Nederlands Forum over Oude Radio´s
Onafhankelijk medium voor liefhebbers en verzamelaars van oude radio´s en gerelateerde zaken


 

 

Televisie


Overzicht

 

 

 


 

 

Dit is de beroemde, vrijwel nimmer gebruikte, ronde aansluiting voor de afstandsbediening AT6320. Het chassis van de TV ligt aan het lichtnet. En de afstandsbediening is inderdaad ook spanningvoerend. De stekeraansluiting was wel veilig, vanwege de verdiepte ligging konden tijdens het aansluiten de pennen niet met de vingers worden aangeraakt. Eigenlijk was de afstandsbediening in die tijd alleen voor bedpatiënten en ouderen. Het was "not done" voor gewone mensen om een afstandsbediening te nemen.

Henk Roovers, Gerard Tell, Christiaan Havinga 

Met de afstandsbediening is te regelen H-V-C = Helderheid - Volume - Contrast (op de foto hiernaast dus kennelijk een Duitse versie).

Otto Tuil

 

(foto: Maurice Hamm)

 

 

(scan: Otto Tuil)

 

Van deze afstandsbediening bestaat een aantal types, t.w. de /00, /01, /02 en /03. Er zitten kleine verschillen in. Dus even opletten welke je op welke TV aansluit. Of in de aansluitdoos wat ombouwen. In ieder geval is de /03  b.v. voor de 21TX280A.

 

 

 

Onderstaand een lijst van Philips TV's. 

Opmerking: de 17TX210A hebben alleen de latere versies een plug gemonteerd. Die met vraagteken vermoed ik dat daar /00 moet worden gebruikt.

Maurice Hamm

 

Philips Afstandsbedieningen Plugtype P5 230 09/159

17TX123U geen
17TX210A-05 /00? Latere versies toegevoegd
17TX220A ja ?
17TX291A /03
17TX333A geen
17TX410A=19TX410A=23TX410A geen
19TX330A geen
19TX391A=23TX391A=23TX392A=23CX393A geen
21TX230A ja ?
21TX240A /01
21TX250A ja ?
21TX262A /03
21TX280A /03
21TX281A /03

21TX285A /03
21TX290A ja ?
23TX323A ja ?
23TX344A /03
23TX350A /0223TX351A /03
23TX353A =~23TX351A /03
23TX360A /03
23TX362A =~23TX360A /03
23TX371A ja ?
23TX372A /03
23TX380A /03
23TX382A=23CX383A zie 23TX380A /03
23TX400A geen
23TX481A geen
24TX300A geen

 


Bij de oude TV's had je een pulsvormer die de oscillator synchroniseerde, als hij niet te ver van de juiste frequentie stond ingesteld.
Een TV met synchronisatie-automaat had een soort van PLL schakeling. Dat kostte een buis extra (nou ja, halve buis bij een dubbelbuis). De automatische lijnsynchronisatie had een zeer groot vanggebied, waardoor het toestel snel synchroniseerde. De lijnoscillator werd door de schakeling naar de juiste frequentie gebracht en het synchronisatiesignaal was niet groter meer dan nodig om zeer kleine afwijkingen bij te regelen. De schakeling had vliegwielwerking. Dwz, als er door storing een paar synchronisatie pulsjes wegvielen, liep de oscillator nog even door op de ideale frequentie. De toestellen van ondermeer Philips blonken uit in synchrone vastheid. Zware storingen konden nauwelijks het beeld beïnvloeden wat de synchronisatie betreft. Het was een zeer uitgekiende schakeling en Philips was dan ook het enige merk dat ook niet stiekem aan de achterzijde van het toestel nog een regelaartje had zitten. Als de schakeling in orde was, stond het beeld als een huis onder vrijwel alle omstandigheden. Met recht dus automatic.
Ik heb een schemaboek van Philips, seizoen 65/66, waarin beide varianten voorkomen. De 19TXx500 en afgeleiden met alleen automatische lijnsynchronisatie (pag. 141). De duurdere toestellen, zoals de 23TX512, met een automatische horizontale en verticale synchronisatie (pag. 155). Die laatste werkte met een miller-transitron schakeling. In het serv-o-mecum worden beide schakelingen begrijpelijk uitgelegd voor de technicus. Het is in elk geval interessante materie om te lezen, waarom de sync bij Philips toestellen zo vast stond als een huis. Van de miller transitron zijn ze niet meer afgestap tot de komst van de 161om, een speciaal voor tv ontwikkeld sync ic (het eerste).

In een verkoopboek van Philips, vond ik zowaar een artikel over automatische synchronisatie. Het boek is van seizoen 1962-1963
Het was dus echt volautomatisch (aanklikken voor vergroting):

 

(scans: Henk Roovers)


Henk Roovers



Met een goede buizentester is in ieder geval een indicatie te verkrijgen of de beeldbuis op belangrijke aspecten nog goed is. Je bekijkt in dat geval alleen de volgende aansluitingen:

Dan de tester instellen alsof je een diode test met 1 mA. Beeldbuistesters hebben (uitzonderingen daargelaten) in het algemeen ook een volleschaaluitslag bij 1mA. Je kunt dan in ieder geval testen:

Aspecten van de andere elektrodes neem je in deze metingen natuurlijk niet mee. Zelf heb ik met mijn AVO CT160 (de bekende koffer) veel beeldbuizen tot tevredenheid kunnen meten. 

Jac Janssen

Voor beeldbuizen bestaan een apart soort testers. Je kunt er emissie mee meten, maar ook sommige beeldbuisfouten, zoals sluitingen door brandvuiltjes opheffen. Bij kleurenbuizen gaat dat met drie kanonnen tegelijk. Enkele jaren geleden heb ik nog voor een redelijke prijs een B&K tester kunnen kopen, inclusief de bijhorende adapters. Wel handig als je soms tv´s repareert. Ik denk dat de belangstelling veel kleiner is als voor buizentesters voor gewone ontvang en versterkerbuizen. Even het web in de gaten houden is mijn advies. Door de introductie van LCD en plasmaschermen raken de apparaten waarschijnlijk snel overbodig.

Henk Roovers


De klacht komt mij bekend voor. Ik neem aan dat je in het bezit bent van een schema. Controleer de instelling van B15. R105 wil nog wel eens defect raken (een groene draadgewonden weerstand van 10K).

Chris Dagelet

Ik heb wat gemeten rond B15. Er was geen anodespanning meetbaar. Na wat meten bleek R5 (volgens het schema) defect te zijn.

Lammert


De spanning die erop komt te staan is ongeveer 730 Volt, dus 1.000 Volt voldoet. Maar je hebt deze booster-c's ook hoger in voltage, zoals 1.250 en 1.500 Volt. Dus keuze genoeg. En laten we eerlijk zijn hoe hoger hoe beter. Maar twee maal de aangelegde spanning is ruim voldoende. 

Philip van Apeldoorn

Nee, de waarde moet zijn 0,022 uF 1000 Volt.  Let er wel op dat het een zogenaamde impuls vaste condensator moet zijn. Er staan ca 800 V pulsen op met een frequentie van 16 KHz en een "gewone" condensator zal niet lang meegaan. In de service zijn deze boostercondensatoren verkrijgbaar in de waarden variërend van 6N2 to ca 12N. Als je dus een van 10N en een van 12N parallel schakelt heb je er een van 22N.
Vraag er maar eens om in een TV zaak die ook repareren, zij hebben dit waarschijnlijk op voorraad want ook in de huidige TV's gaan ze vaak stuk.

Jan Wegter, René Engels, 

Lijkt de boostercondensator te zijn. Deze moet je vervangen door een impulsvaste condensator 22nF, tegenwoordig vaak 1.600 volt. Gewone condensatoren houden het op deze plaats niet zo lang uit.

Henk Roovers


Ik zou niet teveel zorgen maken over een te lage boosterspanning. Ik regel de boosterspanning altijd wat lager in, de lijntrafo wordt ook dan wat minder warm. Ik doe dit al meer dan 10 jaar en nog nooit problemen mee gehad. Bij de Philips K7 komt de boosterspanning heel nauw, als de spanning te hoog staat, is het niet alleen slecht voor de trafo, maar ook voor de beeldbuis. De voeding voor de gloeidraad is ook afhankelijk van de boosterspanning. Bij een K4, K6 en de K8 zit er een aparte voeding in voor de gloeidraad van de beeldbuis, en die heeft niets met de boosterspanning te maken. Een te hoge voedingspanning voor de gloeidraad sloopt
de beeldbuis. Bij de meeste zwart/wit tv's wordt de gloeidraad van de beeldbuis in serie gezet
met de andere buizen, en is niet afhankelijk van de boosterspanning.

Marcel van Grinsven

Ik heb toch ook het schema nog even nagezien en eigenlijk hoort er 700 volt boosterspanning te zijn. Ooit heb ik dit bij een Erres tv gehad. Die had toen verticaal een streepje. Ik heb toen een condensator moeten vervangen die 0,1 µF, 400 Volt was, maar op het moment had ik die niet voorhanden. Tijdelijk heb ik toen een condensator van 0,082 µF, 400 volt erin gezet. De streep was weg, maar beeldbreedte was niet volledig. Wellicht heeft dus een condensator niet meer helemaal de goede capaciteit en dat daar een van de oorzaak in terug te vinden is.

Inderdaad zijn de door Philips aangegeven spanningen behoorlijk nauwkeurig. Als er een afwijking van de aangegeven spanningen is (uiteraard bij de correcte netspanning), dan is er vaak iets mis. Dat kan van alles zijn, ook iets indirects. Soms een hoogohmige weerstand die in waarde is toegenomen en een buis net iets anders instelt waardoor die een andere stroom trekt. Soms zelfs een bedradingsfout door de Philips fabriek.
Daar veel circuits elkaar beïnvloeden, is het niet altijd even gemakkelijk te vinden.

Jac Janssen

Hoofdoorzaak is toch de aangeboden netspanning van 230 Volt. Omdat ik de TV op dat moment aan het doormeten was bij 225 Volt netspanning, had ik dit voor het gemak verwaarloosd. Het probleem met de te hoge boosterspanning heb ik opgelost en wel door een serieweerstand van 15 Ohm 9 Watt in de netleiding op te nemen zodat ik de TV veilig en langdurig kan laten spelen op het huidige 230 Volt net. Alle voedingsspanningen kloppen nu perfect. Door de extra kathodeweerstand die ik bij de PL81 heb opgenomen is de boosterspanning nu 650 Volt bij een netspanning van 225 Volt. Dit is wel aan de lage kant, maar de beeldbreedte is perfect en de lijntrafo wordt niet zo warm. Opvallend is dat de boosterspanning bijna kwadratisch toeneemt in relatie met de netspanning, ofwel 4,5% netspannningvariatie tegen 7,1% boosterspanning variatie.

Door de serieweerstand van 15 Ohm 9 Watt speelt de TV nu prima en kloppen de interne voedingsspanningen en de gloeistroom door door de buizen. Als ik de kathode van de PL81 rechtstreeks aan massa leg, dan is de boosterspanning 700 Volt. Toch laat ik de extra kathodeweerstand zitten voor het behoud van de TV.

Enfin, een ding is wel duidelijk: Bij radio's neem ik vaak serieweerstanden van 33 Ohm 5 Watt in de netleiding op. Bij TV's is dit kritischer en is het zelfs absoluut noodzakelijk om een serieweerstand op te nemen.

