|
Nederlands Forum over
Oude Radio´s |
|
|
Philips (algemeen) |
Overzicht
|
|
Op de site van Karel de Reus onder "audio aansluitingen" staat een uitgebreid overzicht van dergelijke aansluitingen. De platte vijfpolige connector evenals de beroemde Philips 800 ohm stekkers en chassisdelen zijn nog op voorraad bij Radio Service Twente in Den Haag.
J. van Schaik, Hugo Welther
De aansluiting van de vijfpolige brede connector is als volgt. Als je er van voren tegenaan kijkt zie je dat er drie pennen vlak liggen, en pen 1 en 4 staan daar haaks op. Voor stereo is pen 1 de massa van het linker kanaal, pen 2 het signaal van links, pen 3 de centrale massa (dus aan het metalen deel van de connector solderen), pen 4 is signaal van rechts, en pen 5 de massa van rechts. Voor mono gebruik je alleen pen 1, 2 en 3.
Willem van der Most
Sommige toestellen hadden een "Philips bijnaam". Deze namen zie je ook in de Staleman staan. Voorbeelden van zulke namen zijn: Nocture, Rondo, Sonate, Ouverture, Fuga. De bijnamen als puntje, hammetje, orgeltje en hondenhok zijn bedacht door het publiek. Het komt ook voor dat een Philips toestel in Nederland een andere Philips naam heeft dan in bijv. Frankrijk/België. Dit was niet altijd een één op één vertaling van elkaar.
Otto Tuil , Mario
Na wat geblader in de Staleman kom ik nog tot de volgende publieksnamen voor Philips toestellen:
2511 | broodtrommel | 836A | arbeiderskastje |
2531 | kleine broodtrommel | 536A | muziektempel |
2514 | roggebroodje | 470A | zonnetje |
2534 | koektrommel | 990X | vlaggenschip |
930A/932A | puntje, puntmuts, kapelletje | 37A | luistervink |
630A | grote lentebode | BX360A | plank, klaagmuur |
634A | lentebode | BX370A 1 | kompasje, kleine zonnetje, |
636A | kathedraal | BX370A 2 | bibberschaal |
834A | paasei, ham | 2003/2007 | pannenkoek |
De namen Concerto, Fuga, Polonaise, Fantasia, Symphonie, Berceuse, Ouverture, Rhapsodie, Barcarolle, Prelude, Nocturne, Ballade, Rondo en Philitouring zijn officiële Philips-namen, want die toestellen werden in de fabrieksfolders al zo genoemd.
Ben Koehorst
En in aanvulling hierop:
2501 | roggebroodje | TX400/500 | hondenhok |
2502 | roggebroodje | TX594 | hondje |
2524 | roggebroodje | 2025 | orgeltje |
830A/C | kattenklauw | 2003, 2007 | schaal/ pannenkoek |
Michiel van der Smeede
En, maar misschien zijn deze (uit de volksmond) namen ook nog wel streekgebonden, zoals ook een en hetzelfde woord in de verschillende dialecten meerdere betekenissen kan hebben.
830 | paasei (of hamblik) | 2637 | zevenkantje |
834 | hamblik (of paasei) | 156 | timmermans kistje |
964A | vlindertje | l.s. | zevenkantje speakertje |
BX373/370 | kompasje | 636 | kathedraal |
Ben Dijkman
(foto: Mario van der Lugt)
De LS345B (rechts op de foto) is in Zweden ontworpen en gemaakt door Philips
vanaf 1955. Het is een buizen portable met de DK96, DF96(2), DAF96, DL96. LG en
MG in een band inductieve afstemming. Voeding door 90V and 3x1,5V batterijen.
Het andere toestel is waarschijnlijk een later model van dezelfde radio.
Rolf Zetterberg
Er zijn enkele sites waar wat over dit onderwerp is geschreven, zoals op de site van Maurice Hamm en op die van Rob's Old Radio Collection.
Rob Krabbendam
Een veel gehoorde opvatting is dat Bi-Ampli in feite alleen een marketing truc was. De enige radio's die volgens het echte Bi-Ampli principe werken waren de radio's die een aparte versterker hadden voor lage en hoge tonen. Deze versterkers hadden ieder een eigen luidspreker, die net als de schakeling zelf, geoptimaliseerd is voor de frequenties waarin ie zijn werk doet. Als voorbeeld is hier te noemen de Philips BX998A. Hierbij is het zeer duidelijk dat de lage tonen door een totaal andere versterker gaan dan de hoge (2x PL81 t.o.v. 1x EL84), met dienovereenkomstig een enorme speaker voor de bassen en gewone speaker voor de trebles.
