chassis, pas dus op met meten). Ik heb wel eens een gelijkrichter door diodes vervangen. Het betrof een EZ3, die ik niet op voorraad had. Ik heb toen twee diodes (1A 1kV) in voet van een kapotte buis gesoldeerd, elk met een weerstand van 330 Ohm in serie. De serieweerstand vervangt de inwendige weerstand van de buis. Zo had ik een soort halfgeleidervervanger voor mijn ontbrekende gelijkrichtbuis. Die ik kon plaatsen zonder dat er in het toestel iets gemodificeerd moest worden. (Voor de puristen: inmiddels zit er in de radio weer een holle gelijkrichter en ligt de EZ3-Si -of vervanger- in de reservebak). Bij Rimlock buizen is zo'n kunstje heel wat moeilijker omdat de Rimlocks (net als Novals en Miniatuurbuizen) op een glazen voet zijn gemaakt. Je kunt daar niet even iets op solderen. Je kunt een constructie maken met ijzerdraadjes als pinnen, of de diodes en weerstanden onder de buisvoet solderen. Dat zou ik zelf in dit geval niet doen (vanwege de goede verkrijgbaarheid van de buis), maar het kan.

Gerard

De AZ41 bij dit toestel is vrijwel zeker defect. De vraag is echter waarom. Allereerst is het zaak te kijken of de dubbele afvlakelco van 2X 50 uF 385V heel is. Even Ohm's meten. Analoog. Een waarde van een paar duizend ohm is zeer verdacht. De elco moet een hoge weerstand hebben. Wel even wachten tot de wijzer tot rust is gekomen (laadstroom). Meestal een waarde van 500 KOhm of meer. Ook de elco even loskoppelen. Echter de capaciteit is op deze manier niet nauwkeurig vast te stellen. Daarna ook nog even Ohm's de belasting van de elco meten. Het is goed mogelijk dat in het anodecircuit een condensator sluiting maakt. Op deze manier kun je dat (heel globaal) vaststellen. 

Wanneer een toestel enige tijd buiten gebruik is geweest, is het uit den boze zomaar de stekker erin te steken. Er kan dan letterlijk van alles gebeuren. Men moet eigenlijk in etappes via een variac wat spanning op het geheel zetten. Met een voltmeter over een van beide voedingselco's natuurlijk. Langzaam de spanning opvoeren en opletten of er geen vreemde dingen gebeuren. Eventueel een Ampèremeter in serie met de belasting, nog voor de afvlakelco's aan te sluiten (tussen kathode B5 en C1, het draadje dat tussen de gelijkrichter en de afvlakelco zit, onderbreken voor stroommeting). Verder is het slim om de spanningskiezer permanent op 245 V te laten staan, i.v.m. de 230 V die we nu hebben. Beter iets te weinig dan te veel netspanning. Ook met het oog op de oude en vaak lekke anodecondensatoren in een oude radio. 

De trafo zal zeker niet teveel spanning afgeven, maar door de grote stromen die er waarschijnlijk gelopen hebben, kan hij wel de geest hebben gegeven (wikkelsluiting). De trafozekering is opnieuw in elkaar te solderen. Nooit de lipjes doorverbinden. Aan een AZ41 gelijkrichtbuis is makkelijk aan te komen. Niet gaan knoeien met moderne onderdelen. Dat is historisch gezien onverantwoord. Vergeet niet de koppelcondensator C32 10.000 pF 400V, te vervangen. Deze lekt altijd, met als gevolg een gelijkspanning op het eerste rooster van de eindbuis EL41. Deze vindt dat heus niet lekker; het veroorzaakt een flinke toename van de anodestroom. Positie is: pootje 2 (anode) EBC41, en pootje 4 (stuurrooster) EL41. De telling van nummers bij de buisvoetjes doe je als volgt: van onderzijde bezien, bij Rimlock voeten links van het bobbeltje is nummer 1 altijd met de klok mee geteld, het bobbeltje wijst naar beneden. 

Nico den Haak

Ik ben er vrijwel zeker van dat de afvlakcondensator van de voeding stuk (kortgesloten) is. Het elektrolyt in de condensator is een van de zaken in een radio die aan veroudering onderhevig is. De oplossing is simpel: vervangen. Het is te hopen dat de kortsluiting nog niet heeft geleid tot onherstelbare schade.