Kees van Dijke


Met de twee ringen kun je een statisch magneetveld instellen. Je kunt ze zo draaien dat ze elkaar tegenwerken. Als je ze daarna samen draait zie je niets gebeuren. Je kunt ze ook zo tegenover elkaar zetten, dat ze samenwerken. De elektronenstraal wordt dan maximaal beïnvloed. Als je ze dan samen verdraait, kun je het beeld naar alle kanten verschuiven. Het is dus zinvol om ze samen zo te draaien, dat het beeld in verticale of horizontale richting op zijn plaats staat. Vervolgens draai je de platen uit elkaar, waarbij het beeld dan in de andere richting gecentreerd kan worden. Je kunt er even mee experimenteren, dan merk je het gauw genoeg hoe het werkt. Je kunt aan dit karweitje wel werken, ook als het toestel niet aan een scheidingstrafo hangt. Uit veiligheidsoverweging kun je even met de spanningszoeker controleren of het chassis aan de nul van het net hangt. Bovendien kun je dit werkje uitstekend doen met een spiegel. Je blijft dan zelf aan de achterzijde van het toestel en heb beter zicht waar je handen mee bezig zijn. Een scheidingstrafo geniet uiteraard de voorkeur. De donkere plek in beeld kan voorkomen als de elektronenstraal de rand van het gaatje in de wehnelt raakt, maar dan staat het beeld zeker niet meer in het midden. Ik ga er even vanuit dat het toestel niet zo oud is dat er nog een ionenvalmagneet op zit.

De ionenval magneet zolang verschuiven, dat het scherm mooi egaal verlicht is. Volgens mij staat op het magneetje ook nog een pijltje. Dat moet weer in dezelfde richting wijzen als voorheen. Bij buizen die een ionenval magneet nodig hebben, is het elektrodesysteem enigszins schuin geplaatst. De zwaardere ionen worden door de magneet niet afgebogen en landen dus in de wehnelt. De elektronen worden wel afgebogen en landen dus op het scherm. De ionen zouden het scherm vernielen. 

Henk Roovers


Wanneer je eens per week een tv gebruikt, zou ik zeker overwegen om een aantal condensatoren bij voorbaat te vervangen, zoals de booster condensator en een aantal condensatoren die bij doorslag min of meer ernstige problemen veroorzaken. Dus b.v. de ontstoorcondensatoren in het gloeidraad circuit van de buizen. Na een paar weken kun je dan de teerdotten nog eens goed controleren op barsten etc. Zolang de synchronisatie van het beeld goed blijft zijn de teerdotten "overall" nog in behoorlijke staat. Als het je vooral gaat om de betrouwbaarheid is alles vervangen natuurlijk de beste oplossing, maar als verzamelaar zoek ik eerder naar een goed aanvoelend compromis ("sweet spot") tussen betrouwbaarheid en historische waarde.

John Hupse


(foto: Kees Koren)

Meet even met een counter of de lijnfrequentie klopt 15.625 Hz (even een draadlus om de oscillatorspoel) als de lijnfrequentie niet klopt zal instelling van B20 niet goed zijn. Dit kan verklaren dat de door jou gemeten spanningen niet kloppen. Wat duidelijk is dat er twee verschillende problemen zijn. 

Probleem 1: De amplitude van het raster is veel te groot bovendien het verloop van het raster niet lineair. Aan de onderzijde lijkt het wel te kloppen. Ik neem aan dat je in het bezit bent van een schema. Ik zou beginnen met dit probleem eerst op te lossen. Misschien is er het e.a. in te stellen met r147 r139 en r134. Zo niet dan zou ik B23 even uitwisselen. Indien dit geen resultaat geeft zou ik maar eens contoleren of de vervangen condensatoren de juiste waarde hebben en of ze op de juiste manier zijn gesoldeerd. Dat dit probleem rond B23 zit is zeker. 

Probleem 2: De lijnsynchronisatie werkt niet. Dit moet gezocht worden rond B17 B10 en B19. Deze eerst maar even uitwisselen. 

De twee problemen hebben met elkaar te maken. BIj een te lage booster spanning is ook de hoogspanning te laag. Bovendien wordt de rastertrap deels gevoed en op niveau gehouden door de hoogspanningslijn-afbuiging gedeelte. Dat kan de raster vervorming verklaren, de te sterke afbuiging komt door de te lage hoogspanning, immers de rasterafbuig-energie en veld is het zelfde terwijl de snelheid van de elektronen in de BB minder is, dus grotere afbuiging. Dus eerst zoeken waarom de boosterspanning te laag is. Kan zijn dat de sturing op de lijn eindbuis niet goed is, daar met een negatieve spanning op staan, maar nog beter is met een scoop de spanning en vorm te bekijken. De oorzaak moet dan in de lijnoscillator worden gezocht.

Chris Dagelet, Ruud

Dit lijkt inderdaad een fout in de lijnoscillator. Ik zou de fout zoeken in de hoogohmige roosterweerstanden van de lijnoscillator ECL80. Deze zijn mede bepalend voor de lijnfrequentie en vaak verlopen. Deze foto laat overigens een prima beeld zien. Met de synchronisatie lijkt mij niets aan de hand. Als de fout hersteld is, zul je een fraai beeld hebben. De hoogte van de boosterspanning is mede afhankelijk van de lijnfrequentie. Bij b.v. 4 normen ontvangers zie je ook een verschil in boosterspanning op 625 en 819 lijnen (freq. resp. 15625 en 20475 Herz). Wanneer je oscillator op b.v. 1/2x, 2/3x, 3/4x, 2x enz. van de lijnfrequentie staat, zal er ook synchronisatie optreden. 

Jan Bus

Als het beeld wel even stil te zetten is, dan denk ik dat er ergens uit het hoogspanningsgedeelte een condensator sluiting heeft of onderbreking of een weerstand onderbroken. Door onderbreking worden aan de fasediscriminator geen impulsen vanuit de lijneindtrap toegevoerd en de lijnoscillator loop dus vrijwel niet gesynchroniseerd. De zwarte balk is de lijnimpuls, welke met het videosignaal aan de kathode van de beeldbuis wordt toegevoerd. Door het ontbreken van synchronisatie valt deze lijnimpuls niet samen met de
lijnterugslag van de ontvanger, zodat we deze lijnimpuls dus ergens op het scherm met de grofregelaar stil kunnen zetten. En de beeldlijnen horizontaal zijn te breed misschien kun je dat nog wel inregelen in het rastergedeelte.

Rieks de Jonge



Ik gebruik zelf een VHF converter uit een oude VHS player. Een of andere Akai speler welke bij een videotheek voor de verhuur werd gebruikt. Om nu flexibel te blijven heb ik de volgende constructie gemaakt:

VHF Convertor

(foto: Roland Huisman)

Gewoon een 5 V adapter en twee tulpsnoertjes. Eén audio en één video composit. Daarmee kan ik hem dus op een video, DVD of PC aansluiten. En het beeld is subliem. Mijn TX400 weet zelfs een mooi stabiel plaatje van een videorecorder te maken. Het is wel een vier-koppenmachine dus dat zal ook wel mee spelen.

Roland Huisman

Philips 17TX210A

(foto: Daniel Geelhoed)

Het afspelen van DVD's op zo'n oud toestel moet probleemloos kunnen lukken. Op mijn nog werkende 17TX210A kunnen er ook nog allerlei DVD's en MPEG-files worden afgespeeld. Ik kan er zelfs mijn mailtjes mee lezen. Handig zo'n TV-out op een PC. Het PAL video-signaal dat het apparaat uitgeeft laat ik gewoon via een Video-IN van een VCR omzetten naar de hoogfrequente signalen die de TV prima aan kan.

Daniel Geelhoed

Afhankelijk van de eisen die je aan het beeld stelt, of de verwachtingen die je hebt, kan de kwaliteit tegenvallen. Beelden van een DVD op deze manier aan de tv toegevoerd, zijn veel minder scherp en met veel meer ruis dan je gewend bent van een DVD die via scart op een moderne tv wordt weergegeven.

Ed van der Weele

De DVD-speler is de beste manier om oude opnames te bekijken op een oude tv. Het beeld van de DVD is zeer stabiel. Dus geen kromme of scheef trekkende beelden, en je hoeft de tv niet aan te passen zoals bij video. Ik gebruik al jaren een DVD- speler met een VHF uitgang op kanaal 3. De VHF uitgang heb ik uit een oude Betamax video uit de begin van de jaren 80 gehaald en daarna in de DVD- speler gebouwd. Met een UHF uitgang kan het ook, maar dan heb je een 2de net kastje nodig voor tv's met alleen een VHF ingang. Ik neem vaak oude tv opnames op met een dv-video en brandt daarna de opnames op een DVD-schijfje.

Marcel van Grinsven

Het is handig een apparaatje te hebben dat bij voorkeur een signaal produceert op kanaal 3 en dat een RF doorlus mogelijkheid heeft. Door de scart ingang kan ik vrijwel alle mogelijke apparaten aansluiten. Nog handiger is meerdere, omschakelbare ingangen.

Kanaal 3 kan door alle TV's ontvangen worden, zelfs de oudste (zoals "hondehok" TX 400). Door gebruik te maken van kanaal 3 kan het apparaatje in combinatie met kabelnetten worden gebruikt die vaak geen signaal meer doorgeven op Band I. Het kan zelfs in combinatie met een gewone video-recorder worden gebruikt die meestal kanaal 36 of 33 gebruiken (dus twee keer doorlussen). Dit apparaatje kan dan ook worden gebruikt met een DVTB (digitenne-)ontvanger. Deze ontvangen digitale signalen in de UHF band. Dus een UHF signaalgenerator zou onderling storing kunnen veroorzaken.

Je zou op rommelmarkten eens uit kunnen kijken naar een netvoeding met ingebouwde modulator van een oude videocamera. Vaak zit daar ook een antenne-ingang op, die op die wijze doorgelust wordt. Dan moet je dus wel specifiek zo'n apparaat zoeken met uitgang op kanaal 3 of 4. En een scartingang zal er waarschijnlijk niet opzitten. Je zult dan zelf een verloopje moeten maken en daar kan dan eventueel weer een scart switchbox op aangesloten worden. Houd echter altijd in gedachte dat elke connector verlies geeft en mogelijk storing kan oppikken. Probeer dus zoveel mogelijk te vermijden dat je allerlei zaken aan elkaar gaat zetten met verloopstekkers en dergelijke. Voor beste kwaliteit moeten zo weinig mogelijk zaken in de signaalweg zitten. Het beste is dus een VHF-modulator tussen DVD-speler en de TV. En verder geen videorecorder of een 2de netkastje. Deze laatste twee bewerken het signaal meerdere keren: video maakt er UHF hoogfrequent-signaal van, 2de netkastje maakt er inwendig weer laagfrequentsignaal van om het vervolgens weer om te zetten naar een hoogfrequent VHF signaal, wat de tv dan weer omzet naar een laagfrequentsignaal. Al deze omzettingen (en niet te vergeten de kabelverbindingen tussen de apparaten) maken dat het signaal minder van kwaliteit wordt.

Ruud, Henk van den Broek


Ik zou zeker de condensator C14 50uF doormeten op sluiting. Als er hier geen sluiting in zit, dan de buis van het geluid vervangen (B4 PL84). Als het nog niet werkt, dan de elco's in het geluidsdeel doormeten op sluiting

Marcel van Grinsven

Een veel voorkomend verschijnsel is dat de 5,5 MHz geluids-MF-0kringen niet goed staan. Als het beeld goed is, kan de hele tuner en beeld MF worden overgeslagen. Stem de TV goed af. Dat is op het punt waar het kleursignaal juist zichtbaar is maar stilstaat, dus geen golfjes die meebewegen met het geluid.