Evenals de BX998A waren de BX750 en ook de BX640a "echte" Bi-Ampli's, dat wil zeggen ze werken volgens het concept van aparte lage- en hoge tonen versterking. Bij de OTL eindtrap (800 Ohm) is sprake van slechts 1 versterker die het hele spectrum bestrijkt. Dat op deze toestellen Bi-Ampli stond klopt dus technisch gezien niet.
De latere toestellen met stereo geluidsversterking kun je met wat goede wil weer wel onder Bi-Ampli plaatsen. Alleen wordt daar de oorspronkelijke bedoeling ook grof geweld aangedaan. De versterkers en luidsprekers zijn immers volkomen aan elkaar gelijk (moest wel i.v.m. stereo). In de mono stand krijgt het ene kanaal het normale signaal, bij het andere kanaal worden de hoge tonen afgesneden. Nogal gekunsteld dus.
Zo zie je dat Philips een aanvankelijk marketingsucces toch heeft weten uit te buiten, Bi-Ampli is van begin tot eind uitsluitend van toepassing geweest op de luxere radio's. In latere jaren niet meer volgens het oorspronkelijk systeem maar meer als "kwaliteitskenmerk". Want ondanks dat de OTL trap het minst lijkt op het Bi-Ampli systeem, komt daar toch het beste geluid uit.
Wouter Nieuwlaat
De reden waarom Bi-Ampli beter klinkt is doordat je de frequentiegebieden scheidt en daardoor veel minder last hebt van intermodulatie, dat hoge en lage tonen met elkaar mengt en bijproducten produceert. Als je het nog beter wilt doen moet je het hele geluidsspectrum splitsen in allemaal frequentie gebieden die niet groter mogen zijn dan een octaaf. Dan voorkom je ook de hele hinderlijk tweede orde vervorming. Bij professionele studio apparatuur van die tijd is dit toegepast, de zogenaamde Multi-Ampli systemen.
H.Tan
Bijcoderingen van Philips radio's geldt het volgende (zie ook de site van Gerards Radio Corner)
De codering van oude types is:
1 | letter = | type radio (meestal B wat een tafelradio aanduidt) |
2 | cijfer = | luxe klasse |
3 | letter = | land van herkomst (X = Benelux) *) |
4 | cijfer = | laatste cijfer jaartal (dus 4 is 1964) |
5 | cijfer = | volgnummer (hoewel daar wel wat meer info inzit dan alleen een nummer) |
6 | letter = | type voeding (meestal A voor wisselspanning) |
(Tussen 1946 en 1955 waren "2" en "3" omgedraaid).
*) Zie onder typenummers.:
De nieuwe codering is:
1 | twee cijfers = | fabriek van herkomst (22 is gelijk aan de oude X) |
2 | letter = | iets van eerste drie cijfers jaartal (B = 196X, A = 197X) |
3 | letter = | type radio (B is weer tafelradio) |
4 | cijfer = | luxe klasse |
5 | cijfer = | laatste cijfer jaartal |
6 | cijfer = | volgnummer |
Deze codering is geen wetmatigheid, en er zijn uitzonderingen.
Hier nog wat Philips lettercombinaties:
RB | tafelradio’s 1966-1975 |
RH | tuners en Versterkers 1966-1975 |
RL | portable radio’s 1966-1975 |
RR | portable radio/cassetterecorders 1966-1975 |
AF | platenspelers 1976-1985 |
AH | versterkers, tuners en tuner-versterkers 1976-1985 |
AL | portable radio’s 1976-1985 |
AR | portable radio/cassetterecorders 1976-1985 |
N | bandrecorders en cassetterecorders (N22xx: portable cassetterecorders, N24xx cassettedecks met ingebouwde eindversterkers, N25xx: stereocassettedecks zonder ingebouwde eindversterkers) |
Let op dat er altijd toestellen met afwijkende coderingen kunnen bestaan.
Henk van den Broek, Otto Tuil, Gerard Tel
Gegevens van Philips componenten kun je vinden op de website van Frank Philipse
Frank Philipse
Het is te doen met een goede scan en een goede printer. Op zo dik mogelijk
papier printen en vervolgens met vrij dikke lak een glazuurlaag maken. Heel erg
secuur. Eerst de scan uitknippen en de randen donker maken. Heel goede
resultaten zij er mee te halen.
Ben Dijkman
Een jaar of 30 geleden kreeg ik de vraag of voor een congres mooie badges te
maken. De badges zelf waren aanwezig, mooie messing plaatjes met het geëmailleerde
logo erop, maar daaronder moest met duidelijke letters de naam worden gezet.