De risico's op interne kortsluiting zijn voor mij een reden om radio's die zelden spelen nooit direct op het lichtnet aan te sluiten, maar via een variac of in combinatie met een gloeilamp opstarten. Radio's waarvan ik denk zeker te zijn laat ik soms wel direct op het lichtnet spelen maar laat ik nooit onbeheerd achter.

Arjan Muil


Als vuistregel kun je bij oude voedingstrafo's het volgende aanhouden. Meet in centimeters de dikte (stapelhoogte) van het blikpakket en de breedte van het "middenbeen". Vermenigvuldig deze waarden en kwadrateer de uitkomst. Dat antwoord moet je vervolgens met 0,64 vermenigvuldigen, dan krijg je in VA's het vermogen wat de kern kan transformeren.
Opm.: het "middenbeen" is vaak moeilijk precies te meten; je kunt ook de breedte van een "zijbeen" nemen en die waarde met twee vermenigvuldigen.

Voorbeeld: stapelhoogte = 4 cm en "middenbeen" = 3 cm ( dus "zijbeen" = 1,5 cm).
Het vermogen wat de kern kan verstouwen is ca. (4 x 3) x (4 x 3)x 0,64 = 92 VA.
Kom je hoger uit met de totale voedingsbehoefte van bijvoorbeeld een zelfbouwversterker dan is de trafo niet geschikt.

De volgende stap is kijken of de wikkelingen ook de stroom kunnen leveren die je nodig bent. Daartoe moet je de draaddikte meten van de diverse wikkelingen, dat kan met een schuifmaat. Meet de diameter en bereken de draaddoorsnede in mm2. Een gangbare maximaal toelaatbare stroomdichtheid is 3,5 Ampère per mm2. Bij Philips, en die was wat zuinig, kun je ook wel 4A per mm2 aanhouden.

Het meten van de draaddikte van de hoogspanningswikkeling is vaak een probleem. Je kunt dan als volgt te werk gaan. Meet alle overige (secundaire) draaddiktes en bereken per wikkeling de maximaal toelaatbare belasting in VA. Tel deze vermogens (in VA's) bij elkaar op en trek dat totaal van het kernvermogen af. Het overblijvende vermogen is dan wat je voor de hoogspanning kunt gebruiken.

Even voort bordurend op de "voorbeeldtrafo" van 92 VA, stel die geeft 2 x 300 Volt, 6,3 Volt en 4 Volt. Je hebt uitgevist dat het draad van de 4 volt wikkeling tot 2,5 Ampère belast mag worden en dat van de 6,3 Volt wikkeling tot 5 Ampère. Dan is er voor de hoogspanning 92 - (10 + 36,5)= 45,5 VA over. Met 300 Volt kun je trafo dan belasten tot 150 mA.

Ron Kremer



Om te beginnen, houdt moed, de primaire van een voedingstrafo is meestal redelijk robuust, misschien valt het wel mee. Ik adviseer de volgende werkwijze. Begin met een ohmmeter op de stekker van de radio. Zet de radio aan; dan moet de ohmmeter een weerstand van enkele tientallen ohms aangeven. Is dat niet het geval, dan kan de stekker, het snoer, de schakelaar, de zekering of de primaire van de trafo kapot zijn. Die ga je dan één voor een nameten.
Een andere benaderingswijze gaat nog vlotter en geeft gelijk inzicht in de specificaties van de trafo. Het gaat als volgt: neem een gloeistroom-trafo en sluit de gloeistroom-spanning aan op het gloeistroomcircuit van je radio. Als alles OK is dan gaan de buizen gloeien en zal de radio spelen. Je kunt dan op de trafo alle spanningen meten. Op de primaire moet je dus zo'n 220 V tegenkomen (ook op de stekker, pas dus op!). Meet je daar niets, dan is inderdaad de primaire kapot. Gelukkig zijn op een beurs voedingstrafo's in soorten en maten te vinden. Er past er altijd wel een en duur zijn ze niet.

Ries Kruidenier

Meet eens de wikkelingen door. Als je geluk hebt, is alleen maar een draadje aan de aansluitpennen los en kun je het weer vast solderen. Verder zit er wellicht in die trafo niet zo'n doorzichtige oververhittings-zekering tussen de windingen geschoven? Misschien is die kapot. Je zou hem kunnen overbruggen met een draadje. Uiteraard is dan de beveiliging buiten dienst gesteld. Dus is het zeker noodzakelijk om eerst de oorzaak van het doorbranden te vinden.

Otto Tuil, H.Tan


Terug naar de inhoudsopgave


05-04-2010