Stem nu de 5,5 MHz kringen goed af, gewoon afregelen op maximaal geluidsniveau. Hier heb je in principe geen meetapparatuur bij nodig. Zo precies komt het er niet op aan. Vanwege het intermodulatie principe is het geluid- FM signaal dat uit de videodetector komt altijd precies 5,5 MHz en niet afhankelijk van de afstemming. Door het beter afstemmen wordt het signaal zo sterk dat de storingsbegrenzer, meestal de tweede audio MF, zijn werk goed kan doen.

Draai alleen aan de geluids MF. En doe dat voorzichtig, zodat er geen kernen kunnen breken. Gebruik waar mogelijk een kunststof schroevendraaier. De beeld MF is niet zonder meetapparatuur af te stemmen.

Ruud

Het is bijna zeker beeldratel, dat wil zeggen er zit videosignaal in het geluid. Hoe het daar komt is weer een heel ander verhaal. Ik gebruik voor dit soort zaken een signaalzoeker waarmee ik vanaf de luidspreker terug zoek. In dit geval kon het wel eens zijn dat het al vlak na de videodetector misgaat. Bijvoorbeeld een verlopen geluidmiddenfrequent. 

Voor het doormeten kun je van een scoop gebruik maken. Meten met een scoop is vooral een kwestie van ervaring. Als je dit soort dingen helemaal volgens de schoolboekjes wilt doen, zet je een tv-meetzender in, die een testbeeld en een toontje via de antenne-ingang naar binnen stuurt. Dat toontje moet dan natuurlijk uit luidspreker komen en al het andere deugt niet. Met een goed oscilloscoop kun je dan het hele proces door de tv heen volgen. Je voelt natuurlijk wel dat zulke apparatuur - zeker in de tijd dat die tv gemaakt is - alleen op ontwikkellaboratoria aanwezig was. De gewone reparateur was al een hele piet als hij een oscilloscoop had. Met de nodige ervaring kon hij dan beeldratel (en andere zaken) toch wel herkennen.

Natuurlijk kun je zelf wel aan de gang. Maar een paar zaken moet je toch wel in de gaten houden. Ten eerste kun je alleen veilig meten als je de tv via een scheidingstrafo aan het lichtnet hangt. Het chassis van deze tv's hangt aan het lichtnet. Dus komt je hele scoop ook aan het lichtnet te hangen. Een slimpieper dacht eens dat je dus beter het chassis met de nul kon verbinden. Nadat het vuurwerk afgelopen was, wist hij voor goed dat dit geen oplossing
is.

Dan kun je laagfrequent gaan meten. Bijvoorbeeld aan de luidspreker en aan het stuurrooster van de eindbuis. De kunst is natuurlijk het verschil tussen geluid met - en geluid zonder beeldratel te (leren) onderscheiden. Met dit laagfrequent meten kom je niet verder terug dan de FM-detector. Wil je verder terug dan zul je de geluidmiddenfrequent in moeten. Of en hoe je daar verschil tussen geluid met - en geluid zonder beeldratel kunt zien weet ik niet uit ervaring. Ik kon het destijds met mijn signaalvolger wel horen.

Na dit lange verhaal komt er ook nog een domper: Ik verwacht niet dat je in dit deel van de schakeling de oorzaak van de narigheid zult vinden. Immers die beeldratel - we nemen maar even aan dat het dat inderdaad is - komt niet zomaar uit de lucht vallen. Het geluid signaal wordt in deze ontvangers na de video detector afgetapt. Daar zitten twee filters in het toestel. Het ene beperkt de videobandbreedte tot zo'n 5 MHz om te voorkomen dat er geluid in het beeld komt. Het ander is een bandfilter dat het op een 5,5 MHz hulpdraaggolf FM-gemoduleerde geluid oppikt. Dáár gaat het dus mis en daar kán de oorzaak ook liggen. Een verlopen bandfilter of een gammele geluid-mf-buis kunnen de oorzaak zijn. Nu zijn buizen makkelijk uit te wisselen dus die test zou ik zeker doen. Van die filters kun je beter maar afblijven. Zonder de juiste meetapparatuur kun je die alleen maar slechter maken. Daar komt bij dat deze filters zelden defect zijn.

De oorzaak kon wel eens veel verder terug liggen. De TV-(VHF)-afstemmer werkt volgens het super principe. Er wordt daar dus een oscillatorsignaal opgewekt dat met het binnenkomende antennesignaal wordt gemengd. Een beetje verloop van die locale oscillator kan al rare gevolgen hebben. Eén mogelijk gevolg is dat de geluid draaggolf een beetje verschuift. Door aan de afstemming te draaien kun je dat wel corrigeren maar dat gaat ten koste van beeld of van geluid. Volgens mij precies wat jij nu ervaart. Uitwisselen van de buisjes in de afstemmer komen wat mij betreft dan ook op de eerste plaats te staan. Hetzelfde kun je voor de zekerheid ook met de middenfrequent buizen doen.

Als niets meer helpt kun je nog overwegen de afstemming van de locale oscillator in de VHF te verstemmen. Eerst in de documentatie kijken waar dat precies zit, dan zorgvuldig markeren hoe het ingesteld staat en dan pas verdraaien. Helpt dat niet, dan kun je het altijd nog terug draaien. 

Petrus Bitbyter

Wanneer ik zo de klachten bekijk, denk ik dat de ratel veroorzaakt wordt door het interdraaggolfsysteem. Dit vraagt van de televisie een zorgvuldige afregeling (een gewijzigde buiscapaciteit van de beeld-MF, videodetector of geluids-MF kan al roet in het eten gooien). Maar wat over het hoofd gezien wordt, is dat de zender het beeld- en geluidssignaal in juiste verhouding moet uitzenden om het interdraaggolfsysteem goed te laten werken. De fout kan dus buiten het toestel liggen als b.v. de kabelmaatschappij het niet zo nauw neemt met het converteren van signalen. Bij een videorecorder wordt geen rekening gehouden met de speciale opbouw van het TV-signaal dat nodig is om het interdraaggolfsysteem goed te laten functioneren. Een 2de net kastje kan soms ook problemen geven. Een slechte antenne met een te smalle bandbreedte verstoort ook het signaal. Mijn advies is: probeer eens een onverdachte VHF-antenne (liefst geen kabel en zeker geen videorecorder) en hoor eens of het signaal dan nog ratelt. Daarna komt het uitwisselen van MF-buizen aan de orde en in laatste instantie pas opnieuw afregelen.

Jan Bus

Het probleem met die toestellen is de techniek zelf. Het geluids-MF begint na de video detectie. Het video beeld heeft een bandbreedte tot 5 Mhz terwijl de geluidscarrier (FM) op 5,5 MHz zit. Bij scherp beeld gaat het videosignaal richting 5 MHz en komt een deel daarvan in het geluid terecht. Dit is met name te merken bij ondertitels. Het enige wat je kunt en mag doen is het MF deel van de VHF kanalenkiezer afregelen, zodat het beeld niet gaat golven, maar ook niet wazig wordt door bandbreedte beperking. Voor het overige deel heb je een MF sweepgenerator (wobbelen) nodig en moet je de TV trimmen totdat je de gewenste krommen hebt volgens de service manual. Dit heb ik ooit gedaan bij een video recorder, en dat is een tamelijk taaie klus. Later deed ik dit bij een K11 TV, maar ook dat viel nogal tegen. Met name de 4,43 MHz color carrier kreeg ik niet voldoende onderdrukt. Het is in ieder geval een tijdrovende klus. Verder mag je niet vergeten dat het TV signaal volgens het vestigal sideband principe (bijna SSB) werkt.

Latere ZW TV's en de KTV's hebben een aparte MF voor het geluid zodat de invloed van het video signaal nihil is.

Kees van Dijke

Ik zou de geluid-MF op nieuw afregelen. Regel met de tuner op maximaal mooi beeld en daarna regel je de geluid-MF op optimaal geluid.

(foto:Martin Deubel)

Omdat je de PCL84 hebt vervangen zou ik in schema S30 en S31 eerst afregelen. Hopelijk is het probleem opgelost. Die zitten zo te zien in de grote alu doos in de buurt van die PCL84. Oppassen dat je niet per ontgelukt de video MF zit af te regelen want die zit ook in dezelfde doos. Als het nog niet is verholpen moet de andere MF spoelen ook afregelen. Er zit als het goed is ergens een hele grote alu doos. Er zit volgens het schema een transistor in die gebruikt wordt als MF trap. Ergens moeten er drie gaten in zitten waar je een kern kan draaien. Vlak in de buurt moet ook een dubbele spoel zitten met twee afregelbare kernen. dat zijn ze. Alle vijf,  maar ik zou eerst beginnen met die twee die buiten die grote alu doos zit. Dat is de eerste trap. In de schema zijn het dus S1, S2 en S3, S6 en S7.

Op de foto is de bovenste grote alu doos, die waar S30 en S31 in zitten. De kleine alu spoel eronder is S1 en S2 en de onderste grote alu doos is waar S3, S6 en S7 in zitten. Je kunt de bovenkant eraf trekken. In de ene zit een tor, in de andere niet. Waar geen tor in zit, zit de S30 en S31. Anders kan je ook even de sporen volgen. De grit van de PCL84 gaat rechtsreeks naar de alu doos waar S30 en S31 zitten.

Anton Tan


Vervang de DY87. Een DY802 gaat ook wel, maar doe dit slechts als het echt niet anders kan. De gloeistroom van de DY 802 ligt hoger dan die van de DY87. Dus beter door een DY87 vervangen.

Francesco, Hugo Sneyers

Na vervanging van de DY87 bleef zich het probleem voordoen. Toen heb ik eens de PL36 gewisseld en jawel het beeld kwam sneller op alleen moest ik toen de ionenval magneet opnieuw afstellen. Maar de helderheid is weer terug en het beeld blijft nu goed. De oorzaak was dus de PL36 die was versleten.

Roger Schols


De rode pijl wijst het ionenvalmagneetje aan van een Philips TX400. Deze magneetjes moeten goed afgesteld zijn om de beeldbuis een lang leven te gunnen. Deze magneetjes trekken de elektronen aan die bij het elektronenkanon vrijkomen en buigen ze af naar het scherm. De ionen, die niet richting scherm worden afgebogen, zijn schadelijk voor de fosforlaag van de beeldbuis. De fosforlaag mag alleen geactiveerd worden door elektronen. 

Ionenvalmagneet

(foto: Ronald Huisman)

Het afstellen gaat bij de TX400 als volgt. Het pijltje op het magneetje moet naar de voorkant van het toestel wijzen. Je moet het klemmetje zo draaien dat de pijl samen valt met de streep op het elektronenkanon. Vervolgens moet je het magneetje naar voren en achteren schuiven totdat een maximale helderheid verkregen wordt op het scherm.

Roland Huisman


De huidige standaard bij televisies is om een a-symmetrische antenne ingang te hebben met een impedantie van 75 ohm. A-symmetrisch wil zeggen dat er een antennesignaal staat t.o.v. de aarde. De Philips 21 TX250 heeft symmetrische ingangen met een impedantie van 300 ohm. (Symmetrisch wil zeggen dat de heengaande signaal en de retour zweven t.o.v. de aarde). De aansluiting gaat met lintkabel. De televisie is denk ik wel in het bezit van VHF en UHF. Deze twee antennesignalen zijn van elkaar gescheiden. Als de tv alleen VHF heeft moet je een tweede net kastje hebben.