Omdat het congres een week duurde moest de naam er ook niet na een dag
afgewreven zijn. Na enig experimenteren kwam ik tot de volgende oplossing: een
strookje zwaar papier met daarop de naam in wrijfletters (computers en printers
waren er nog niet) en het geheel afgedekt met enkele lagen blanke nagellak. De
nagellak vormde een bolvormige afdekking van het naamplaatje, zodat het geheel
er heel goed uitzag.
En dat het ook langdurig bleef zitten zag ik ongeveer een maand geleden. Toen
kwam ik de badge weer tegen in een rommelbakje. In de zelfde staat als 30 jaar
daarvoor.
Ed van der Weele
De types: FX612A, FX614A en FX714A hebben een voorbereiding, verder de HX511, BX610 en de BX700. Echter BX700A was geen radio met voorbereiding op FM inbouw. Deze radio ging een stapje verder, er zat zelfs standaard reeds FM ingebouwd. De BX700A is de allereerste radio van Philips die in Nederland en Belgie werd verkocht met standaard FM ingebouwd. De FM in deze radio is niet ingebouwd dmv een extra module, maar wel vast bij op het chassis.
De kwaliteit van de FM ontvangst van deze Radio laat eigenlijk best te wensen
over. Gezien deze ontvanger gebouwd is met componenten die helemaal niet bestemd
waren voor de FM ontvangst. Een deel van de FM ontvangst werd zelfs gestuurd via
AM gedeelten in de radio. Dit is het prille begin van de FM en men moest nog
veel leren. Voor de FM werd gebruik gemaakt van een Foster Sealy detector, de
gevoeligheid was niet zo goed. Kortom eerder een experiment, dan een succes,
want in 1950 waren er nog
bijna geen uitzendingen op de FM band, althans hier in europa niet.
De Duitse NWDR bijvoorbeeld zond in 1950 op FM al uit ( Langenberg) . De Duitse fabrikanten inclusief Philips Duitsland zijn sindsdien versneld radio's met FM ontvangmogelijkheid gaan fabriceren, omdat voor FM -omroep in heel het opbouwend Duitsland was gekozen.. Wrotham FM UK , en de NRU ( Hilversum 1 en 2 ) waren er ook al vroeg bij op FM.
Verder hebben de BX511A en de Siera S272A (Philips eigenlijk)
FM-voorbereiding, zie http://users.pandora.be/on1aht/radio/Philips_BX511A/Philips_BX511A.htm
en
http://users.pandora.be/on1aht/radio/Siera_S272A/Siera_S272A.htm
Eric Spanjersberg, Piet H. Bakker, J. van Schaik, Pol, Harry Huysentruyt
Het adres is : Philips Concern Archief, gebouw EN, Postbus 218, 5600 MD Eindhoven.
Herman
(foto: Ted Mooren)
Door Philips werden in het begin van de 50-er jaren 33 toerenplaten
geproduceerd, met op de ene zijde een gesproken uitleg en op de andere
(klassieke-) muziek, ter demonstratie van de "nieuwe Philips radio met
klankkleurregeling". Vermoedelijk werden deze platen geleverd bij de
Philips Radio grammofoon toestellen zoals De HX511a HX513a FX501 FX614 enz. Het
is om het juiste klankbeeld te verkrijgen.
Als je dat nu wilt doen op zo'n oude kast moet wel het versterker gedeelte in
orde zijn. Dus alle condensatoren vernieuwd. Dan krijg je de klank van weleer
dat het toestel de winkel verliet.
René Daemen
In de servicedocumentatie van de Philips BX290U lees ik dat het transparante embleem niet standaard was en de kast standaard zonder dit logo geleverd werd.
(afb.: Paul Brouwer)
De kast werd als service onderdeel aangeboden. De kasten werden waarschijnlijk ook onder andere merknamen gebruikt. Denk aan merken als Siera en Dux. Kasten van nieuwe apparaten worden noch steeds zonder merk logo door Philips geleverd. Ik heb namelijk veel kasten moeten vervangen i.v.m.schade. In de tijd dat ik tv reparateur was, werden kasten in negen van de tien gevallen zonder merk geleverd, ook als het ingelegd is moet het vaak zilverkleurig merkteken omgezet worden. Dit is bijna bij alle merken het geval.
Ton Mijnster
Wat aangehaald wordt komt uit een servicedocumentatie en men heeft het daar dus over te bestellen onderdelen. In dit geval de kast. Ze zeggen daar alleen maar dat de kast (als service-onderdeel) zonder het transparante embleem geleverd werd en dat je dat embleem dus extra moest bijbestellen, met speciale lijm. Het zegt niets over of dat embleem standaard was of niet op elke BX290U.