Tweede net kastje

(foto: J. van Schaik)


Om de televisie op de kabel aan te kunnen sluiten heb je dus omzetter nodig van a-symmetrisch naar symmetrisch. Ze zijn niet meer nieuw te koop. Maar je komt ze wel tegen op beurzen en rommelmarkten


(foto: J. van Schaik)


Op deze foto staat er een aan de linkerzijde. Dan weet je waar je naar moet zoeken

J. van Schaik

Kabel kijken op een oude tv is erg leuk. De antenne aanpassing vind je op de eerste de beste rommelmarkt zeker, maar er is nog iets anders. Veel kabelaars hebben inmiddels de z.g. S-band in gebruik genomen.
Met een antennefilter en eventueel een 2e netkastje ben je er dan nog niet, want dan mis je deze s-band (en dus ook die kanalen die op de S-band geplaatst zijn). Zelf heb ik het nog iets anders opgelost. Ik heb thuis geen kabel meer, maar een satelliet ontvanger. Op de video uitgang daarvan heb ik een UHF modulator gezet. In jouw geval zou je een videorecorder kunnen gebruiken. Je gebruikt dan de kanaalkiezer van je video (of sat ontvanger, of evt DVB-T ontvanger). Voordeel: je mist geen kanalen, en je hebt een afstandsbediening voor het kanalen wisselen. Het beste van twee werelden.

Alternatief: De meeste kabelaars die de s-band zijn gaan gebruiken verkopen ook s-boxjes, dat is zeg maar een tweede net kastje maar dan voor de s-band ipv de UHF band. Zelf heb ik daar echter geen ervaring mee.

Ik zie overigena dat het een tendens van de kabel tv providers is om over te stappen naar UHF. Vroeger was het duur om breedbandige antenneversterkers te maken. Vandaar dat de S-kanalen in het leven zijn geroepen. Deze zitten namelijk boven de VHF kanalen. Onlangs is bij ons het kabelnet vernieuwd. Tegelijkertijd zijn de s-kanalen verlaten. Volgens mij gebruiken zie die kanalen voor andere diensten zoals internet op de kabel. 

Ron Vogel , J. van Schaik

Je kunt nog een probleempje tegen komen. De kabelboeren gebruiken nu alle kanalen op VHF, waar voorheen telkens een kanaal werd overgeslagen. Mede omdat het spectrum van een TV kanaal wat breder is geworden vanwege de tweede audio-subcarrier voor stereo is het niet uitgesloten dat je stoorsignalen krijgt op oude ontvangers. Ik zou voorstellen gewoon een oude VHF antenne aan te sluiten, dan heb je in ieder geval Nederland 1 (althans in het grootste deel van Nederland). Bovendien zijn die oude beestjes niet meer zo geschikt voor avond aan avond kijken, het zijn meer collectors items.

Ruud

De eerste entree's van tv's waren vhf, 1951 -1954, de dunne ronde stekerpennetjes, links op foto de tweede soort daarna op de vhf en uhf toestellen waren de iets dikkere ronde pennetjes, rechts op foto.

Er is daarom ook een dunne overgaand in dikke ronde pennen geweest, bovenste op foto

[image]

(afbeelding: Piet Bakker)

Otto Tuil, Piet Bakker

Bij gebrek aan een originele antennestekker kan je voor de dikke pennen ook de standaard banaanstekkers van 4 mm gebruiken.

Ed van der Weele


Hierbij de juiste frequentie-indeling van de voormalige 819 lijnen Franse zwart/wit tv uitzendingen van de jaren 1952 tot 1975, en te vinden op de Franse kanaalkiezers: Système E 819 lignes (cessé)

Canal  Vidéo (MHz)  Audio (MHz)
2 52,40 41,25
4 65,55 54,40
5 164,00 175,15
6 173,40 162,25
7 177,15 188,30
8A 185,25 174,10
8 186,55 175,40
9 190,30 201,45
10 199,70 188,55
11 203,45 214,60
12 212,85 201,70

Piet H. Bakker

Zie de website http://perso.orange.fr/tvignaud/tv/canaux.htm

Herman Wolters

De tabel op genoemde site laat de tegenwoordige kanaalindeling zien welke op UHF voor Secam kleur en TNT(DVB-T) wordt gebruikt.
Voor 1975 was er op de VHF een CCI-E versie kanaalindeling, waarin het Franse eerste net in 819 lijnen zwart/wit uitzond. Voor die typisch Franse 819 lijnen-standaard was een kanaalbreedte nodig van 14 MHz en kon niet in het Nederlandse en Duitse 625 kanaalindeling werken. Parijs en Lille ( Lille werd in Zuid-West Nederland ontvangen) hadden daardoor gebruik van het kanaal F8a.
De kanaalindeling was daardoor in Frankrijk in gebruik: F2, F4 in Band I en F5,F6,F7,F8,F8a,F9,F10, F11 en F12 in Band III ,waarbij praktisch de kanalen F5, F6 , F8, F8a, F8a en F11 in gebruik waren bij de zenders in respectievelijk Straatsburg, Metz, Mulhouse, Lille, Parijs en Amiens. Vaak hebben de fabrikanten van zwart/wit toetellen zoals Philips en Erres in de 4 systemen toestellen geschikt voor ontvangst van zwart/wit voor gebruik in Nederland, Belgie en Frankrijk alleen de kanaal F8a spoelen in de in Nederland toegepaste kanaalkiezer ingebouwd, voor de ontvangst van Lille en een ontvangcircuit voor ontvangst van het Franse AM geluid toegevoegd.

Piet H. Bakker



Bij dit toestel kun je de kanalen verschuiven. Je trekt de knop van de kanalenkiezer eraf. Dan kun je door het gaatje van de knop van de fijnafstemming met een kleine maar lange schroevendraaier de zenders verschuiven. Voor elk kanaal kun je de kern van het spoeltje van dat kanaal verdraaien. Op stand 12 en 13 natuurlijk niet want daar zit geen spoeltje in. Aan te raden is dat met een teflon staaftrim-schroevendraaiertje te doen en er op toe te zien dat de je de kern van de kanaalenkiezerspoel van dat kanaal er niet te ver in, of te ver uit draait, want dan ben je verder van huis.

Marcel van Grinsven , Piet Bakker

Er kan ook sprake van andere oorzaken zijn. De oscillatorbuis ( b.v. PCF80/82/86/801 ) kan verlopen zijn. Je hebt dan op het hoogste kanaal het meeste hinder en op b.v. kanaal 2 nauwelijks.

Bij gebruik van de kabel kan de oorzaak ook bij de kabel liggen. De kabel maakt soms gebruik van een indeling waarbij de kanalen iets verschoven liggen t.o.v. de normale kanaalindeling. Op het info-kanaal zie dan b.v. aanduidingen als: "kan. 9+" of "kan. 6-". Veel wals-kanaalkiezers hebben een fijnregelbereik dat niet groot genoeg is om deze kanalen goed af te stellen. Afhankelijk van het type kiezer is dit gemakkelijk maar soms ook moeilijk te veranderen .

Jan Bus


 

(foto: Gert Wouters)

Oorzaak kan zijn dat het vet is hard geworden. Daarvoor zijn verschillende oplossingen:

  1. demonteren en weer in elkaar zetten (is overigens een helse klus);
  2. met een haardroger het metaal goed heet maken en de knoppen komen meestal weer los. Dit is wel tijdelijk. Het beste is de kiezer uit elkaar en halen en dan het oude vet verwijderen van de assen;
  3. soms is het een paar dagen laten inwerken van contactspray ook voldoende om de uitgedroogde olie weer gangbaar te maken.

Marcel van Grinsven, Nick, Henk Roovers


De volgende kanalenkiezers zijn bij deze toestellen van toepassing:

4 kanalen cap. kiezer A3 421 82.0 met 75 Ohm antenne-aanpassing
4 kanelen cap. kiezer A3 694 42.0 met 300 Ohm antenne-aanpassing
10 kanalen cap. kiezer A3 695 27.0 met 300 Ohm antenne-aanpassing
10 kanalen walskiezer A3 695 88 met 300 Ohm antenne-aansluiting

 

TX400U-/00 ? waarschijnlijk 4-kk A3 421 82.0
TX400U-/01 4-kk A3 421 82.0
TX400U-/04 4-kk A3 694 42.0
TX400U-/45 10-kk A3 695 27.0
TX400U-/46 10-kk A3 695 27.0
TX400U-/64 10 kk A3 695 88

service-oplossing:

TX400U-/45 voor TX400U-/00
TX400U-/46 voor TX400U-/01/04
TX400U-/64 voor de gehele TX400U serie

 

TX500U-/00 4-kk A3 421 82.0
TX500U-/04 4-kk A3 694 42.0
TX500U-/10 4-kk A3 421 82.0
TX500U-/46 10-kk A3 695 27.0
TX500U-/47 10-kk A3 695 27.0
TX500U-/64 10-kk A3 695 88

service-oplossing:

TX500U-/46 voor TX500U-/00/04
TX500U-/47 voor TX500U-/10
TX500U-/64 voor de gehele TX500U serie

 

TX701A-/00 4-kk A3 421 82.0
TX701A-/04 4-kk A3 694 42.0
TX701A-/05 4-kk A3 694 42.0
TX701A-/46 10-kk A3 695 27.0
TX701A-/48 10-kk A3 695 27.0
TX701A-/64 10 kk A3 695 88

service-oplossing:

TX701A-/46 voor TX701A-/00/04
TX701A-/48 voor TX701A-/05
TX701A-/64 voor de gehele TX701A serie

 

In de praktijk is het bovenstaande niet altijd het geval gebleken, vanwege destijds slordige monteurs die vergaten de stikkers aan te brengen. Je kunt dus van alles tegenkomen met als voorbeeld een TX400U-/04 met een 10-kanalenkiezer. Omdat de stikker niet aanwezig was na het ombouwen (TX400U-/46 of TX400U-/64). Je weet dus nooit of je over een toestel beschikt met de
juiste kanalenkiezer.

De montage van de 10-kanalenkiezers staat uitvoerig beschreven in het deel "wijzigingen en aanvullingen" van de servicedocumentatie. Zonder de volledige servicedocumentatie zit je met je handen in het haar. Daar komt bij dat in de originele documentatie een enorm aantal tekenfouten zaten en. Mijn waarschuwing: ga nooit als amateur TV-monteur een hondenhok onder handen nemen zonder de volledige servicedocumentatie omdat hondenhokken de enige toestellen zijn met afwijkende frequenties en volledig uitgerust met buizen zonder halfgeleiders.

In de winkel kon je destijds kiezen voor een TX400U of TX500U met een 4-kk of 10-kk (heb ik zwart op wit) of dit eveneens het geval was met de TX701A weet ik niet (staat niks van bekend) en heb bovendien ook geen ervaring met de TX701A. De 10-kk kiezers kwamen naderhand vrij om kopers van een toestel met 4-kk in de gelegenheid te stellen deze om te bouwen. De ene monteur werkte netjes en de andere slordig. Bij het aanwezig zijn van afgeknipte draden met aanwezige 10-kk weet ik zeker dat dit door een slordige monteur is gedaan. Philips noemde dit service-oplossingen, zoals in boevenstaand overzicht is aangegeven. 

In het begin kwamen de hokken met 4-kk met 75 Ohm aanpassing (TX400U-/00/01-TX500U-/00/10-TX701A-/00), daarna alles met 300 Ohm aanpassing wat duidelijk te zien is na verwijderen van de kap. Vanaf de antenne-aansluitingen loopt er of lintkabel (300 Ohm) of een stukje coax (75 Ohm) naar de kanalenkiezer. Dat is niet te zien is als de kap aanwezig is.

Hein Ros


Zie onderstaand blaadje (aanklikken voor vergroting). Hopelijk hebben de TV-liefhebbers er iets aan:

 

     (scans: Otto Tuil)

Otto Tuil


Ik ben er eindelijk in geslaagd een defecte lijntrafo af te wikkelen en de gegevens hiervan in kaart te brengen. Na enkele uren aandachtig afwikkelen, (en de nodige snijwonden van de flinterdunne draad, stukken rondvliegend hars in de ogen en heel de werktafel vol gele schilfers) is het dan uiteindelijk toch gelukt de trafo in kaart te brengen, zie afbeeldingen. Nu kan ik een poging doen tot herwikkelen, na eerst de nodige materialen te hebben gehaald. 

(afbeeldingen: Francesco)

Hier een foto van een HS spoel voor 18 kV. Ik tel ongeveer 16 lagen van ca. 70 windingen per laag, wat dus neerkomt op 1120 windingen. De draad is flinterdun, let op de dikke isolatiehars! Een zijde heb ik wat gladgeschuurd voor de zichtbaarheid. Het was een heel gepruts op de spoel van de kern af te halen, zonder spoel noch trafo te beschadigen! De kernbenen breken namelijk af als chocolade!

(afb.: Francesco)

Francesco


(foto: Wim Stuiver)

Daar veel mensen bezig zijn met het restaureren van de Philips Televisie TX400U en TX500U en vaak problemen zijn met de hoogspanningstransformator heb ik hier op mijn site "Museum Radio Wereld" een artikel aan gewijd met foto's en een zelf te bouwen meter. Het artikel beschrijft het testen van de lijnuitgangs-(hoogspannings)-transformator van de Philips televisie TX400U/TX500U uit 1951. Het artikel is ook van toepassing op andere lijnuituitgangs-taransformatoren. U vindt het artikel met de volledige beschrijving op de homepage met verwijzing naar het onderwerp "Testen T.V.-Lijnuitgangstrafo" onder nr. 27. Hopelijk is dit voor velen een steuntje in het restauratiewerk.

Wim Stuiver


(foto: Roger Schols)

Belangrijk is om te weten of de lineariteit wel goed is. Dus is het testbeeld wel rond bijvoorbeeld. Geen uitgetrokken beelden etc. 
Als lineariteit klopt denk ik dat het ergens met een bromspanning te maken heeft. Controleer de beeldbuis gloei naar kathode sluiting/weerstand. Eventueel tijdelijk de gloei van de buis met aparte trafo voeden en de kring herstellen met een berekende weerstand of tijdelijk de gloeidraad van een geschikte buis. Verder controleer de andere buizen op deze fout, vervang ze stuk voor stuk. Of controleer de C's in het gloeidraad circuit. Het kan ook zijn dat simpel de voedingselco's te weinig capaciteit hebben;  controleer de rimpel. Simpel tijdelijk een extra elco parallel toevoegen kan snel de betreffende elco worden opgezocht. Pas op, steeds goed ontladen. Ook slechte diodes kunnen dit veroorzaken als ook slechte aardverbindingen.

Maurice Hamm

Dit probleem kan twee oorzaken hebben:

  1. de amplitude van de zaagstandspanning voor de verticale afbuiging is te weinig. Meestal is dan een zwarte balk boven en onder op de buis te zien, met daar tussen het beeld;
  2. de beeldhoogte is goed, maar het beeld staat niet juist in de verticale richting gecentreerd, waardoor een deel van het beeld "buiten de beeldbuis" wordt geschreven. Je kan het beeld terug centreren door de centreerplaten op de hals van de beeldbuis te verdraaien. Dit is vooral zoeken. Daarna moet je ook de ionenvalmagneet terug verplaatsen, tot je de beste helderheid bekomt.
    Een spiegel voor het toestel maakt het gemakkelijk, zo hoef je niet telkens achter de kast uit te komen.

Francesco

Ik zou haast denken dat de rasterfrequentie er naast staat. Probeer eerst eens een andere PCL82 en meet dan alle spanningen aan deze buis even na. Het kan bij deze toestellen heel goed een verlopen weerstand zijn en bij voorkeur die in serie staan met de regelaars van de rasterfrequentie en beeldhoogte. 

Martin Deubel

Dit heeft wellicht iets te maken met de "ionenval" magneet die op de hals van de beeldbuis zit? De foto is niet echt duidelijk helaas. Teveel licht wat niet uit de TV komt. Voor de ionenval-magneet zie de rode pijl op onderstaande foto. Dit is een los klemstuk om de buis (dus niet het juk zelf).

Ionenvalmagneet

(foto: Maurice Hamm)

Volgens mij staat inderdaad gewoon de ionenvalmagneet niet meer op de juiste plaats. Gewoon even het schroefje losdraaien en met het magneet in alle richtingen bewegen dus ook vooruit en achteruit totdat je beeld overal terug helder is. Het best doe je dat op een blank beeld, dus niet op een film van Laurel en Hardy. 

Maurice Hamm, Hugo Sneyers


Het lijkt alsof er een soort lijn-zaagtand in het video-signaal komt. In eerste instantie denk ik dan aan een defecte afvlak elco. Het "nabeeld" wijst ook in die richting. Ook is het mogelijk dat een lijnterugslag signaal verkeerd wordt aangeboden, bijvoorbeeld door een defecte condensator.

Ruud


Als je deze toestellen wilt testen dan moet je wel voorzichtig te werk gaan. De plug van de afbuigspoel van een TX400/500 mag je nooit los laten. De hoogspanning komt dan wel degelijk op. Gevolg: een mooie felle witte stip in het midden van je beeldbuis. Dit kan de fosfor laag verbranden.

Wat ik zelf doe met deze toestellen is het volgende: de koppelcondensatoren naar de lijneindbuis (PL81), audioeindbuis (EL42) en lijneindbuis (ECL80) sowieso aan één kant losknippen en dan een nieuw exemplaar plaatsen. Als namelijk één van deze condensatoren lek is kan dit grote schade achter laten (lijntrafo, luidsprekertrafo of rastertrafo kunnen verbranden). Het is ook verstandig om de boostercondensator maar door een nieuw exemplaar te vervangen. Controleer eerst de voedingselco's op sluiting en liefst ook op capaciteit. Als deze sluiting hebben dan eerst vervangen. Anders kunnen die mooie groene weerstanden laten verbrandden.

Nu is het toestel klaar om te testen. Draai de voeding rustig op met een variac. Ook niet te langzaam want dat waardeert de NTC tussen de gloeidraden niet. Zorg dat je de opgenomen stroom in de gaten houdt. Deze moet duidelijk onder de ca 1A blijven anders is er echt iets mis. Wat vaak het geval is is dat de teercondensatoren lek of verlopen zijn. Dit resulteerd in synchronisatieproblemen enzo... Verder zit er voor één van de roosters van de beeldbuis een 1M en een 1M8 weerstand. Als dit vitrohm's zijn dan moet je ze vervangen. Deze verlopen sterk en dat resulteert in weinig tot geen licht op je scherm.

Pas wel op. Pas in de latere toestellen kun je de plug van de afbuigspoel losnemen. In de tx400/500 toestellen word de hoogspanning hierdoor niet uitgeschakeld. Houd verder bij het opstarten met een variac vooral de opgenomen stroom in de gaten. Als je een toestel wilt wat over langere tijd stabiel
en betrouwbaar moet werken dan moet je de teercondensatoren vervangen of reviseren. 

Roland Huisman

Ik zou altijd een oude TV opstarten met uitgeschakelde hoogspanning. Dat kan makkelijk door de plug v.d. afbuiging eruit te trekken. Ik weet niet of deze aanwezig is bij TX400. Bij een te lage spanning en gloeistroom krijgt de lijneindbuis te weinig booster spanning op de anode en gaat er een te grote stroom door het schermrooster lopen. Verwijderen v.d. afbuigplug schakelt de schermrooster spanning uit.

Het langzaam opstarten dient voornamelijk om de elco's niet te overbelasten. In het hsp-gedeelte zitten geen elco's. Nadat het toestel succesvol met variac is getart met volle netspanning en ingeschakelde hoogspanning starten, handen aan de stekker om bij onraad meteen uit te schakelen.

Ruud


Philips 17TX140A

(fotos: Pol Alveracht)

Probeer eens video eindversterker, kan overstuurd worden, te veel versleten? Is het een PCL 84, dan kan het ook de sync. scheider zijn (de triode van de PCL 84). Overigens zijn dit soort oude toestellen niet geschikt voor al te veel contrast. De lichtopbrengst is beperkter, niet vergelijken met een nieuwe KTV.

Ruud

Wat je bij veel tv's ziet is, dat hoe meer helderheid er is, hoe groter het beeld wordt. Het is maar en millimeter of twee, maar dat kan soms net de grens van wel of niet rollen zijn.

Erwin

Volgens mij heeft dat te maken met een interactie tussen de versnelspanning en de beeldhelderheid. Doordat het beeld helderder wordt loopt een grotere stroom door de beeldbuis. De voeding vanuit de lijntrafo en gelijkrichter kan dat niet helemaal bijbenen. Daardoor daalt de versnelspanning. De afbuigspanning blijft wel gelijk, daardoor is het effect van deze spanning groter (de elektronen zijn trager, dus meer "vatbaar" voor afbuiging). Het effect van het contrast op de synchronisatie zou inderdaad aan een buis liggen
(was vroeger een standaardfout geloof ik).

Wouter Nieuwlaat

Bij Philips was het gebruikelijk om het contrast te regelen, door de MF versterking te wijzigen. Het zou dus kunnen dat een van de MF buizen een probleem heeft als de versterking (contrast) opgeregeld wordt. Wees er dus op bedacht dat daar dus ook iets mis kan zijn.

Henk Roovers

Ik zou eerst aan een PLC82, PLC85, of de PLC805 denken.

Eddy Bellinckx

Als je al alle condensatoren en verlopen weerstanden hebt vervangen, is het mogelijk een buis. Ik heb het schema nagezien en er zitten diverse PCF80's in die ook het manco kunnen zijn. Maar ook de elco's voor de kathodespanning van deze lampen. Ook de ECH81 doet mee. Dan zit er vier keer middenfrequentie versterking in het totaal met een EF 80. Dit kan ook meespelen. Over standaardfouten kun je nu eigenlijk niet meer over praten, daar zijn deze toestellen te oud voor geworden. Zelfs de beeldbuis kan na bijna 55 jaar trouwe dienst, een oorzaak zijn.

Philip van Apeldoorn


Een betere ontvangst dan via een satellietschotel (DVB-S) is er niet. De compressie die wordt toegepast bij DVB-T (Digitenne) is hoger waardoor het beeld minder scherp is dan via DVB-S (satelliet). Analoge kabel-tv is ook minder van kwaliteit door alle tussenversterkers en grote kabellengten.

Voor satellietontvangst moet je een abonnement afsluiten bij CanaalDigitaal. De publieke zenders zijn free-to-view (gratis), maar niet free-to-air. Je hebt dus altijd een smartcard van CanaalDigitaal nodig.

Alle satellietontvangers hebben een scart-uitgang, maar niet alle hebben zij ook een hoogfrequentmodulator ingebouwd. En als een hoogfrequentmodulator is ingebouwd zal deze uitzenden op een kanaal in de UHF-band, meestal rond kanaal 33.
Als je tv alleen maar de VHF-kanalen 2 t/m 11 kan ontvangen heb je nog een UHF/VHF converter (tweede-net kastje) nodig.

De schotelantenne moet onder een hoek van 30graden naar boven vrij uitzicht hebben op het zuiden. Obstakels zoals gebouwen of bomen blokkeren de ontvangst. Verder is het op huurwoningen of appartementsgebouwen niet altijd toegestaan om een schotelantenne te plaatsen (huurcontract / vereniging van eigenaren).

Ed van der Weele


Om het beeld weer recht te zetten moet je het afbuigjuk om de hals van de beeldbuis verdraaien.