Henk van den Broek
Schema's en andere technische informatie over Philco
toestellen kun je vinden op de site http://www.nostalgiaair.org/
Verder ook in het boek van Ron Ramirez: "Philco Radio 1928-1942". Gidi Verheijen |
Logo 1 is van voor 1933, logo 2 uit de periode 1933-1938 en logo 3 van na 1938
John Hupse
In dit boekje staat de geschiedenis van het logo omschreven. ISB nummer van het boekje "De schuld van het schildembleem" is 90 73978 01 7 uitgeverij Nieuwe Amstel. Geschreven door Dingeman Kuilman in 1991. Gerwin Menkhorst
|
Op de site van Philips staat ook een stukje over de geschiedenis van het Philips logo. Zie: http://www.philips.nl/about/company/local/history/historyofthebrand/index.html .
Leo Snoeren, Rob Kroon
Hierbij de types 2002 t/m 2044
Type | Jaar | Bijzonderheden |
2002 | 1926 | Bakelieten schaal 40cm: bakelieten voet |
2003 | 1926 | Bakelieten schaal 40cm: metalenvoet, diversen bonte kleuren |
2004 | 1927 | Aluminium schaal 35cm: metalenvoet, kleur bruin |
2005 | 1927 | Als 2004 |
2006 | 1928 | Bakelieten schaal 45cm: metalenvoet |
2007 | 1928 | Als 2006: diversenkleuren |
2008 | 1929 | Zwarte 7-hoekige metalenkast; bakelieten front op alumium frame, korte pootjes; hxbxd=50x52x25 cm "Meesterzanger" |
2009 | 1928 | Als 2008 |
2010 | 1929 | Als 2009 |
2011 | 1928 | Als 2009: hoge poten |
2012 | 1929 | Als 2009: hoge poten |
2013 | 1927 | Als 2009: hoge poten |
2014 | 1927 | Als 2003: schaal 35cm |
2015 | 1927 | Als 2014 |
2016 | 1928 | 7-hoekige bontgekleurde rand: naar voren stekende bonte conus. Met standbeugel "Bijou" |
2017 | 1929 | Als 2016 |
2018 | 1929 | Als 2019 |
2019 | 1929 | Bruin bakelieten 7-hoekige kast: 35 cm hoog, metalen puntvormige grille |
2020 | Onbekend | Als 2016: rode bakelieten rand en bruine conus |
2021 | 1932 | Ronde bakelieten kast met Philips embleem, diameter kast 31 cm |
2022 | 1930 | Zwart bakelite kast in Romaanse boogvorm en naar voren stekende leemachtige papieren conus, hxbxd=40x36x9 cm |
2023 | 1932 | Als 2032 |
2024 | 1930 | Rechthoekige houtenkast met frontmotief |
2025 | 1930 | Als 2024 |
2026 | 1926 | Als 2016, zwarte rand en muisgrijze conus |
2027 | 1929 | Als 2026 |
2028 | 1930 | Ronde bruine bakelieten kast met platte voet en spijlen in vierkantvorm |
2030 | 1930 | Vierkante houtenkast met platte voet en spijlen in vierkantvorm |
2032 | 1930 | Bruin bakelieten kast, ronde bovenkant, klauwpootjes; vlak metalen grille met stermotief |
2033 | 1930 | Als 2032 |
2034 | Onbekend | Elektromagnetisch luidspreker systeem met conus; 5 mm dikke poolschoenen en bevestigingsring |
2035 | Onbekend | Trommelvormige kast van "arbolite" met voet |
2037 | 1931 | Vierkante houtenkast met Philips-embleem als grille |
2038 | Onbekend | Als 2037 |
2040 | 1930 | Rechthoekige houten kast met verticale spijlen |
2042 | Onbekend | Rechthoekige houten kast met rechthoekig front motief op twee houten voeten |
2043 | Onbekend | Als 2042; met "schaatsmotief" |
2044 | 1926 | Elektromagnetische luidsprekersysteem met conus en bevestigingsring; dikte poolschoenen 3 mm |
Dit alles is overgenomen van een brochure van de NVHR nr. 9604
Martin van der Struijs
Dat is niet zo vreemd. Erres /Fridor/Waldorp/Eatherkreutzer/Aristona/N.S.F/Siera (en nog veel meer "merken"...overal kun je de Philips chassies tegenkomen. Soms met een kleine aanpassing. Dit komt omdat Philips eigenlijk d.m.v. hun patenten op buizen een soort monopoly positie had verworven. Zo kon Philips geleidelijk al deze merken overnemen.