Ed Plevier


Maak je maar niet al te veel zorgen. Het valt allemaal reuze mee. Daarom even een verhaaltje van vroeger: mijn ouders hadden al heel lang geleden een TV. Hun eerste toestel was een Philips met 33cm beeldbuis uit 1959. Die kostte toen wel 1.300 gulden. Die TV werd vier jaar later - nog steeds perfect spelend - ingeruild voor een "grootbeeld Philips tv" van 53cm. Het oude toestel is in die 4 jaar nooit ontstoft. Die oude tv stond elke avond aan en ook tijdens het kinderprogramma op woensdag- en zaterdagmiddag. Daarom, als je één keer in de vier jaar jouw buizen tv schoon blaast met de stofzuigerslang aan de blaaskant van de stofzuiger aangesloten, dan blaas je alle brandbare stofjes uit je tv.  Het stof wat binnen in de tv zit is natuurlijk afkomstig uit de kamer waar de tv in staat. Ik ken mensen die elke dag stofzuigen. In de TV van die mensen zal waarschijnlijk heel weinig stof zitten. 

Hans Op den Camp

Ze vliegen niet zo maar in de fik. Dan moet hij wel helemaal vol plukken stof zitten die ook nog eens op de heetste buizen moeten belanden.

Laurens

Toch moet ik voor brandgevaar waarschuwen. Een paar jaar geleden reed ik om kwart voor zeven 's morgens de straat uit, en het viel me op dat een paar huizen verderop de gordijnen er wat "vaal" uitzagen. Toen ik 's avonds thuis kwam was het hele huis verdwenen. Dan sta je wel raar te kijken. Oorzaak: Brand door stof in het toestel. Hij stond nog in de Stand-by stand. Toch oppassen met stof dus.

Ad Blommestein

In de standby stand is de PTC van de demagnetisering vaak nog wel verhit, wat eventueel brand kan geven. Wat vaker voorkomt is een slechte netschakelaar. In de service is een hele generatie Philips toestellen van eind jaren '90 berucht door het gebruik van "Stelvio" schakelaars met slecht contactmateriaal. Het toestel gaat dan 's nachts soms spoken inclusief schroeilucht, of de zekering in de meterkast vliegt eruit zodra je de TV uitzet (vlamboog), dat soort verschijnselen. Bij een K6 t/m K12 had je zulke ongein niet, met de mooie open schakelaarconstructie van een plaatje pertinax in een metalen beugeltje.

Maarten Bakker

Mijn toestel heb ik ontdaan van stof bij in gebruik nemen nadat hij tientallen jaren onder een laken had gestaan. Maak een tv schoon als je hem repareert of je hem voor het eerst opstart verder niet. Vooral de lijneindtrap met een kwastje goed stofvrij maken. Verder maak ik altijd de buizen schoon. Zeker als het een doorrookt toestel is. Als de buizen warm worden gaan ze stinken naar rook na schoonmaken niet meer. Hoe minder je erin rommelt des te beter. Verder moet je zo'n oud beestje nooit onbeheerd laten spelen. De mijne speelt iedere week een aantal uren en na gebruik dek ik het toestel af met een laken. De hoeveelheid stof na een jaar intensief spelen valt hard mee.

Martin Deubel

Stof en kortsluiting zijn de meest genoemde oorzaken voor brand. Toch is dat meestal niet de oorzaak. Een kortsluiting is een heel lage weerstand en daarin kun je geen vermogen ontwikkelen bij maximaal 16 ampère. Vaak is het overgangsweerstand, en in het ongunstigste geval wordt daar meer dan 3.000 Watt warmte ontwikkeld en dat brandt wel. Het stof in een tv mag dan veel lijken, het is te weinig om het toestel te doen vlamvatten. Ik denk dat je het zelfs met een brandende kaars niet aankrijgt. Zeker bij de oude toestellen zit de plastic bedrading onder het chassis. Overigens verzamelen tv's het meeste stof als ze op een slaapkamer vertoeven.

Een oorzaak van vele branden was in de jaren 70 was een gele lichtnetcondensator, die zelfs de naam "gelbe Bombe" kreeg in Duitsland. Daar was iets mee fout gegaan tijdens productie en ze moesten onverwijld vervangen worden. Oorzaak van brand is soms ook het gevolg van verkeerde reparaties, waarbij bijvoorbeeld verkeerde zekeringen worden geplaatst of weerstanden die bij een veel groter vermogen uitbranden. Netschakelaars zijn ook een zwak punt, ook nu nog. Ik heb er echter nooit een gezien waar meer dan alleen de schakelaar was verbrand. Ook kunnen sommige componenten finaal uit een print branden, maar of het toestel dan ook in de hens gaat? Toch is het niet verstandig om toestellen op standby te laten staan, of zonder toezicht te laten werken. Als je zegt dat de kans op brand een op een miljoen is, dan is dat erg weinig, maar wel heel vervelend als dat toestel in jouw kamer staat.

Henk Roovers


Ik heb hetzelfde probleem gehad en kon het niet over mijn hart krijgen om 'm te slopen. Dus op Marktplaats gezet voor een bosje bloemen. In andere gevallen sloop ik alleen als het echt niet anders kan. Zelfs als het je alleen nog maar om de onderdelen gaat is het vaak toch handiger om het hele apparaat te bewaren. Je hoeft geen keuze te maken wat te bewaren, de onderdelen zitten op een vindbare plek en blijven beter heel dan wanneer je ze los in een doos bewaart. Plano's b.v. zijn beter stapelbaar dan plano-chassis. Goed slopen kost bovendien tijd.

Rob Krabbendam

Mijn hart doet pijn als ik lees dat de 280 werkelijk gesloopt gaat worden. Ik heb er sinds enkele maanden ook één, dank zij dit Forum. Een onderdelendonor zou altijd wel welkom zijn. Daarom, wacht nog een paar dagen alvoor je hem sloopt, misschien daagt er nog iemand op die hem over wil nemen.

Eddy Bellinckx

Nou alles wat jij kunt gebruiken. B.v. een beetje mooie weerstanden er uit halen omdat oude weerstanden beter staan in een oude radio dan nieuwe. De tuner er uit, stekker. Je zou het hele chassis, bediening en luidspreker eruit kunnen nemen. Ook potmeters, knoppen, lijntrafo en sommige puntcontact germanium diodes komen wel eens van pas. Het afbuigjuk en alles waarvan je denk het nog eens nodig te kunnen hebben en dat niet zomaar voor het oprapen ligt, zou ik er gewoon uit halen. De glasplaat kan ook wel eens van pas komen al is het maar voor een bijzet tafeltje. Van mijn vele tv-glasplaten heeft mijn pa ooit een mooie vitrinekast gemaakt.

Ga trouwens bij het slopen ook een beetje te werk van hoe zit het in elkaar. Kan ook leerzaam zijn zo'n sloop project. 

Maurice Hamm, Kees van Dijke



  • Als ik mijn Philips TX400 uitzet verschijnt er gedurende een aantal seconden een heel helder wit vlekje op het scherm. Sommige mensen beweren dat dit op den duur inbranden van het scherm oplevert.
    Volgens hen zou de spotmeting niet in orde zijn.

(afb.: Lammert Bonenberg)

 

Bij de eerste televisies (1951-1956) was er indertijd nog geen lichtstip-onderdrukking. Omdat er nog hoogspanning is en de afbuiging wegvalt komt er een witte stip. Dit verschijnsel was tot 1956 heel normaal en heeft vrijwel geen ingebrande beeldbuis tot gevolg gehad. De ingebrande beeldbuizen (horizontale streep of stip) waren een gevolg van een defecte afbuiging toen er nog geen koppeling was tussen het wegvallen van de afbuiging en de aansturing van de beeldbuis.

In de latere toestellen heeft men een koppeling aangebracht tussen rastersignaal en de hoogspanning welke tot gevolg had dat er een tijdelijke aanpassing gemaakt diende te worden om hoogspanning te krijgen en dat je dan pas kon zien dat de raster-afbuiging (verticale streep) was uitgevallen. Wat je m.i. kunt doen is de gloeispanning van de BB eerst afschakelen en na twee minuten de rest.
Zodoende blijft het toestel redelijk origineel. Ik kan me niet herinneren dat er in de servicedocumentatie iets over een modificatie stond. 

Rob v.d. Schoor

Het principe is dat bij wegvallende voedingsspanning het kanon maximaal wit gestuurd wordt teneinde de hoogspanning te ontladen. Daarom geeft iedere tv zo'n prachtige flits bij het uitzetten. Bij de TX400 wordt dit op redelijk eenvoudige wijze bereikt. Als de beeldbuis te weinig emissie heeft lukt het ontladen natuurlijk ook niet meer en meestal is dit dus ook de oorzaak. Als je vindt dat het contrast en helderheid nog voldoende is zou ik het er zo bij laten. Misschien is regenereren een oplossing maar ook dit is niet zonder risico. De TX400 wat vaker gebruiken helpt ook. Bij mijn TX400 is de emissie nog hooguit 50% zodat ik t.z.t. opzoek ga naar een andere buis. Ik ga nog proberen de zaak te redden door de beeldbuis voor een tijdje op een hogere gloeispanning te laten gloeien dit wil nog wel eens helpen.

Henk Kramer, Chris Dagelet

De condensator tussen de Wehnelt en de +4 voedingen is voor straalonderdrukking bij het uitschakelen. De video eindbuis stuurt op de kathode van de beeldbuis. Op de Wehnelt vindt helderheidsregeling plaats. Bij uitschakelen gaat de kathode naar 0V omdat de voeding van de video eindbuis wegvalt. De condensator voor straalonderdrukking bij uitschakelen, wordt in bedrijf opgeladen en doet verder in bedrijf niets. Bij uitschakelen van de voeding trekt hij de Wehnelt naar -200V (spanning +4). De beeldbuis wordt dus dichtgestuurd. De kathode is koud genoeg tegen de tijd dat de condensator leeg is. Dus: vervangen die condensator en neem dit keer een exemplaar met voldoende spanningbereik.

Maurice Hamm


Het is handig om zo snel mogelijk aan de hand van beeldfouten te herkennen wat er aan de hand is. Of in welk gedeelte je moet zoeken. Ongezien lijkt deze fout nu op wegvallen lijnsynchronisatie. Deze staat er kennelijk een beetje naast dat ie niet zelf invalt, met wat pulsen met uit insteken antenne plug (of snel zender wisselen) valt ie dan soms nog net in. Lijnsynchronisatie is bijna altijd PCF802.
Dus buis even vervangen en kijken of het beter is. Zo niet instellingen controleren, waarvoor je servicedocumentatie nodig hebt.
In de buurt zitten ook twee2 germanium diodes, die gelijk moeten zijn. Soms door vonkoverslag in toestel zijn ze niet meer gepaard en krijg je lijn synchronisatie problemen. Als alles goed lijkt kun je ook nog de oscillator spoel proberen bij te regelen, daarmee verander je de vrijloop frequentie.

Ruud

Strepen kan natuurlijk van alles zijn. Laten we even aannemen dat het lijkt of het beeld "omgevallen"is, m.a.w. de horizontale synchronisatie werkt (nog) niet goed. Als het niet door een versleten PCF80 komt, kan het zijn de de ongesynchroniseerde lijnoscillator niet correct is afgeregeld. Normaal wordt daarvoor het synchronisatie signaal even kortgesloten en vervolgens de lijnoscillator afgeregeld op (een zwevend-) stilstaand beeld. Daarna zou het toestel van meet af aan moeten synchroniseren. De synchronisatie schakelingen van Philips waren zeer uitgekiend en hadden een groot vangbereik en tevens een klein meelopend houdbereik. Bij het wegvallen van een paar synchronisatiepulsen door storing etc, bleef het beeld toch stabiel, in plaats van terug te vallen op de nominale lijnfrequentie. Voor het afregelen kun je het beste de servicedocumentatie raadplegen. Werkt het na afregeling goed, dan hoef je niets te vervangen. Lukt het afregelen niet, of gaat het na afregelen weer fout, dan is de lijnoscillatorbuis en/of de reactantiebuis en bijhorende onderdelen verdacht. De beide genoemde buizen zijn jarenlang verenigd in een PCF80. Dat zal bij dit toestel ook wel zo zijn.