Ben Dijkman
Aanvullend kan ik vermelden dat er een NSF/Aristona H43A was met hetzelfde chassis en dezelfde kast als de Philips 461A. Van de 461A bestond ook een uitvoering met zelfde typenummer in houten kast. Verder heb ik in mijn verzameling twee stuks Siera S16A met hetzelfde chassis als de Philips 461A. Laatstgenoemde lijkt qua kast veel op de Waldorp 471A, alleen zit de schaal aan de voorkant, dus niet schuin zoals bij de 471A. Het chassis bij al deze toestellen bestond uit drie delen, en daar is ook gebruik van gemaakt voor wat betreft de kastvormen. Zo is de 461A een hogere smallere kast met twee knoppen aan de voorkant en twee aan de zijkant, en de S16A en de 471A een lagere bredere kast met drie knoppen aan de voorkant en één aan de zijkant. Dit kon bereikt worden door de drie chassisdelen en de luidspreker anders in de kast te rangschikken.
Voor wat betreft de licentierechten van Philips: Philips had op veel gebruikte basisschakelingen in de radiotechniek patent, waardoor er niet makkelijk iets door andere fabriekjes in Nederland en België gebouwd kon worden zonder deze patentrechten te schenden. Complete chassis werden geleverd aan andere fabrikanten, op voorwaarde dat erop vermeld werd dat het onder licentie van Philips gemaakt was. Het zou me niet verbazen als de kasten naar Philips gingen en de chassis aldaar ingebouwd werden om vervolgens de complete toestellen aan de "andere" merkfabrikanten te leveren. Maar dat laatste is slechts een gissing van mijn kant.
Henk
van den Broek
Wat betreft de buizenpatenten, het volgende. Philips had een machtspositie door
de buizenpatenten. Andere radiofabrikanten moesten dus (extra) betalen om die
buistypen te mogen gebruiken. M.a.w: Philips had de buizen zelf goedkoper dan
dat anderen die konden krijgen. Philips kon op die manier heel makkelijk een
aandeel krijgen in andere fabrieken. Zo onder het motto van :"Wie zijn
vijand niet kan verslaan, kan er beter mee bevriend worden". Mits er maar Philips
(aanverwante) buizen gebruikt werden natuurlijk, deed Philips in heel veel
fabrieken mee. Waarschijnlijk konden andere fabriekanten dan onder "Philips
licentie" ook Philips chassis toepassen. Daarmee waren eigenlijk als die fabriekjes
nu compleet in de macht van Philips (maar dat komt later pas aan het licht).
Tot die tijd maakten de fabrieken vaak nog wel eigen kasten met daarin Philips
gerelateerde chassis. Bij Erres en Aather Kruiser zie je soms wel eigen
onderdelen maar het schema is puur Philips. Zo kom je dus in een bepaalde
periode heel erg veel andere merken tegen met een Philips "gerelateerd"
chassis er in. Ook maakte Philips onder andere merknamen radio's.
Ben Dijkman
(Philips B5X14A; foto: Jan Verdijk) |
Informatie over de zgn. "Plano-radio's" van Philips is o.a. te vinden op de site van Piet Blaas . Henk van den Broek, Stephan Smeets, Piet Blaas Plano = vlak. Dus een vlakke radio. Lukte eind jaren '50 nog niet helemaal, maar 10 jaar later kwam B&O aardig in de goede richting met de Beomaster 1200. John Hupse |
Plano's kunnen een EM80 of 84 bezitten, onafhankelijk van bouwjaar of EM periode. EM84/5 lijken meer in Duitse radio's toegepast.
Eric Spanjersberg
Een "diodevoltmeter" is een buizenvoltmeter voor gelijk- en wisselspanningen, waarbij de gelijkrichting van de hoogfrequente wisselspanning m.b.v. een diode (ingebouwd in de meetkop) geschied. Bij de GM6004(50er jaren) is dat de indirect verhitte EA50.
Een 'kunstantenne' wordt tussen de meetzender en de antenne-ingang van de ontvanger gevoegd. Dit is voor het goede afregelen van de (ingangs-)kringen noodzakelijk. M.b.v. zo'n kunstantenne (meestal +-200 pF in serie met een weerstand van een paar honderd Ohm) 'ziet' de ontvanger de impedantie van een echte antenne.
Het verhaal met de 'trimtransformator' is uit de oude doos. Deze dient voor het veilige meten (zonder de anodespanning van de eindbuis) van het uitgangsvermogen. De definitie van de ontvangstgevoeligheid bij AM-ontvangers: hoeveel HF-ingangsspanning (30% modulatie met 800 Hz) is noodzakelijk om een LF-uitgangsvermogen van 50 mW te verkrijgen. Daarbij moet de volume- een toonregeling op maximum(!) staan. Vroeger was het niet zo, dat zonder ingangssignaal en de volumeknop op maximum de speaker defect raakte.
Wolfgang Holtmann
Dit zijn uitgebreide documentatiemappen betreffende Philips televisie toestellen, bedoeld voor service centers. De titel is een parafrase op vademecum. Onderstaand een pagina van een van de informatiebladen. Het gaat wat verder dan de gebruikelijke servicedocumentatie. Er wordt wat meer uitgelegd. Als je even naar het woord "serv-o-mecum" kijkt, dan lijkt het te zijn samengesteld uit "Service" en "Vademecum". Een "Vademecum" is een beknopte handleiding en de toevoeging "Service" lijkt er op te duiden dat het gaat om een beknopte handleiding bedoeld voor servicedoeleinden.
(scans: Piet Blaas)
Dat zijn een soort van cursusbladen die destijds gemaakt werden voor service-afdelingen van Philips, om nieuwe technieken en schakelingen uit te leggen aan de servicemonteurs. Ook hier weer het probleem van copyright natuurlijk, e.e.a. mag niet zomaar verveelvoudigd en openbaar gemaakt worden zonder toestemming. De gegevens zijn ook enkel voor intern gebruik binnen Philips. Ze werden ook verzonden aan de dealers die een abonnement hadden op de Philips service documentatie. Het was dus niet alleen voor technici binnen Philips. Er moeten er dus hier en daar nog wel zijn.
Henk Roovers, John Hupse, Piet Blaas, Henk van den Broek
Wat was de doelgroep was voor Philips radio's met middengolf en verder alleen 4 of 5 kortegolven eventueel met bandspreiding?
"Tropenontvangers" zijn te herkennen aan hun golfgebieden. Die radio's hebben dan meestal geen LG maar wel een KG-gebied die minstens tot 90 m, maar meestal 120 of 160 m doorgaat. De bekende Philipsradio's die zich in deze klasse bevinden werden geëxporteerd naar o.a. het Verenigd Koninkrijk, Zuid-Amerika en Zuid-Afrika.
Radio's zoals de Philips 215A (geen tropenontvanger) kwamen ook in Zuid-Afrika terecht. Enkele tropenradio's zoals de Philips 495X (AKA 900X) hebben LG plus een uitgebreide KG en werden verkocht in Nederland maar ook Zuid-Afrika/Amerika.
Kijk eens op mijn site voor een aantal radio's die er bekend uitzien (462A, 284A, BX565A) maar die een jaar of wat jonger zijn dan de overeenstemmende Nederlandse modellen en dan ook belangrijke verschillen tonen. Volgens mij zijn de tropenradio's beter qua prestaties op KG dan de Europese modellen. Een 462A is b.v. veel beter dan een 461LU. En er bestaat geen twijfel (maar dat is maar mijn schatting) dat een 284A ook beter KG ontvangst geeft dan een 470A dank zij een extra versterkerbuis.
Pieter de Kock
De kortegolf banden met bandspreiding werden in die tijd veel beluisterd. Immers de atmosferische storingen op midden en lange golf zijn in de tropenlanden veel heftiger dan op de kortegolf-bereiken. Het zend-/ontvangbereik van de korte golfzenders van bijvoorbeeld de Wereldomroep is bekend. Kootwijk en Nederhorst den Berg waren nog in gebruik met de enorme Rhombic-antennes en Scheveningen-Radio/Radio Holland zelf opereerde ook op de korte golven. En aan onze kusten stonden de kortegolfzend-/ontvangantenneparken in de duinen en aan de dijken. Je kon zelfs thuis op de kortegolf de gesprekken van de scheepvarenden beluisteren, ook via de operators van Radio Holland/Scheveningen Radio. Ook de amateurbanden maakten en maken nog veel gebruikt op de korte golf. Het zend en ontvangstbereik op kortegolf is veel groter. Ook was de kortegolf belangrijk voor de marconisten en telegrafisten , want zij "lazen" zelfs de in morsecode uitgezonden nieuwsberichten en weerberichten via de korte golf. Ook op de binnenvaart en bijvoorbeeld aan land in de Betuwe, waar nog geen netspanning voorhanden was in die tijd, werden deze toestellen gebruikt.