Volgens mij is de 21TX281 een universeeltoestel, dat ook nog afgeregeld kan worden op 819 lijnen. Die zenders zijn er niet meer maar dat kan uitstekend gebeuren met een frequentieteller. Volgens mij staat het toestel zonder signaal op 819 lijnen en bij ontvangst van een CCIR zender automatisch op 625 lijnen. De documentatie beschrijft een iets andere methode, maar die komt uiteindelijk op hetzelfde neer.

Henk Roovers

De raster- en lijn-terugslag onderdrukking worden gezamenlijk aangeboden op pin3 van beeldbuis. De rasterpuls komt uit aparte wikkeling rastertrafo en gaat via een condensator naar beeldbuis. De lijnpuls gaat via diverse hoogohmige weerstanden naar beeldbuis.
Dit zijn vrij forse pulsen. Dus als raster niet goed werkt, is terugslagpuls ook niet goed (strepen in beeld, meestal boven in beeld tot halverwege). Controleer ook of er boven in beeld ook soms wat vervorming in beeld is. Dit wijst er dan op dat fout uit rastertrap komt.

Je hebt minimaal multimeter nodig. En voor controle van pulsen een scoop. Als je dit niet bezit wordt het lastig. Je zou eventueel beide kathode elco,s bij B21 (ECL85), C206/207 (100u) preventief kunnen vervangen. En anders wordt het toch meten.

Tip is ook om de PCL85 te vervangen. Beide buizen hoeft niet. De meest rechtse PCL is de rastereindbuis, de andere is geluid
Je kunt ze wel even om wisselen. 

Aangezien de strepen voor de helft op beeld zichtbaar is, moet de oorzaak naar mijn mening in raster trap zitten. Als G2 niet in orde is moet het over hele beeld strepen zichtbaar zijn. Naar rastertrafo loopt van uit lijntrafo een netwerk waar lijnpuls aan trafo
wordt toegevoegd en komt dan via trafo bij triode kathode terecht. Deze fout moet je zoeken in raster eindtrap. Meestal PCL85 of PCL82 bij Philips apparaten. Controleer allereerst kathode elco bij zowel triode/ pentode deel v.d buis

Ton Mijnster

De rasterterugslag onderdrukking werkt waarschijnlijk niet goed meer. Dat kan door een condensator zijn die verlopen is. Ook kan het afknijppunt van de beeldbuis verkeerd ingeregeld zijn. De G2 spanning is dan te hoog. Controleer ook het DC niveau op de kathode van de beeldbuis.

Henk Roovers


Als je de draad doorknipt die de betreffende relais aanstuurt, dan schakelt deze niet meer onnodig. Dezer dagen is dit van geen belang meer omdat het omzetten van de lijnen nu niet meer hoeft. OK, het is misschien niet de brave of correcte oplossing, maar wel effectief. Hangt er maar van af of originaliteit op dit gebied voor jou van groot belang is of niet. Ik kreeg destijds de fout niet opgelost en heb toen het relais maar continu uitgeschakeld door die draad af te koppelen: probleem opgelost.

Pol

Normaal staan dit soort toestellen op 819, pas als er een 625 lijnsync. wordt gedetecteerd hoor je een relais schakelen en wordt 625 weergegeven. Met behulp van de kanalenkiezer kun je dan weer schakelen tussen E,B en F. In dat geval worden een aantal zaken omgezet zoals geluid (AM/FM) en beeldweergave (pos/neg). Van fabriekswege is de kanalenkiezer zo ingesteld dat hij op de in Zuid Nederland te ontvangen NL, B en Fr kanalen vanzelf op het goede systeem staat. Voor aansluiting op kabel zal e.e.a. omgezet moeten worden vanwege omzetting kanalen.

Met deze toestellen is het mogelijk naar het Franse systeem op UHF te kijken in Z/W, zet de VHF kanalen kiezer op een kanaal dat in B systeem weergeeft. Dat is 625 lijnen met positieve videomodulatie  en AM geluid.

Probeer in jouw geval ook eens de VHF kanalen kiezer te verdraaien, terwijl je afstemt op een UHF kanaal, daardoor wisselt het systeem en gaat het wellicht wel goed.

Ruud


Op de site: http://www.bealecorner.com/trv900/respat/ staat een verhandeling over het gebruik van het oude bekende testbeeld zoals de ouderen onder ons zich uit de zwartwit-tijd herinneren. Je kunt daar o.a. een groot bitmapkaartje (1440x1086 pixels) van het testbeeld downloaden, maar ook in vector formaten, zodat schalen naar ieder gewenst formaat mogelijk is.

Otto Tuil


De trafo kan los staan, mogelijk als hij weer goed vast staat is het euvel weg. Ook heeft hij vier bouten die met de tijd wat los kunnen zijn gekomen. Kijk eens of je deze wat vaster kunt draaien. Vergeet niet dat eigenlijk een trafo is in een redelijk forse geluidseindtrap. Alleen de frequentie is 50 Hz en dat ratelen hoor je, een goed teken dus. Immers de rastertrap zorgt voor de afbuiging van de elektronenstraal van de beeldbuis en wordt aangestuurd door een zaagtandspanning van 50 HZ. Je hebt net als bij een luidspreker een forse stroom nodig door het afbuigjuk. Door de buis wordt een te lage stroom geleverd dus gebruik je een trafo om dat om te zetten. Tegenwoordig wordt dit gedaan met een audio IC zonder trafo. De rastertransformator van de tv hoort een brommend/tikkend geluid te maken. En je geeft aan dat je gewoon beeld hebt, dus volgens mij is er niets ernstigs aan de hand.

Toine Segers, Pieter de Korte, Philip van Apeldoorn

Dergelijke trafo's zijn in epoxyhars gegoten. De lamellen zijn zodoende afgewerkt en er ontstaat een degelijke huis om de trafo te monteren. Door temperatuur verandering of een barst in de kunsthars kan er bijgeluid optreden. Opnieuw ingieten, lost het mogelijk op.

Kees Koren

Vaak zitten er barsten in de compound waarmee de trafo is ingegoten. De kern gaat hierdoor ratelen en dat hoor je. Wanneer je de trafo opnieuw ingiet is het probleem opgelost. Een Philips 19TX330A had ook een ratelende rastertrafo, ook zo'n half ingegoten exemplaar. Ik ben begonnen met de trafo van het chassis te halen. In het gietstuk zaten een aantal barsten, waardoor het blik enigszins los kwam te zitten. Dit veroorzaakte het ratelende geluid. Gerepareerd door alle kieren te vullen met poyurethaan lijm en tijdens het drogen (24 uur) het geheel op te spannen met een stevig stuk ijzerdraad. Inspuiten met lak wil soms ook wel eens helpen.

Martin Deubel, Henk Roovers, John Hupse, Martin de Ruiter


 

(foto: Jarno)

Zwart/wit tv,s en video,s gaan niet altijd samen...DVD en buizenbakken wil meer dan uitstekend. Het beeld trilt altijd iets...doet ie bij mij ook...toch zit ik een mooi strak testbeeld zonder fouten....ben je toevallig een 100hz tv gewend? Zo ja, dan trilt zo'n oude buizen-zwart/wit behoorlijk. Vervanging van de rasterontkoppelelco heeft alleen zin als je veel lineaire vervorming hebt die je met de lineariteitsregelaar niet weg krijgt. En als de instelling van de PCL85 of ..82 goed is. Natuurlijk moet de buis zelf ook goed zijn.

Martin Deubel

Mijn tv heeft ook last van een trillerig beeld. En ik krijg het ook niet stil. Soms trekt de bovenste tien centimeter van het beeld scheef naar rechts, soms het midden. Soms verschuift heel het beeld een centimeter of tien naar beneden, aan de bovenkant komen dan onderbroken witte lijnen op het scherm. Meestal is het beeld goed maar de tv doet dit met tussenpozen, en dat is wel storend.
Ik heb al eens de ontkoppelelco 100 µF van de eindbuis van de raster-eindtrap vervangen. Daarna ging het een tijdje beter, nu zijn de problemen echter weer terug. Maar ik heb al zoveel geprobeerd, dat ik de moed opgeef en die gebreken er maar bij neem.

Francesco

Probeer eens voorzichtig het spoeltje van de lijnoscillator te verdraaien. Als de vrijloop frequentie dichter bij de aangeboden frequentie zit heb je kans dat het beter gaat, er hoeft dan namelijk minder gecorrigeerd te worden. Als er meer problemen zijn op één of een aantal zenders, lijkt het erop dat sync. scheider misschien niet helemaal goed werkt, meestal door slijtage van een buis.
Dat vergt volgen van de signaal traject met een scoop. Ook de afstelling van de modulatoren bij de kabelboer die lang niet altijd goed staan kan een oorzaak zijn.

Ruud

Pas ook op voor de borgwas. A;s je teveel kracht moet zetten laat er dan een oordruppel (ja je leest het goed) inlopen. Dat heb ik met succes gebruikt bij de MF trafo's en ratiotrafo van mijn Philips B6X72A. Na een half uurtje kun je de kern soepeltjes maar niet te soepel draaien. Ook na enkele maanden is de was nog steeds soepel en is naregelen goed mogelijk.

Martin Deubel



Bij TV's geeft het eerste cijfer de beeld-diamater (in Engelse duimen) aan. De eerste letter het model C=console, T=tafelmodel. De tweede letter geeft weer herkomst aan *). De logica in de volgende cijfers is echter niet gelijk aan radio's (dus geen jaartal te achterhalen).

*) zie codering

Otto Tuil, Henk van den Broek


(foto's: Matthias Meijer)

De boostercondensator (foto links) vond ik er verdacht uitzien: er was spul uitgelopen. Verder heb ik nog de lijntrafo losgehaald en die primaire wikkelingen op kortsluiting of breuk gemeten. Voor zover ik het uit het schema kan opmaken lijkt dat in orde; de verschillende wikkelingen meten een paar Ohm, dus geen kortsluiting of onderbrekingen. Ook heb ik nog diverse weerstanden aan de achterkant van de hoogspanningskooi doorgemeten, en die lijken ook in orde. Het gebrom zou afkomstig kunnen zijn van die andere transformator (foto rechts); daar is het plastic omhulsel gebarsten.

De boosdoener die de gloeidraad van de PL36 doet sneuvelen zit achter op de hoogspanningskooi (zie foto).

(foto: Hugo Sneyers)

Een goede raad kan ik je ook nog geven: haal de hoogspanningstrafo uit je tv en leg hem een paar weken op een goede warme verwarmingsradiator zodat er zeker geen vocht meer in zit. Doe je dat niet, dan ben je gegarandeerd binnenkort op zoek naar een andere trafo.