Piet Bakker
Philips bouwde deze toestellen ook wel op bestelling. Als nu om de een of
andere de bestelling niet door kon gaan, werden de radio's verkocht aan het
Philips personeel via de personeelswinkel. Vandaar dat je ze ook tegen komt in
Nederland.
Sjaak van Schaik
Tropenontvangers werden ook hier in Nederland gewoon verkocht. In de
Philipscatalogi voor handelaren, die ik in mijn bezit heb, uit de jaren zestig,
staan diverse tropenontvangers, van de eenvoudige tafelmodelletjes met een
luidspreker, tot een volwaardige "Bi Ampli", afgeleid van de B7X44A.
Deze radio's waren bedoeld voor "emigranten en hen die in Europa kortegolf
stations willen ontvangen". Ik kom ze soms tegen, en heb er ook enkele in
mijn bezit, alle gekocht hier in Nederland. Ik heb ook een grote tropenontvanger
met de kast van de B7X14A in Engeland aangetroffen, en dat is ook niet echt een
tropisch land.
Als emigrant kon je gewoon service krijgen op je in Nederland gekochte toestel.
Philips had toen al "filialen" over de hele wereld, dus service was
geen probleem. Van de Philips "tropen" plano's vind ik vind de schalen
mooier, met alleen de golflengten en geen namen die allang niet meer kloppen.
Pim Vercoulen
De 76 tot 185 meter (3,9 tot 1,62 MHz) wordt hier in Nederland de
visserijband genoemd, vanwege de schepen, maar de band
wordt ook wel tropenband genoemd omdat die in tropenlanden wel voor omroep wordt
gebruikt. In de gebieden rond de evenaar is het bereik van zenders in de 90- en
120-meterband wel enkele duizenden kilometers, wat erg gunstig is voor
uitgestrekte landen in Afrika, of b.v. Indonesië.
Omdat er in de jaren vijftig en zestig nog vrij veel Nederlanders in Indonesië
(of, soms nog, Nederlands Indië genaamd) gingen wonen hadden de fabrikanten
(zoals Philips) een speciale categorie "tropenradio's". Deze toestellen
waren vaak afgeleid van bestaande lokale
modellen, maar hadden, behalve een ander typenummer:
Gerard Tel
Op de site van
Gerard Tel staat een verklarend overzicht van typecodes van Philips radio's.Gerard Tel
Voor een gedeelte valt het land van fabricage af te leiden uit de typenummers:
X | Nederland en België | IN | Indonesië |
A | Oostenrijk | I | Italië |
D | Duitsland | IF | Ierland |
DK | Denemarken | N | Noorwegen |
E | Spanje | S | Zweden |
F | Frankrijk | SF | Finland |
R | Brazilië | W | U.S.A. |
H | Zwitserland | ZA | Zuid Afrika |
Waarschijnlijk gaat het hier
niet zozeer om het land waar de radio is gemaakt, maar wel om aan te geven voor
welk land de radio specifiek is bedoeld.
Kees van Dijke, John Hupse
Philips radio's met een 5 aan het eind van het typenummer, b.v. de BX685A, zijn tropenradio's. De schaal is dan geheel anders dan bij Europese radio's; meestal geen stationsnamen, maar golflengtes en geen langegolf, maar wel tropenband.
Otto Tuil
Op de site van Ernst Erb wordt de radio typenummer-historie van Philips nog wat verder uitgediept.
Mark Schoenmakers
De letter D komt wel meer voor, maar het heeft volgens mij niets met Duitsland te maken... Hier het typeplaatje van de Philips 494U. Niet alleen de letter D, maar ook de letter N staat erop.
(foto: Piet Blaas)
Mijn Philips 655A heeft ook zo'n plaatje met een N en een D. Beide
radio's zijn uit 1940. Ook op de Philips BX462A zit een dergelijk plaatje:
(foto: Jan
Verdijk)
Piet Blaas, Jan Verdijk
Op wat modernere apparatuur gegeven is de betekenis hiervan is bekend. Het zijn keurmerken zoals KEMA of VDE. D = Denemarken, N = Noorwegen, S = Zweden, FI = Finnland. Blijkbaar bestonden deze al in de 40er jaren?!
Henk van den Broek
De EL nummering is ouder, deze werd vanaf begin jaren '50 toegepast voor
produkten van de Philips ELA (electro-acoustische) divisie. Deze divisie werd in
1946 gevormd en maakte o.a. microfoons, versterkers, recorders en
filmapparatuur. Bijna 20 jaar later (eind 1968?) stapt Philips over op een nieuw
nummersysteem voor recorders, de typenummers beginnen dan met een N.