Hugo Sneyers

Als ik een oude TV terug heropstart, kijk ik eerst de volgende zaken na:

  1. de hele prul afstoffen met een penseeltje, en de beeldbuis met een doek;
  2. kijken of alle buizen het juiste type zijn en op de juiste plaats zitten;
  3. sowieso de zwarte boostercondensator vervangen; let wel de vervangcondensator moet een pulse vast type zijn, deze zijn bij Philips verkrijgbaar, ik geloof dat het typenummer met 2222 begint. In waarden van 1600 V, de oranje MKP-condensatoren;
  4. een visuele inspectie, op verbrande weerstanden, gesmolten was, brandplekken, soldeerbreuken, e.d. Dit kan je op voorhand veel ellende besparen;
  5. de voedingselco's op sluiting meten;
  6. voordat je het toestel opstart, plaats je best een weerstand van 10 of 12 ohm , 10 Watt, in serie met de netleiding. Dit om de aangeboden netspanning van 230 V te verlagen naar 220 V. 4% meer netspanning zorgt voor ongeveer 7 tot 8 % meer hoogspanning; op 16 kV geeft dit 1200 V meer en dit kan net genoeg zijn om doorslag te veroorzaken. En de HS trafo's zijn moeilijk te vinden.

Francesco

De rastertrafo laat zich prima met polyesterhars (araldit) repareren. 

Martin Deubel

Er zijn tenminste twee condensatoren lek. De ontkoppel C in de gloeidraad leiding van de PL36. Die moet je eerst vervangen voor je er een andere PL in doet, anders brandt de gloeidraad weer door (daar komt door de sluiting de hele 230 V op te staan). Zoals je zelf al aangaf is de Booster C defect, ook een teerdotje. Dat verklaart het plotseling uitvallen met lichtstip. Gebeurt vrijwel altijd met die oude dingen die een tijd niet hebben aangestaan.

Ruud

We gaan er even vanuit dat de PL36 het zwaar gehad heeft. De betreffende teerdotten ga je al vervangen en dat is goed. Je vindt ook twee flinke elco's achter op het chassis. De zaak los halen en de elco's op lekkage controleren. 

Met een serie weerstand op een zo hoog mogelijke voedingsbron zetten liefst ergens rond de 50V. En de stroom meten, zo loop je alle pennen af. Meestal zitten er 3 of 4 in 1 behuizing. De stroom moet zakken tot zo ergens onder de 1 mA. Elco's lekken altijd ietsjes in de uA. Gewone condensatoren niet zoals die teerdotten heel vroeger waren. De regel, zie je zo'n zwart teer ding, dan vervangen, je hoeft ze niet eens meer te gaan meten, stuk zijn ze in 99% van de gevallen.

Controleer ook even de diodes van de voeding. Bij het later weer onder spanning zetten kun je ook de rimpels bekijken. Dan de PL36.
Bekijk het schema en je ziet dat er diverse condensatoren bij de gloeidraden staan gemonteerd. Indien er één lek is, is de gloeistroom heel hoog en zal er dus één of meer buizen de geest geven. Controleer dus alle buizen op gloeidraadbreuk, sluiting naar kathode (dat kan ook defecten geven) en ook de betreffende condensatoren op lekkage testen.

Elders in Tips & Trucs vind je hoe je dergelijke C's kan testen op lekkage.

Maurice Hamm


Ik had hetzelfde probleem met de terugslag/teletext lijnen met mijn Philips TX500. Nu heb ik na veel experimenteren een C weggelaten in het terug koppel circuit van de horizontale afbuiging, het was C151 of C153. Ik heb het helaas niet op mijn schema aangetekend destijds, dus zou ik hem moeten openmaken om het zeker te weten..... Als je nu de C weglaat kun je met de sync regelaar de lijnen net buiten beeld krijgen.

Paul Welther

Bij elektronicazaken zijn zogenaamde Macrovision decoders te koop. Deze apparaatjes zijn ontworpen om de kopieer beveiliging van VHS banden en DVD's te omzeilen. Een bij-effect is dat ze ook de teletext informatie verwijderen en vervangen door zwart. Resultaat is dus een mooi beeld op een oude TV! Ik gebruik deze dingen al jaren met groot succes op mijn televisies samen met een VHF modulator. Prijzen van de decoders liggen tussen de € 40 en € 100.

Eric van Staveren

Wat je bovenin ziet zijn teletext-lijnen. Toen de Philips TX400 ontwikkeld is, was er een flinke tijd nodig voor de blanking van het videosignaal om (voor de deflectie) de afstand verticaal over het scherm te overbruggen. Daar was de video-inhoud van het signaal dus: zwart.

Later is het mogelijk gebleken die vertical sprong (terugslag) sneller te maken en werd de ruimte (tijd) die eerst voor die terugslag nodig was (en dus "zwart" was) nu beschikbaar om extra informatie over te zenden. Door de snellere terugslag (de elektronenstraal was nu immers al buiten beeld) kon men dus in plaats van zwart nu iets anders meesturen zonder dat dit zichtbaar is. De TX400 is voor wat betreft terugslag "traag" en laat dus die informatie wel zien. Op het moment dat de teletext-lijnen beginnen is de defelectie nog niet buiten de normale beeldruimte. Als je bij een moderne tv de beeldhoogte lager draait, zie je ook de teletext informatie in de lijnen die (normaal) buiten beeld vallen.

Probeer maar eens een signaal uit een signaalgenerator op de tv te zetten. Dan zouden de terugslaglijnen bij de TX400 niet meer zichtbaar moeten zijn. Waarschijnlijk is het met een videorecorder ook al een flink stuk minder.

Jac Janssen


De DY 86/87/802 kun je omwisselen. Ze zijn allemaal voor 110° beeldbuizen. (DY86 voor AW53-80 ; DY 87 voor AW59-90 en DY802 voor A 59-xxW (beschermd ; eisen geen voorruit). Dus kun je een 802 zetten in de plaats van een 86 of 87. In principe niet omgekeerd want de recentste beeldbuizen waren meer eisend (14 kV, dan 15/16 kV en dan 18 KV). Maar in de praktijk... werd de ene voor de andere gebruikt. Ik heb volgenden verschijnsel gehad : je zet een 86 in plaats van een 802. Daardoor is de hoogspanning te laag en het beeld wordt groter (de gevoeligheid van de deflectie vermindert met de spanning en omgekeerd), maar je kun niets verkeerd doen.

Michel Rentmeesters

Het belangrijkste verschil in de DY802 is een mechanische verbetering: de anode is met 3 metalen staafjes met de topaansluiting verbonden. Bij de DY86/87 was dit 1 staafje. Het gebeurde n.l. regelmatig dat de anode "losliet" of scheef zakte. Ook kan de DY802 iets meer spanning / stroom hebben

Peter


Zie onderstaand artikel.



Maurice Hamm


Alle oudere Philips toestellen zijn ontworpen voor een netspanning van 220 Volt met een variatie van plus of min 10%. Spanningsvariatie mag dus liggen tussen 198 en 242 Volt voor normaal functioneren. Weerstanden in een netsnoer zijn volgens mij weinig zinvol gezien de stromen die daardoor lopen. Zoals opgemerkt door anderen is alleen een variac zinvol wanneer je precies op de ontwerpspanning van 220 Volt wilt gaan zitten. De tegenwoordige netspanning is 230 Volt, althans dat meet ik bij mij. Dus nog geen 240 Volt. Eerst even netspanning meten dus alvorens maatregelen te gaan nemen.

Herman Wolters, Frans Hamer


Ik heb die dingen vaak gerepareerd en meestal is het gewoon soldeer breuk. Je ziet het vaak niet eens. Goed kijken dus.

Arjen v. S

Er kan niet veel kapot in zo'n T.V., maar je moet wel opletten op die condensator, die over de hoogspanningstor (2X BU108) hangt. Als die kapot is gaat gaat de beeldbuis er ook aan (9500 pF 2 kV). Als de voeding staat te hikken moet je de cascade van de hoogspanning los maken en dan weer eens proberen. Start hij wel meteen op dan is de cascade kapot (wel zorgen dat het draadje van de hoogspanning niet iets anders kan raken). Als dat het geval zou zijn moet je eens kijken of er zo'n grote groene condensator over de hoogspanningstor hangt. Als dat zo is, deze ook vervangen. Als het een 201 is, kan het zij dat ie uit twee condensators bestaat.

Jan Duymelink

Ik zou zeker de groene condensator onder de lijntrafo vervangen. Deze gaan vaak stuk als de tv een lange tijd stil heeft gestaan. Dit is de booster condensator (zie elders in dit hoofdstuk).  Ik zou de tv ook niet meer aanzetten tot je dit onderdeel hebt vervangen. De hoogspanning kan te hoog oplopen met alle gevolgen van dien.

Marcel van Grinsven


Als de lijnen meteen fors minder worden bij het verlagen van het contrast kan het storing zijn veroorzaakt door de teletextlijnen in het antennesignaal. De lijnen zie je dan bijvoorbeeld niet op het scherm als je een dvd-speler oid op de tv aansluit via een modulator.Mochten het teletextlijnen zijn die storing veroorzaakt draai dan gewoon even het contrast iets terug.

Martin Deubel

Kennelijk werkt de verticale terugslagonderdrukking niet voldoende. Er gaat vaak een signaal van de rasteruitgang naar het eerste rooster van de beeldbuis, waardoor deze kortstondig afgeknepen wordt. Het ligt voor de hand dat er een weerstand fors verlopen is, of wellicht een condensator capaciteitloos. Een andere mogelijkheid is, dat de raster amplitude niet meer gehaald wordt door een versleten raster eindbuis. Ook dan kunnen er terugslaglijnen optreden.

Henk Roovers


Dat de hoofdzekering (Z1 in het schema) na vervangen nog steeds doorslaat, duidt op:

  1. kortsluiting in de gloeidraadketen of
  2. kortsluiting in de trafoloze LF-eindtrap.

De rest van de schakeling is gezekerd dmv de zekeringen Z2 en Z3. Wat reeds in mijn tijd het geval was is dat condensator C1 (100k) tussen de gloeidraden van de buizen B16 en B17 van de lijneindtrap was kortgesloten, wat bovendien in vele gevallen gepaard ging met vroegtijdig overlijden van de lijneindbuis B16 (= PL500). Of indien de fase van de netspanning andersom was aangesloten van de boosterdiode B17 (= PY88) (deze buizen beginnen schaars te worden). Ik zag het nut niet van C1 dus knipte ik hem eruit. Ook condensator C11 de zgn. "ratelcondensator" werd verwijderd gezien de anode van de LF-buis B4p wordt voorzien van spanning +1 met hier op een rimpel van 32 V. Condensator C1 zit gemonteerd onder de rastertrafo. Na openklappen van het chassis. Terwijl condensator C11 op de montageplaat zit aan de zijkant van de kast, met de diverse knoppen voor geluid, contrast enz. Dit is een eenvoudig toestel en uitstekend geschikt als leerobject. De boostercondensator is C125 (22k-1250V) de boosterspanning (aanwezig op pen 7 van de lijntrafo) ligt rond 880V. Tegenover aarde en de boosterspanning dient deze in dit toestel slechts voor focussering van de beeldbuis. Op het eerste gezicht lijkt er geen schermrooster weerstand voor de lijneindbuis B16 aanwezig te zijn. Maar die is er wel en zit in het voedingcircuit onder R142 (2k2), terwijl er geen anodeweerstand aanwezig voor de LF-buis B4P. Wees voorzichtig met metingen in de trafoloze LF-eindtrap met hoge en levensgevaarlijke spanning op de speaker. Het kan gebeuren dat elco C45 gaat ontladen. De negatieve rooster spanning op pen 1 of 2 van de lijneindbuis B16 rond 50V dient te zijn bij een goed werkend toestel. 

Hein Ros

Staat er een onstoorcondensator over de gloeidraad van de PL 500 naar chassis toe, en is dit een teercondensator, dan vervangen. Deze gloeidraad staat namelijk meestal als de eerste in de rij (afhankelijk van hoe de stekker insteekt natuurlijk), en bij doorgeslagen condensator krijgt de PL 500 de volle netspanning op zijn gloeidraad en brandt dus door.

Francesco


Terug naar de inhoudsopgave


(04-03-2011 )