John Hupse
(afb.: Ed v.d. Weele) |
Hier een paar detailfoto's van een Philips 204UH. De "H" staat waarschijnlijk voor Zwitserland (Helvetica). De "C" in het serienummer - zo vermoed ik - voor Philips Radio-Werke SA in La Chaux-de-Fonds (kanton Neuchâtel). Ed v.d. Weele
Paul Brouwer |
Aan het begin van de vijftiger jaren werden door Philips mapjes met "ansichtkaarten" gemaakt, waarop voor een radiotoestel stond afgebeeld en achterop een korte beschrijving van het toestel. Deze kaarten konden aan de belangstellende klant worden meegegeven. De tekstkaarten (achterzijde van de foto) bevatten technische informatie en de prijs van het toestel.
Onderstaand een dergelijke set. Door het betreffende plaatje aan te klikken verschijnt de kaart op normale grootte. Leuk om af te drukken op mat foto papier 18x13 cm en de voor en achterzijde tegen elkaar te lijmen. De scans zijn van Hans van Kampen.
En hieronder de voorkant van het mapje waarin de kaarten zaten opgeborgen.
Hans van Kampen
Ze zijn elektrisch gelijk. Het Vademecum van Staleman verwijst bij de BX594A en BX591A ook naar de BX490A voor elektrische gegevens. De BX594A en BX591A verschillen alleen in de uitvoering van de houten latjes rondom de schaal.
Gerard Tel
Een bakelieten kast viel in een goedkopere prijsklasse als hetzelfde toestel in een houten kast bij Philips. De BX490A in prijsklasse 4 en de BX594A in prijsklasse 5. De duurste toestellen waren die in prijsklasse 9 vielen zoals o.a. 990X ...BX998-A ...F9X38A enz.
Thijs Bouma
Ik heb een radio gekocht welke werd aangeprezen als de Philips BX370A. Na goed te hebben gekeken naar het typenummer blijkt dit de Philips BX378A *) te zijn. Nu heb een pagina op het web gevonden waarin wordt gesteld dat de BX373A als bijgenaam het "Kleine Zonnetje" heeft en dat deze ook voor komt met de typecodering BX378A. Een eenvoudig bakeliet toestel, echter een gewild verzamelobject. Zie ook Philips 470A". Op het plaatje staat ook "made in Holland en importe de Hollande" ik neem aan dat dit een export toestel is. Was het voor Philips gebruikelijk om voor export toestellen een ander typenummer te gebruiken?
Dit is de Philips BX373 = "kompas" / "bibber naald" (dit omdat de naald zit op de verend opgehangen afstemcondensator) en "kompas" omdat de naald lijkt op die van een kompas. |
(foto's Maurice Hamm) En dit is de Philips 470A = "zonnetje".
|
Maurice Hamm
(foto: Harry Huysentruyt) |
Dit is de Philips 471A. Het "houten zonnetje". Harry Huysentruyt, Ben Dijkman
|
De Philips BX370U is de universeel versie, en de Philips BX373A is de wisselstroomversie. *) De bovenste radio is dus de BX373A. Het cijfer 3 wordt op veel typeplaatjes voor een 8 aangezien, omdat bij het ponsen het cijfer bijna dicht lijkt te vloeien.
Hier een voorbeeld hoe een 3 makkelijk voor een 8 kan worden aangezien:
|
(foto: Otto Tuil) |
Een hier het voorbeeld waar de 8 wel goed is...
(foto: Otto Tuil)
Achter het plaatje staat op het chassis weer gewoon BX373A gedrukt, waarom hebben ze het typenummer gewijzigd?
Het zonnetje is inderdaad de Philips 470A (of de 470U). De Philips BX373A (of de BX370U) is een stuk jonger, en wordt meestal het "Kompasje (met de bibberschaal)" genoemd.
Otto Tuil
Een Philips BX370/373 is gewoon geen "zonnetje", zelfs niet het "kleine zonnetje". De omschrijving "zonnetje" geldt echt alleen voor de Philips 470A/U uit 1938. Lieden die iets anders roepen, zouden zich nog eens achter de oortjes moeten krabben. Het radiootje (BX370/73), luistert alleen naar de bijnaam "kompasje". Dat of eventueel nog "bibberschaal" zijn de enige twee juiste omschrijvingen voor dit fraaie verzamelstuk uit 1947. Zet de toestelletjes anders gewoon eens naast elkaar. Dan wordt het in één klap duidelijk.
Nico den Haak
(05-04-2010 )